Achterin geplaatst laatclassicistisch herenhuis met empire-inslag. Voortuin afgesloten door smeedijzeren hek op arduinen sokkel. Koetshuis aan oostzijde.
Dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder pseudo-mansardedak (leien); rechthoekige dakvensters onder driezijdig fronton; jaartal 1836 op gevelsteen in plint. Ten oosten aanbouwsel van één travee en één bouwlaag onder pseudo-mansardedak uit het eerste kwart van de 20ste eeuw (leien) met oeil-de-boeuf. Oorspronkelijk was de westelijke zijgevel voorzien van een identiek aanbouwsel, heden vervangen door woning van twee bouwlagen. Dit herenhuis kon tot stand komen doordat de gronden van de woning "Rode Schild" werden verkaveld circa 1835.
Bepleisterd en beschilderd bakstenen gebouw op arduinen plint. Kordonlijst, fries met paneelwerk onder kroonlijst op klossen, geblokte hoekpilasters. Beluikte rechthoekige benedenvensters; op de tweede bouwlaag rondboogvensters met waaiervormige ijzeren roedeverdeling in het bovenlicht, kordonvormende waterlijst; bewaard houtwerk. Rechthoekige vleugeldeur met steektrap; omlijsting van arduin met neuten, vlakke pilasters en kapiteel onder hoofdgestel.
Noordgevel met merkwaardige rechthoekige gietijzeren veranda met gegraasde zijden, waarop terras, vermoedelijk uit het vierde kwart van de 19de eeuw. Centrale gietijzeren steektrap naar veranda met smeedijzeren leuning, zuiltjes met Ionisch kapiteeltje onder houten hoofdgestel. Terras met sierlijke smeedijzeren leuning.
Aan oostzijde, L-vormig koetshuis van één bouwlaag onder pseudo-mansardedak (kunstleien) met oeil-de-boeuf, van circa 1900. Met geglazuurde baksteen bezet gebouw op arduinen plint. Steekboogpoorten.
- VAN PASSEN R., Geschiedenis van Kontich, uitgave gemeentebestuur Kontich, 1964, p. 837.
- VAN PASSEN R., Toponymie van Kontich en Lint, Gent, Vlaamse Academie voor taal- en letterkunde, 1962, p. 211, 551.