Zogenaamd "Stalijzerhoeve". Oorspronkelijk omwalde hoeve met losse bestanddelen rondom onverhard erf; bakstenen stoep voor het boerenhuis. Ten oosten, met bomen afgezoomde rest van omwalling. Ten noorden, boomgaard.
Ten noorden, boerenhuis van vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen) met overstekende dakrand op houten modillons met tussenliggende tandlijst en hanggoot, gedateerd 1818 door middel van muurankers in erfgevel. Verankerde gele baksteenbouw. Dubbelhuistype. Rechthoekige muuropeningen gevat in getoogde omlijsting met afzaat en doorlopende lekdrempel. Bewaard interessant houtwerk. Beluikte houten kruiskozijnen met kleine roedeverdeling, schuiframen en geprofileerde wisseldorpel met tandlijst. Recentere paneeldeur met kozijn, deels beglaasd en voorzien van twee gestileerde gesmeed ijzeren hekjes, gestrekte tussendorpel en tweedelig bovenlicht, getralied aan binnenzijde. Onderkelderde achtergevel; rechthoekige kelderopeningen met getralied kozijn in getoogde omlijsting. Beluikte rechthoekige vensters in getoogde omlijsting; twee middenvensters met houten kloosterkozijn; linker- en rechter vensters met houten bolkozijn; alle met kleine roedeverdeling, schuiframen en geprofileerde wisseldorpel. Zijgevels: soortgelijke zoldervensters met houten kruiskozijn. Recent laag aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen de rechter zijgevel.
Ten zuiden, 19de-eeuwse stalvleugel (nok parallel aan het boerenhuis) zonder verdere noemenswaardigheden. Ten oosten bevond zich eertijds een haaks nutsgebouw onder meer bakhuis (?) van 1818 volgens foto uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.
- VIERIN J., Over de landelijke woning aan de Vlaamsche kust. Kenteekens der Bouwwijze van de Streek, Brussel, 1921.