Oorspronkelijk omwalde (zie rest van wal ten oosten) hoeve, zogenaamd "Eversam", met losse bestanddelen, waarvan de naam verwijst naar voormalige hofstede, eens deel uitmakend van de ten noorden ervan gesitueerde historische abdij van Eversam, aldaar gesticht in 1091 door Walbertus, kanunnik van Kassel. Deze abdij werd in de 16de eeuw door beeldstormers geplunderd en circa 1610 door Jacob Beke wederopgebouwd. Zij werd vernield in 1794 tijdens de Franse Revolutie.
Huidige hoeve, bestaande uit boerenhuis, stallingen en schuur, gelegen in elkaars verlengde (nok parallel aan de straat), bereikbaar via bakstenen brug over gedempte wal: vierkante bakstenen hekpijlers met gesmeed ijzeren hek (18de eeuw ?). Siertuin voor het huis met aflijnend voetpad samengesteld uit schorren en grafsteen. Grote vaalt omzoomd met gekasseid pad, ten noorden van stallingen.
Boerenhuis van oorspronkelijk acht, thans tien traveeën onder meer een drie traveeën brede opkamer rechts en één bouwlaag onder gebogen zadeldak (Vlaamse pannen) met kort overstekende rand, uit de 18de eeuw. Verankerd, geel bakstenen gebouw op gemarkeerde plint. Rechthoekige muuropeningen. Keldervensters met getralied kozijn in korfboogomlijsting, onder de opkamer. Beluikte kozijnvensters, deze van het lager woongedeelte verdiept in getoogde omlijsting op kleine afzaat. Kozijndeur met verdeeld bovenlicht in soortgelijke omlijsting, ter hoogte van vijfde travee van de oostzijgevel: rechthoekige kelderopening met getralied, houten bolkozijn in getoogde omlijsting; kozijnvenstertjes, het linkse met beluikt, houten kloosterkozijn en kleine roedeverdeling; stenen wapenschild van de abdij van Eversam in de top. Noordgevel voorzien van twee kelderopeningen, idem aan dit van oostgevel, onder linkse opkamer. Beluikte kozijnvensters, ter hoogte van de derde en vierde travee voorzien van diefijzers. Kozijndeur met verdeeld bovenlicht ter hoogte van de vijfde en achtste travee.
Interieur: haard met oude, okergele betegeling in de woonplaats. Oude prent met voorstelling van voormalige abdijkerk.
Ten oosten van het boerenhuis: stalling uit het vierde kwart van de 19de eeuw, met aanleunende dwarsschuur. Elf traveeën lang verankerd bakstenen stalgebouw. Onder gebogen zadeldak (Vlaamse pannen) met kort overstekende rand, doorbroken door drietal klimmende dakvensters; oude gevelsteen met recenter jaartal 1889 in westelijke zijgevel. Twee, meest oostelijke traveeën met oudere kern uit de 17de tot de 18de eeuw (?). Aanpalende monumentale dwarsschuur: verankerd, geel bakstenen gebouw van tien traveeën onder gebogen, mank zadeldak (Vlaamse pannen), in kern opklimmend tot 1790. Afgeschuinde zuidoosthoek. Muurankers, onder meer cijfer vijf, in zuidgevel. Korfboogvormige schuurpoorten en asemgaten. Grotendeels bewaard krukgebint.