Betreft een enig overgebleven exemplaar van een kleine sluis die reeds vóór 1550 functioneerde.
Het is een uitwaterings- of spuisluis met twee (oorspronkelijk 1) spuien. De onderbouw bestaat hoofdzakelijk uit Diesteriaanse ijzerzandsteen (regionaal gesteente). De stenen wangen zijn verdwenen. Het sluiswerk zelf was uit eikenhout gemaakt. Tussen de verticale schotstijlen konden de verlaat- of sluisplanken op en neer gelaten worden. De schotten werden met windassen opgetrokken en gleden tussen de sluisbalk en de daarmee gelijklopende dwarsbalk op de vleugels. De stad Aarschot is eigenaar van het perceel. De laatste vermelde wijziging betreft de aanlegging van het zwemdok.
De figuratieve kaart die het oudste stadsplan van Aarschot bevat, geeft de situatie goed weer. Op deze kaart is de laak aangeduid als Meetshovense laak. Zij begint aan de stadsvesten iets voorbij de Schaluinpoort en loopt naar Betekom. Het water is achtereenvolgens afkomstig uit de vest, uit de Bogaardenlaak via een nieuw aangelegde spui en de Hielaak. De sluis is aangeduid als een soort huisje over het water (de twee 'stenen wangen'). De tekst bij de visitatie van 1551 vermeldt dat de sluis al wel bestond, maar voor 1551 op bevel van jonker Aert van Eynatten versterkt en verstevigd werd. Resultaat: twee houten spuien, elk 'acht voet wijt' met deuren die werden opgetrokken als het water aan de molens boven de pegel stond, om zo het water af te voeren en stenen wangen (het nieuwe werk). Nog een expliciete verwijzing naar de sluis vinden wij in de stadsrekeningen van 1626/7, waarin ene Henderick Wuyts verordend wordt zavel en kalk naar het sluisje te voeren.
Rond 1899 werd de sluis hersteld om als afsluiting te dienen voor een open zwemdok (geopend op 18 juni 1899). Het zwemdok, enkel toegankelijk voor mannen en onder een strikt reglement, was zeer populair. Na de Eerste Wereldoorlog geraakte het echter in onbruik en verviel. In mei 1926 werd door het stadsbestuur het besluit genomen er geen herstellingswerken meer aan uit te voeren, omdat het 'een echte modderpoel' geworden was. In 1926 waren er nog grote overstromingen. Evenals in de voorbije eeuwen werd de schuld gezocht bij het in gebreke blijven van de overheid bij het ruimen van de Demer en haar zijrivieren. Bij de verbeteringswerken werd het zwembad volledig ontmanteld. Heden is de Grote Laak volledig afgesneden van de Demer.