erfgoedobject

Hopast

bouwkundig element
ID
201445
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201445

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Hopast
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hopast
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

De ast bevindt zich op een 30-tal meter van de straat en ligt in een weide omgeven door hopvelden. De ast ligt op een redelijke afstand van het boerenhuis en de andere bijgebouwen omwille van het brandgevaar.

Historiek

De site, waar de ast is ingeplant, staat reeds weergegeven op de Ferrariskaart van 1770-1778. Op de kaart van Ferraris krijgen we een weergave van een hoeve bestaande uit een woonhuis, een groot en een klein landgebouw. Binnen de naastgelegen omwalling wordt er een gebouw weergegeven.

Op het primitief kadasterplan van circa 1835 zien we de weergave van een hoeve bestaande uit een woonhuis, een groot en een klein landgebouw. Het gebouw binnen de naastgelegen omwalling is verdwenen.

Volgens het kadaster wordt rond 1885 een ast gebouwd op een afstand van het boerenhuis. In oorsprong was de ast voorzien van een gesloten, deels in de grond verzonken cokesoven die zich tussen de twee eestvloeren bevond. Naargelang de linker- of rechter eestvloer werd gebruikt, werd de warme lucht naar de warmeluchtkamer onder de respectievelijke eestvloer afgeleid. Kort na de Eerste Wereldoorlog zorgden elektrisch aangedreven ventilatoren onder de twee schouwen met gek voor de optimalisatie van de luchtstroom. De nog niet tonische eestlatten wijzen erop dat de ast omstreeks 1893 al in gebruik was. In de late jaren 1950 werd de gesloten cokesoven vervangen door een dieselbrander die in een daartoe gebouwde uitbreiding (rechts) werd geplaatst.

Beschrijving

Het betreft een dubbele ast die zowel voor het drogen als voor het zwavelen van hop werd gebruikt. Het gebouw heeft een rechthoekige plattegrond en is opgetrokken in verankerde baksteen. De dakbedekking bestaat enerzijds uit Vlaamse pannen en anderzijds uit mechanische pannen.

Centraal in het het dak van de ast zit een dakvenster voorzien van een luik waarlangs men de hop op de vlaken kon brengen. Links en rechts op de hoogte van de spanijzers zitten de vlaken of eestvloeren. Opvallend is dat de latten van de vlaken eigenlijk niet echt tonisch zijn, wat erop wijst dat deze vlaken alleszins vóór 1900 in het gebouw geplaatst zijn.

De hopast bestaat uit een oud gedeelte (links) en een uitbreiding rechts. Het is op het oudste gedeelte dat de ‘gekken’ of windvangen staan. Achter de centrale deur bevindt zich het driehoekig ‘halletje’. Hier bevinden zich twee deuren die toegang geven tot de ‘helle’-ruimten; de ruimten onder de vlaken. Deze betonnen muur is geplaatst toen men deze oude asten ging aanpassen aan de moderne dieselbranders.

Oorspronkelijk zat de vuring deels in de grond en werd deze ast ooit gestookt met een cokesoven of een cokeszeug. Bij het verbouwen werd deze ‘put’ dichtgegooid. De warme lucht werd via een opening achter deze oven, in de ast links of rechts gelaten. De luchtstroom kwam tot stand via ventilators in de nokken van de zijmuren en onder de schouwen waarop de windvangen staan. Bij de opkomst van de ‘blazers’ die met diesel gestookt werden in de jaren 1950, werd het nieuwe ‘gedeelte’ van de ast gebouwd en hier werd één van deze blazers opgesteld. De warme lucht kon via een metalen deur onder de rechter vlaak geblazen worden. Wanneer men deze deur openzet kon men de grote ronde pijp afsluiten. Omgekeerd kon ook; wanneer men via deze pijp de warme lucht naar de linker of achterste ast blies, kon men de metalen deur van de eerste ast sluiten.

In de zijgevel is er een kapelletje ingewerkt, met daarboven het ronde gat van de ventilator die voor bijkomende ‘trek’ moest zorgen. Deze ventilator werd met een ronde metalen plaat afgesloten om de ventilator in de winter te beschermen tegen regen en wind.

De rechter zijkant of het nieuwe gedeelte van de ast is eveneens voorzien van een Mariakapelletje.

  • KADASTERARCHIEF WEST-VLAANDEREN, Primitief kadasterplan; Mutatieschetsen Poperinge, 1880/48, 1888/39, 1943/16.
  • BECUWE F. 2008: Aanbeveling tot bescherming van hopgebonden industrieel erfgoed in Poperinge en Asse/Dilbeek, onuitgegeven nota, juni 2008.
  • DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1989: Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur. Deel 11n 2. Provincie West-Vlaanderen. Arrondissement Ieper. Kanton Poperinge, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie voor Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu, Bestuur voor Monumenten en Landschappen, Turnhout.
  • VANDERMARLIERE G. 2005: De kroniek van de Poperingse hoppeteelt, 1800-1850, Ieper.
  • VANDERMARLIERE G. 2006: De kroniek van de Poperingse hoppeteelt, 1850-1868, Ieper.
  • VANDERMARLIERE G. 2007a: De kroniek van de Poperingse hoppeteelt, 1869-1885, Ieper.
  • VANDERMARLIERE G. 2007b: Een representatieve inventaris van het bouwkundige hoperfgoed in de streek van Poperinge, Ieper.
  • VANDERMARLIERE G. s.d.: Een historische schets van de ontwikkeling van de hopasten in de streek van Poperinge, Ieper.

Bron: Beschermingsdossier DW002441 (2009)
Auteurs: Gilté, Stefanie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hopast [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201445 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.