erfgoedobject

Hoeve Goed Te Nieuwenhove

bouwkundig element
ID
207576
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/207576

Juridische gevolgen

Beschrijving

Neerhof van het voormalige kasteel van Nieuwenhove, daterend uit de 18de eeuw, weliswaar gelegen op een oudere site die het centrum vormde van de heerlijkheid Nieuwenhove. Heden bestaande uit een poort met toegangsbrug, woonhuis, stallingen, schuur met wagenhuis, duiventoren en bakhuis. Het woonhuis, schuur, duiventoren, poortgebouw met brugje en omwalling zijn beschermd als monument.

Historiek

De geschiedenis van de heerlijkheid is nog niet volledig gekend. Traditioneel situeert men haar ontstaan in de 15de eeuw maar archeologische opgravingen tonen aan dat de site reeds bewoond was circa 1300.

10de eeuw. Aangenomen wordt dat Nieuwenhove is ontstaan in relatie tot het nabijgelegen Tategem. Dit laatste maakte deel uit van een gebied dat graaf Arnulf I (918-965) uit zijn grafelijk domein schenkt aan de Gentse Sint-Pietersabdij. Een oorkonde vermeldt Tategem met zijn kerk en het Feretwoud ten westen van de huidige kruising tussen de Vichtse- en de Deerlijkseweg. Samen met Potegem en Wereldigem verdwijnt Tategem al zeer vroeg (tussen 965 en 1285) uit het bezit van de abdij.

11de-12de eeuw. Het Feretwoud verdwijnt tijdens de 11de-12de eeuw door ontginning.

15de eeuw. Een eerste schriftelijke vermelding van de naam Nieuwenhove dateert pas van 1403. De eerste (gekende) heer van Nieuwenhove, Olivier van der Vichte, wordt namelijk vóór hij heer van Vichte is al vermeld als heer van Nieuwenhove. In 1403 krijgt hij van de heer van Wakken de heerlijkheid Nieuwenhove in leen. Tussen 1419 en 1467 laat Antheunis vander Vichten het eigenlijke kasteel bouwen en laat er zijn verblijfplaats onderbrengen. In 1428 vermeldt een denombrement van een leen te Aalbeke "here vander Vichten, ruddre van sinen heerscepe ten Nieuwenhove". Een zelfde beschrijving is teruggevonden in een lijst van edelen en goede lieden van 1439.

16de eeuw. De oudste vermelding van de hoeve dateert uit een akte van erfenis en onterfenis van 1533, waaruit bovendien blijkt dat alle gebouwen zijn opgetrokken in houten vakwerk.

17de eeuw. Een renteboek van 1639 beschrijft hoeve en kasteel als volgt: "'t foncier vanden Leene ende heerschepe van Nieuwenhove … de behuusde ende bewalde mote, met 't neerhof, oock behuust, ende met de wallen daer ront omme". Op de kaart van de kasselrij Kortrijk, in 1641 geschilderd door landmeter Lodewijk de Bersacques en bewaard in de schepenzaal van het stadhuis van Kortrijk, is het kasteel van Nieuwenhove afgebeeld. Dat het om een belangrijke vestiging gaat, blijkt uit het feit dat naast het kasteel waarin de heer verblijft, het neerhof verschillende bijgebouwen omvat waarin de oogst en het werkmateriaal kan opgeborgen worden, de dieren gehouden en de vele knechten gehuisvest.

18de eeuw. In 1713 is het kasteel eigendom van graaf van Schorre. In het landboek van Waregem, opgetekend door Anthone Van Outrive in 1753-1757 wordt het domein omschreven als "casteel, hofstede met den hof ende wallen, palende oost ende suijt selfs ende selfs volgende, noch suijt de groote gaverbeke, west selfs uijtwegh, geheel hier mede gaende, daer over selfs meersch ende land, …". Het geheel is eigendom van de graaf van Canteleux, heer van Nieuwenhove en Boschhaegen. De kaart in het landboek toont de hoeve met woonhuis, stallen, schuur, duiventoren en enkele kleine bedrijfsgebouwen. Het kasteel wordt voorgesteld als een bakstenen constructie met drie trapgevels en wordt omringd door een binnen- en buitenwal die ook de hoeve omsluit. Uit een rekeningboek kan worden afgeleid dat rond 1757-1758 herstellingen worden uitgevoerd en een nieuw woonhuis wordt gebouwd op het neerhof. Ook het kasteel ondergaat kleine verbouwingen in die periode wat blijkt uit de wijnleveringen aangekocht voor werklui.

Quasi zelfde weergave op in het kaartenboek van landmeter Cornelis Stuer van de heerlijkheden Nieuwenhove en de Vroone, gedateerd 1761.

Een renteboek uit 1762 vermeldt dat de heerlijkheid Nieuwenhove in het totaal circa 91 bunders bezit, verspreid over Waregem, Deerlijk en Aalbeke. Verder in de 18de eeuw komt het kasteel nog in het bezit van de Marquis d'Aveleyn en de heer de la Noye. Beide heren wonen niet op het kasteel maar verpachten het samen met de bijhorende grond aan gegoede, plaatselijke herenboeren zoals onder andere de familie Berton. In een lijst met bezittingen van wereldlijke heren, opgesteld door de burgemeester van Waregem op vraag van de Franse overheerser, staat ook het kasteel van Nieuwenhove omschreven: een "casteel met de hofstede daer annex 't samen groot in landen, bosschen en meersch sesentwintigh bunderen twee hondert en drijnetachtigh roeden in pachte gebruikt door Joannes Berton". In 1799 worden kasteel en hoeve op vraag van de Franse republiek openbaar verkocht. Kort daarna brandt het kasteel volledig uit en wordt het gesloopt. Alles wat nog bruikbaar is, wordt in de hoeve aangewend; het overige dient als opvulmateriaal voor de binnengracht.

19de eeuw. Op het primitief kadasterplan (circa 1835) wordt het voormalige kasteel niet langer weergegeven. In 1845 wordt het voormalige neerhof in een openbare verkoop aangekocht door Alphonse en Charles Thomas. In 1849 komt het domein in het bezit van Désiré-Jean van der Haeghen en bij diens dood van Ferdinand van der Haeghen, stadsbibliothecaris van Gent. Tussen 1883 en 1905, bouw van een ovenbuur tegen de westgevel van de duiventoren (heden verdwenen).

20ste eeuw. In 1905 worden verbouwingswerken uitgevoerd aan de toren in opdracht van pastoor E. De Coninck. De houten zoldering wordt vervangen door een bakstenen troggewelf tussen ijzeren I-balken. Binnen wordt een houten steektrap aangebracht. De noordgevel wordt doorbroken door een venster en andere openingen worden toegemetst. Ook de trapgevels worden hersteld onder meer nieuwe dekstenen. Door de verkavelingsdruk in de jaren 1960 worden opnieuw opgravingen uitgevoerd waarbij aanzienlijke restanten worden ontdekt. In de zomer van 1976 gaat een ploeg van de Archeologische Stichting voor Zuid-West-Vlaanderen op zoek naar restanten van het kasteel en in hetzelfde jaar ondergaat de duiventoren weerom een restauratie voornamelijk aan het dak en de trapgevels. De dakconstructie in eikenhout wordt quasi volledig vernieuwd, de trapgevels worden heropgevoegd en verschillende dekstenen vernieuwd.

In 1990 wordt het goed aangekocht door de gemeente en in 1933 worden opgravingen verricht door L. Verplaetse en N. Ameye die enkele fundamenten terugvinden. In 1995, restauratie van het poortgebouw.

Beschrijving

18de-eeuwse hoeve, die typologisch aansluit bij de Zuid-West-Vlaamse omwalde hoeve met losse bestanddelen bestaande uit toegangspoort, boerenhuis (westen), schuur met wagenkot (oosten), stalvleugel (noorden) en duiventoren (zuiden). Lage verankerde bakstenen volumes gegroepeerd rondom deels verhard erf. De omwalling is behouden. Ten noorden gekasseide erfoprit gemarkeerd door toegangspoort. Tweede erfoprit ten zuidoosten gemarkeerd door twee bakstenen pijlers.

Toegangspoort. Het erf wordt ten noorden gemarkeerd door eenvoudig bakstenen poortgebouw, eigenlijk poortmuur, onder pannen zadeldakje. Aansluitend bakstenen brugje over de omwalling. Aan de grachtzijde gemarkeerd door zware steunberen. Korfbogige poortdoorgang in natuurstenen (Franse zandsteen) omlijsting onder waterlijst. Wapenschild van de heren van Nieuwenhove: vier kwartieren, twee met het wapenschild van Vichte en twee met dat van Gavere-Schorisse. Metselaarstekens in geglazuurde baksteen.

Boerenhuis. Volgens archivalische bronnen wordt het boerenhuis opgetrokken in vakwerkbouw circa 1758. Vermoedelijk wordt de woning na brand versteend in de 19de eeuw. Verankerde baksteenbouw onder hoog opgaand pannen zadeldak bekroond door dakruiter. Dubbelhuis met langgestrekte witgekalkte gevel van acht traveeën en één bouwlaag. Rechthoekige vensters met houten kozijnen (schuiframen) met kleine roedeverdeling. Eenvoudige luiken. Rechthoekige deur met gedeeld bovenlicht. Gelijke achtergevel maar met twee opkamertraveeën. Zijgevel met vlechtingen. Top met getoogd zoldervenster onder druiplijstje.

Interieur. Kelder bestaande uit twee beuken respectievelijk overdekt met tongewelf en troggewelfjes tussen houten balken. Begane grond: centrale gang met cementtegelvloer. Links, houten steektrap naar de zolder. Rechts van de gang leefruimte met brede Vlaamse haard, gevolgd door huidige slaapkamer.

Achtergelegen keuken en badkamer. Links van de gang, tweede grote leefruimte met opvallende vloer van rode gebakken tegels. Behouden moerbalken. Achtergelegen voute met vloer van zwart gebakken tegels. Zolder: spant bestaande uit vier gebinten namelijk schaargebinte met bovenliggend nokgebinte. Houten pen- en gatverbindingen en telmerken. Plankenvloer.

Duiventoren. Volgens de literatuur uit de 17de eeuw. Volgens de kadastrale gegevens zou de duiventoren in 1879 afgebroken zijn en heropgebouwd. Verankerde baksteenbouw op rechthoekige plattegrond. Twee bouwlagen onder pannen zadeldak. Hoeken gemarkeerd door natuurstenen kettingen die bij recente restauratie vervangen werden. Twee trapgevels met elk zes treden en topstuk. Oostgevel met oorspronkelijke toegangsdeur. In de zuidgevel twee vlieggaten waarvan de bovenste werd toegemetst.

Schuur. Dubbele dwarsschuur met wagenhuis rechts opgetrokken circa 1758. Vakwerkschuur deels versteend in de 19de eeuw zie jaartal 1883 in zijpuntgevel. In de 19de eeuw ook bouw van een aardappelkelder (verdwenen in 1974). Houten (eik) geraamte op stenen fundering. Kap bestaande uit zeven gebinten met telmerken. Pannen zadeldak vervangt het oorspronkelijk strodak (verdwenen circa 1938). Van het oorspronkelijke stak- en plakwerk van de schuurmuren vindt men sporen in de oostgevel en in enkele fragmenten van de binnenmuren in het wagenhuis. De rest, voornamelijk aan de westkant en de zuidkant, moet al vlug te lijden gehad hebben van de ongenadige weersomstandigheden en geleidelijk aan werden de vakwerkstijlen ontdaan van plak- en stakwerk en ingevuld met halfsteens baksteenmetselwerk. De verscheidenheid aan baksteenformaten waarmee dit gebeurde is, wijst op de vele bouwfasen van dit vervangingsproces. De oorspronkelijke indeling is heden volledig verdwenen.

Stalvleugel: volledig aangepaste langgestrekte stalvleugel met vier getoogde staldeuren. Erfgevel doorbroken door drie recent toegevoegde getoogde vensters. De oorspronkelijke asemgaten zijn verdwenen. Aangepaste poortopening. Drie dakvensters met sierlijk dakstoeltje. Het middelste werd recent toegevoegd. Linkerzijgevel (westen) met aandak en vlechtingen. Eveneens sterk aangepaste achtergevel (noorden).

  • Archief Heemkundige Kring De Gaverstreke: Foto’s, Herbergen-Hoeven.
  • Archief Ruimte en Erfgoed - Afdeling West-Vlaanderen, Archiefnummer W/02043.
  • Rijksarchief Kortrijk, Aanwinsten VI, nr. 1938: Eersten Canton Nieuwenhove, Begonst aen het goet Ter Geest, lancxt de beke tot aen de straete leedende naer d'herberge genaemt het Goed'leven, alsoo opkeerende van de bruggen ende houdende de straete tot het goet ter Sluysen, van daer naer den noorden tot den herrewegh, soo voorts tot d'oude smesse eyndende op d'hofstede ende lant van Christiaen Buysschaert, in Landboeck der prochie van Waereghem, Anthone Van Outrive, 1753.
  • Rijksarchief Kortrijk, Scabinale II, nr. 529/2: Renteboeck der heerlijckheden van Nieuwenhove ende Vroone vernieuwt ende caerten geometriques daer van gemaekt door Cornelis Steur gesworen landtsmeter der Casselrije van Cortrijck ten Jaere, 1761.
  • CORNILLY J., RYCKAERT M. (red.), De historische vakwerkbouw in West-Vlaanderen, 2005, p. 143.
  • DEBLANCQ S., Het goed te Nieuwenhove, in De Gavergids, jaargang 6, 1999, nummer 5, p. 13-19.
  • DEBLANCQ S., Hoeve Ameye: van Gallo-Romeinse nederzetting tot paardenmuseum, in De Gavergids, mei 1994, p. 4-6.
  • DEBLANCQ S., Hoeve Ameye of het Goed te Nieuwenhove, in De Gavergids, jaargang 2, 1995, nummer 2, p. 4-6.
  • DEBLANCQ S., Goed te Nieuwenhove: de site, in De Gavergids, jaargang 9, 2002, nummer 2, p. 3-14.
  • DESPRIET P., Het Goed te Nieuwenhove in Waregem, in Twintig Zuid-West-Vlaamse hoeven, deel 1, Kortrijk, 1976, p. 69-87.
  • DESPRIET P., Nieuwenhove in Waregem, in De Gaverstreke, 4, 1976, p. 69-90.
  • DUCATTEEUW E., Poortgebouw op het goed te Nieuwenhove gerestaureerd, in De Gaverstreke, jaargang 23, 1995, 23, p. 658.
  • DUCATTEEUW E., Het goed te Nieuwenhove in Waregem, in De Gaverstreke, jaargang 24, 1996, p. 9-28.
  • DUCATTEEUW E., Het goed te Nieuwenhove in Waregem (2), in De Gaverstreke, jaargang 25, 1997, p. 117-142.
  • DUCATTEEUW E., Het goed te Nieuwenhove in Waregem (3), in De Gaverstreke, jaargang 27, 1999, p. 83-102.

Bron: VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Waregem, Deel I: Stad Waregem, Deelgemeente Sint-Eloois-Vijve, Deel II: Deelgemeenten Desselgem en Beveren-Leie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL45, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Creyf, Silvie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Goed Te Nieuwenhove [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/207576 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.