erfgoedobject

Burgerhuis in art nouveau

bouwkundig element
ID
212777
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212777

Juridische gevolgen

Beschrijving

Burgerhuis in art-nouveaustijl gebouwd in opdracht van Arthur Delgoffe, naar een ontwerp van architect Flor Van Reeth uit 1911. Het gebouw behoort tot het vroege oeuvre van Van Reeth, die zich pas kort voordien als zelfstandig architect had gemanifesteerd met drie opmerkelijke art nouveau cottage-landhuizen in Mortsel, voor zichzelf, de beeldhouwer Floris De Cuyper en de kunstschilder Edward Daems. In deze periode was hij actief in de Kring voor Bouwkunde, en medeoprichter en redacteur van het tijdschrift De Bouwgids. De woning Delgoffe is één van de enige gekende realisaties van vóór de Eerste Wereldoorlog, waarin Van Reeth een sobere, ambachtelijke art nouveau van Weense of Schotse inspiratie toepast op de typologie van de stedelijke burgerwoning.

Een volgende eigenaar Eric Sasse liet de woning in 1927 door architect Walter Van Kuyck verbouwen. Zonder wezenlijke structurele ingrepen aan het bestaande volume, werd het pand daarbij aan de achterzijde met twee verdiepingen verhoogd voor bijkomende slaapkamers en wellicht meidenkamer(s), bereikbaar via een nieuwe diensttrap. De scheepsmakelaar en liberaal politicus Eric Sasse (Antwerpen, 1885-1943) was consul van Finland, voorzitter van de Handelsrechtbank, en vanaf 1938 Antwerps Schepen van Stadseigendommen en Plantsoenen. Hij werd in 1943 als vrijmetselaar door collaborateurs vermoord.

De rijwoning met een lijstgevel in natuursteen op een hardstenen plint, omvat een souterrain, drie bouwlagen en een plat dak. Het gevelfront met een verzorgd maar uitermate sober parement, is opgebouwd volgens een axiale compositie die volledig de klemtoon op de eerste verdieping. De grote driezijdige erker op consoles, die het privé-salon aangeeft, kreeg hier een opvallend vloeiende belijning, een verfijnde profilering, guirlandes met strik en discrete bladornamenten, als enige gevelornamentatie. De begane grond word geopend door een breed korfboogvenster en een deur met bovenlicht, de tweede verdieping door een tweelicht tussen zijvensters. In de bouwplannen is ook het hoofdgestel versierd en bekroond met een attiekbalustrade. Opmerkelijk fraai van patroon is het art-nouveausmeedijzer van de venstertralies in het souterrain; het gelijkaardige voortuinhek werd helaas verwijderd. Het houten schrijnwerk van de deur en vensters is vermoedelijk nog oorspronkelijk, zij het voorzien van voorzetramen in de erker.

De plattegrond wordt over de volledige breedte opgedeeld door de traphal met bovenlicht, maar volgt verder de typologie van de burgerwoning, met oorspronkelijk een spreekkamer en de keuken in het souterrain. Volgens de bouwplannen omvat de begane grond het ontvangstsalon aan de straatzijde en de eetkamer en de veranda aan de tuinzijde, die worden geflankeerd door de vestibule, de vestiaire en de office. De eerste verdieping biedt vooraan ruimte aan het privé-salon, en achteraan aan de slaapkamer met 'cabinet de toilette', linnen- en badkamer. Op de oorspronkelijk ondiepe tweede verdieping met een dakterras, bevonden zich een logeerkamer en drie mansardes. De bouwplannen tonen een verzorgd interieur met stucwerk, schrijnwerk en glas in lood, en een decor van medaillons en florale motieven in eenzelfde gestileerde art nouveau, eigen aan het werk van Van Reeth uit deze periode.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1911#969 en 1927#26415.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in art nouveau [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212777 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.