erfgoedobject

Central Park Residence

bouwkundig element
ID
215226
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215226

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Central Park Residence
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Historiek en context

Appartementsgebouw in art-decostijl, opgetrokken in opdracht van Israel Zucker, naar een ontwerp door de architecten Karel Van Riel en Maurice Janssens uit 1934. Het imposante complex neemt het hoekperceel in van de Maria-Theresialei en de Quellinstraat, met uitzicht op het Stadspark. Voor de bouw werd een monumentaal geheel van twee gekoppelde herenhuizen in eclectische stijl gesloopt, vermoedelijk daterend uit de jaren 1870-80. Israel Zucker (Podgorze, 1889-New York, 1945), een diamanthandelaar van Pools-Joodse herkomst, had zich in 1906 in Antwerpen gevestigd, en was er in 1920 gehuwd met Amalia Dresner (°Krakau, 1898). Na het verkrijgen van de bouwvergunning richtte hij een vastgoedmaatschappij op voor het beheer van het nieuwbouwcomplex, de naamloze maatschappij "Central Park Residence". Aannemer van de bouw was Gustaaf Moons uit Borgerhout, die de werken in 1935 voltooide. Oorspronkelijk omvatte het programma vijftien appartementen van twee verschillende types, een winkel met woonst en een conciërgewoning. Minstens sinds 1939 was "Central Park Residence" in het bezit van de van oorsprong Zwitserse verzekeringsmaatschappij "Vita", eveneens eigenaar van "La Résidence" op de hoek van de Van Schoonbekestraat en de Mechelsesteenweg. Een mogelijk latere benaming van het complex is "Résidence Quellin".

Vanaf het begin van hun loopbaan omstreeks 1930 legden Karel Van Riel en Maurice Janssens zich in het bijzonder toe op de eigentijdse woningtypologie van het flatgebouw. Tijdens de duur van hun associatie die stand hield tot in de oorlogsjaren, evolueerde hun architectuur daarbij van een zakelijke art-decostijl naar een meer gestroomlijnd modernisme, met als constante een bijzondere aandacht voor detaillering en materiaalexpressie. Bestemd voor de welstellende middenklasse of burgerij, kenmerkten hun flats zich door een compacte, praktische plattegrond van royale afmetingen, voorzien van eigentijds comfort en uitgerust voor inwonend personeel. "Central Park Residence" is het meest prestigieuze van de reeks appartementsgebouwen van hoge standing, waarmee Van Riel en Janssens zich tijdens de jaren 1930 in Antwerpen lieten opmerken. Het ontwerp bouwt verder op hun vroegst gekende realisatie op dat vlak, het appartementsgebouw Drezner uit 1931 in de Nerviërsstraat. Zijn dynamische vormgeving heeft het complex gemeen met het kleinere appartementsgebouw Demaerel op de hoek van de Korte Gasthuisstraat en de Groendalstraat, dat uit 1935 dateert. Vanaf de jaren 1950 maakte Van Riel vooral naam met grootschalige bouwprojecten in de ziekenhuis- en de bedrijfsarchitectuur.

"Central Park Residence" maakt deel uit van een groep van een vijftiental flatgebouwen, die nog tijdens de jaren 1930 rond het Stadspark of in zijn onmiddellijke omgeving werden opgetrokken. Zij vormden de voorbode van de totale transformatie die deze residentiële wijk in de loop van de jaren 1950-60 zou ondergaan, waarbij de ooit zo voorname heren- en burgerhuizen uit de jaren 1860-80 op een handvol na verdwenen. Door zijn hoekinplanting behoort het complex bovendien tot de meest opmerkelijke van deze groep, vergelijkbaar met het Helvetica-complex op de hoek van de Rubenslei en de Maria-Henriëttalei, dat in 1935-36 door de architect David Moëd werd ontworpen. Opmerkelijk is de destijds voor Antwerpen aanzienlijke bouwhoogte, een overschrijding van het geldende bouwreglement, die met verwijzing naar de verfraaiing van het stadsbeeld in beide gevallen uitzonderlijk werd toegestaan.

Architectuur

Het appartementsgebouw omvat een souterrain en acht bouwlagen onder een plat dat. Opgetrokken met een structuur uit gewapend beton, rust het gebouw op een pijlerfundering van "Pieux Franki"-heipalen. De dynamische volumewerking van deze architectuur, berust op de gestroomlijnde ronding van de hoekpartij, het zwevende effect van de overstekende bovenbouw en het levendig spel van in- en uitspringende vlakken. Tien traveeën breed onderscheidt het gevelfront zich door verzorgd parement, dat witte natuursteen combineert met rood baksteenmetselwerk, op een arduinen plint. Dit materiaalgebruik ondersteunt de symmetrie van de compositie, met een evenwichtige verhouding tussen het verticale ritme van de gevelvlakken, en de strakke horizontaliteit en regelmaat van de vensterregisters. De klemtoon ligt op de hoger opgetrokken hoektravee met drielichten, en op het middenrisaliet van het vroegere inkomportaal zijde Quellinstraat. Typisch voor de productie van Van Riel en Janssens is de discrete ornamentatie in art-decostijl, hier beperkt tot kepertjes in het lijstwerk, en het geribd patroon van de daklijst en de geblokte consoles die de bovenbouw ondersteunen. Het expressieve baksteenmetselwerk van de bekronende gevelfries, combineert een kettingverband en klamplagen in tegelverband. Oorspronkelijk uit staal, is het schrijnwerk van de brede, alternerend individueel of per twee omlijste vensters vernieuwd. De begane grond werd recent volledig opengebroken tot winkelpui, met behoud van de pilasterindeling. Verplaatst naar de Maria-Theresialei, verdween bij deze ingreep ook het oorspronkelijke inkomportaal in de Quellinstraat, dat werd gekenmerkt door een verdiepte omlijsting met getrapt profiel, en een smeedijzeren vleugeldeur.

De plattegrond van het gebouw groepeert twee L-vormige appartementen per verdieping, gescheiden door de centrale traphal met lift (oorspronkelijk van de firma Etablissements Daelemans). Volgens de bouwplannen werd op de vandaag volledig verbouwde begane grond, de ruimte van het rechter appartement ingenomen door de inkomhal en de winkel met woonst; de conciërgewoning was opgesplitst over gelijkvloers en souterrain, waar zich verder een stalling voor kinderwagens, de meidenbadkamer, privé-kelders en de verwarmingsinstallatie bevonden. Beide types appartementen zijn vergelijkbaar qua indeling, met een iets grotere oppervlakte voor het hoekappartement. Compact georganiseerd rond de inkom- en nachthal, omvatten zij een suite van salon en woonkamer - met een extra ontvangstkamer in het hoekappartement, drie slaapkamers en een badkamer. Het dienstcompartiment uitgerust met een terras, een goederenlift en een stortkoker voor huisvuil, bestaat uit de keuken, de office, en de meidenkamer.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 18#496; vreemdelingendossier 481#163492.
  • Architectuurarchief Vlaanderen, archief Karel van Riel, dossier Zucker.
  • DELETANG, M. 1936: Anvers et les immeubles d'appartements; Une bâtisse nouvelle des architectes Van Riel et Jansens, Bâtir 5.38, 518-519.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Central Park Residence [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215226 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.