erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Niklaas

bouwkundig element
ID
25149
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/25149

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek

Talrijke, doch weinig precieze overleveringen over de stichting, vermoedelijk tussen 1038 en 1140 (datum waarop Sint-Niklaas als onafhankelijke parochie bekend is) door de Sint-Pietersabdij. Uit archeologische studie van Prof. De Smidt blijkt dat een eerste stenen romaanse kerk met drie beuken zou opklimmen tot de 11de eeuw. Niets hiervan bleef echter boven de grond bewaard.

Begin 13de eeuw, aanvang van volledig nieuwe groots opgevatte kerk, aangepast aan eigentijdse kunststroming, in waardige Scheldegotiek. Gelegen in het handelscentrum genoot de kerk immers belangrijke geldelijke steun van patriciërs en werd ze de parochie van handelaars, ambachtslui, gilden en neringen. Twee bouwcampagnes zijn te onderscheiden: eerste kwart van de 13de eeuw - eerste vier traveeën van het driebeukig schip met vierledige opstand. Tweede tot derde kwart van de 13de eeuw, aansluitende travee, transept, kruisingstoren en koor van drie traveeën. Begin 14de eeuw was de kerk voltooid, doch intussen werden reeds veranderingen doorgevoerd in het schip: tribunes verdwenen en zijbeuken kregen kapellen, ten behoeve van de verschillende gilden en neringen. Vanaf de 14de eeuw tot begin 15de eeuw: wijzigingen aan koor met toevoeging van kapellen, twee traveeën en kooromgang met kranskapellen. Omstreeks die tijd zijn bijkomende funderingswerken noodzakelijk om verzakking van toren tegen te gaan. Aanzienlijke schade in de 16de eeuw onder beeldenstorm en Calvinistisch bewind. Belangrijke herstellingen aan toren in 1658 met overwelving.

Aanpassing en bepleistering van het interieur in het derde kwart van de 18de eeuw. Sinds einde 17de eeuw langs buitenzijde ingesloten door kleine huisjes die grotendeels verdwenen in begin 20ste eeuw met urbanisatiewerken in de Kuip, tot op heden bewaard langs noordzijde waardoor de schaal van het gebouw nog duidelijk weergegeven wordt. Midden 19de eeuw reeds vatte men de pogingen aan voor restauratie: eerst in 1912-13 werd het westportaal gerestaureerd; in 1939-43 de westgevel; tussen 1960 en 1972 de toren en transepten - ten slotte in 1975 werden subsidies toegekend om het koor aan te vatten. Merkwaardige restauratie van toren door aanwenden van uitzonderlijke verstevigingstechnieken: drie ringbanden van spanbeton werden op verschillende hoogten volledig ingewerkt in toren en onderling verbonden - afdekking en spits zijn eveneens in gewapend beton. Na grondige archeologische studie werd de toren volledig gerestaureerd en, gezien de zeer slechte staat, langs de buitenzijde praktisch volledig herbouwd. Voornamelijk opgetrokken uit Doornikse kalksteen met gebruik van tufsteen en Avesnessteen voor gewelfvlakken, en Lediaanse steen voor afwerking van het koor.

Beschrijving

Plattegrond: basilicale kerk met kruisingstoren, driebeukig schip van vijf traveeën met zijkapellen, transeptarmen en driebeukig koor van vijf traveeën met zijkapellen, kooromgang en vijf transkapellen. Neogotische sacristie uit begin 20ste eeuw in het noordoosten. Westgevel van drie traveeën, gescheiden door twee traptorens die horizontaal geleed zijn door waterlijsten, met cilindrische en achthoekige registers, versierd met blindnissen en bekronend kegeldakje. Tussen traptorentjes rondboogvormig portaal met booglijst op consoles. Twee gekoppelde barokke spiegelboogdeuren in geprofileerde geblokte omlijsting met bekronende gestrekte druiplijst met centrale barokke nis, heden met Sint-Niklaasbeeld, geflankeerd door voluten met dekplaat (oorspronkelijk met beelden van Sint-Veerle en Sint-Niklaas) en twee geprofileerde voluten met siervazen op hoeken, boven nis medaillon met Maagd van Gent, in 1681-84 voor het oorspronkelijk gotisch portaal geplaatst. Groot spitsboogvormig bovenvenster met vernieuwde gotische tracering en borstwering met balusters, bekronende puntgevel met spitsboognis. Twee kleinere gelijkaardige spitsboogvensters met bekronende wimberg in de zijtraveeën afgelijnd door zware steunberen. Driebeukig schip, aanvankelijk door steunberen in vijf traveeën verdeeld, met spitsboogvensters en afzonderlijke spitse puntgevels; drielichten in bovenmuren. Slechts eerste zuidelijke travee thans in oorspronkelijke staat, gerestaureerd in 1939-43. Overige traveeën vertonen nog 18de-eeuwse (?) verbouwingen waarbij bovenlichten gedicht werden en zijbeuk en -kapellen afgedekt werden onder een lessenaarsdak, verbouwde zijpuntgevels.

Uitgebouwde tweede zuidkapel, in vorm van portaal volgens recente studie van Prof. De Smidt uit de tweede helft van de 14de eeuw. Met opgevulde spitsboog en vooruitspringende zijpartijen, versierd met spitsboogvormige nissen, onder een grote wimberg. Recent gerestaureerde transepten met oorspronkelijke opstand: drie geledingen, afgelijnd met ronde, horizontaal gelede traptorens, versierd met halfzuiltjes bovenaan eindigend op spitsbogen onder het kegeldak. Oorspronkelijke begane grond met spitsboogvormig portaal met archivolten en ingeschreven drielob, geflankeerd door spitsboognissen en rondboogvenster; hoge spitsboogvensters, drielicht met doorgang op gelijkaardige galerij in de bekronende puntgevel. Gerestaureerde vierkante kruisingstoren (tot bouw van Belfort ook stadswachttoren) gecantonneerd door gelijkaardige hoektorentjes met piramidale bedaking, en niet oorspronkelijk laag centraal tentdak. Horizontale geleding dit wil zeggen omlopende waterlijsten; blinde geleding waarbij de zadeldaken (leien) aansluiten en twee opengewerkte registers met gekoppelde spitsbogen, gevat in lancetvormige nis met geribde waterlijst en oculus in boogveld; klokkenkamer met gelijkaardige galmgaten en niet oorspronkelijke zware borstbeelden onder geprofileerde kroonlijst. Basilicaal koor van vijf traveeën gescheiden door steunberen, voorzien van luchtbogen om overwelving van hoogkoor te stutten. Zijbeuken met kapellen verlicht door hoge vensters oorspronkelijk afgewerkt met kapelgevels en haakse zadeldaken. Koorsluiting met omgang en vijf gelijkaardig afgewerkte transkapellen met driezijdige sluiting en diepere askapel. Heden in zeer vervallen staat met dichtgemetselde vensters, opgevulde puntgevels en luchtbogen, doch geplande restauratie in oorspronkelijke toestand.

Interieur

Interieur omgebouwd tot bouwwerf en ontoegankelijk door de hervatte restauratiewerken. Herhaaldelijk aangepast en bepleisterd in het derde kwart van de 18de eeuw, doch oorspronkelijke opstand bij archeologisch onderzoek teruggevonden: basilicaal schip met bundelpijlers en vierledige opstand: scheibogen, beukgalerij of tribune met twee spitsbogen per travee triforium met afwisselend zuiltjes en pijlers afgelijnd door horizontale lijsten en drieledige bovenlichten, kruisribgewelf met ribben van Doornikse steen en onversierde ronde sluitstenen, dwarse spitstongewelven over zijkapellen. Vier zware ruitvormige pijlers met afgeschuinde hoeken schragen de kruisingstoren. Voorheen (sinds 1658) met kruisribgewelf met mangat overkluisd, doch bij restauratie weggelaten om functie van lantaarntoren te valoriseren. Blinde verdieping met rondbooggalerij op gekoppelde zuilen; lantaarn met zestien lancetvensters, overwelfd met achtdelig gewelf met mangat en klokkenkamer met gelijkaardige galmgaten in de bovenste geleding. Basilicaal koor, met verschillende en onregelmatige zuilen die bouwgeschiedenis weerspiegelen: oorspronkelijk koor van drie traveeën, met vier traveeën in middenbeuk; toegevoegde zware pijler op de zuidoostelijke hoek, aangepaste pijlers bij vergroting van koor. Sporen van triforium in noordelijke eerste drie traveeën, in zuidelijke in eerste vier traveeën. Later toegevoegde kooromgang gecombineerd met vijf straalkapellen met ronde zuilen met drie diensten en overwelving door middel van sterk geprofileerde ribben en gordelbogen van zandsteen. Vijfzijdige askapel van nering van metselaars met, in 1970-71 ontdekte gewelfschilderingen uit de tweede helft van de 15de eeuw tot de tweede helft van de 16de eeuw.

Mobilair: Daar dit tijdens de gehele restauratiecampagne veilig opgeborgen is in het Bisschoppelijk Seminarie en vermoedelijk nog lang voor het publiek ontoegankelijk, verwijzen we hier enkel naar de hieronder vermelde uitvoerige inventaris van de Sint-Niklaaskerk door E. Dhanens.

  • DHANENS E., Inventaris van het Kunstpatrimonium van O. Vl. III, Gent, 1960.
  • DE SMIDT F., De St.-Niklaaskerk te Gent, Archeologische Studie. Brussel, 1969.
  • DE SMIDT F., De restauratie van de St.-Niklaastoren te Gent, Archeologische Studie. Brussel, 1967.
  • DE SMIDT F., Kapel van de Metselaarsnering in St.-Niklaaskerk te Gent (gewelfschildering), Brussel, 1973.
  • DE SMIDT F., Het westportaal van de St.-Niklaaskerk te Gent, Brussel, 1970.
  • DE SMIDT F., Het verworden van een portaal. St.-Niklaaskerk te Gent, Brussel 1975.

Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4na, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Inmiddels zijn ook de laatste huisjes aan de noordzijde gesloopt.

Auteurs: Jacobs, Els
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties

  • Omvat
    Muurschilderingen Sint-Niklaaskerk

  • Is deel van
    Korenmarkt


Waarnemingen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Niklaas [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/25149 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.