Net als het gerechtshof gebouwd op gronden van het na de Franse Revolutie afgeschafte klooster van Sion. Op de plaats van de huidige oprit naar de gevangenis, rechts van het gerechtshof, werd in de 19de eeuw na de afschaffing van het klooster van Sion een protestantse tempel gebouwd die bleef bestaan tot 1918. Eerste gevangenis gebouwd in de eerste helft van de 19de eeuw. De voormalige kapel van Sion werd geïntegreerd in het 19de-eeuwse gevangeniscomplex en in 1918 vernietigd.
Typerend Y-vormig complex binnen een rechthoekige dubbele ommuring met rondgang, nieuw gebouwd ten oosten van bestaande gevangenis naar ontwerp van L. Bouckaert in eclectische stijl van 1904-1908. Inwendig grotendeels aangepast. Na de Eerste Wereldoorlog wederopbouw van inkomgebouw, portiersloge, beheersgang en dienstgebouwen in dezelfde stijl.
Huidig toegangsgebouw met drie ambtswoningen in neogotische stijl gedateerd Anno 1922. Bakstenen gebouw van één bouwlaag onder zadeldak (leien) met twee getrapte dakkapellen. Lijstgevel met centrale licht uitspringende porttravee met trapgevel. Getoogde deur met in boogveld cartouche met wapenschild en bouwjaar, gevat in geprofileerde spitsboogomlijsting. Aan weerszij van poort spitsboogarcade van drie traveeën met getraliede kruiskozijnen. Aansluitende haakse vleugels van twee bouwlagen met ambtswoningen.
Tussen toegangsgebouw en de celgevangenis, portiersloge en beheersgang met kantoren in dezelfde eclectische stijl als hoofdgebouw, gebouwd na de Eerste Wereldoorlog. Aan weerszij aanbouwsels, onder meer "werkhuis", bezoekzalen en -cellen, refter, advocatenzaal en "sectie halve vrijheid".
Cellulaire gevangenis met twee vleugels van drie bouwlagen en een kelderverdieping vertrekkend vanuit het zogenaamde "centrum" en aan uiteinden voorzien van twee "naakte cellen". Rode baksteenbouw met verwerking van arduin voor plint en lateien en voorzien van zinken bedakingen. Elke vleugel bevat over drie verdiepingen telkens twintig cellen aan weerszij van een middengang; arduinen deuromlijstingen en rechthoekige vensters. De gangen, oorspronkelijk open over de verschillende bouwlagen, zijn in 1985 gedicht met plafonds. De neogotische achterpuntgevels worden gekenmerkt door een hoog vierlicht met gedrukte spitsboogvorm en pinakels. Tussen de twee vleugels centrale gang uitmondend in rechthoekig blokje met "naakte cellen" en dienstruimten. Aan weerszij van centrale gang twee individuele "wandelkooien". Volgens het bouwplan waren aan de buitenzijde van de vleugels zestien muren gebouwd in waaiervormige opstelling, de zogenaamde wandelkooien, inmiddels gesloopt. Nieuwe ontspanningszalen.
Rijksarchief Gent, Kaarten en plans, nrummer 2228.