erfgoedobject

Woning Decrop

bouwkundig element
ID
301967
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301967

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Woning Decrop
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Meergezinswoning uit 1936 in opdracht van Fr. Decrop, naar ontwerp van Antoine George en Harry van de Veerdonk. Antoine George is van Franse afkomst maar wordt in Nederland geboren. Kort na de Eerste Wereldoorlog is hij aan de Antwerpse Academie een medestudent van Léon Stynen. Na zijn studies loopt George drie jaar stage in Duitsland. Naast architect is hij ook pianist, tekenaar, schilder en beeldhouwer. Terug in België behaalt George de derde prijs in de architectuurwedstrijd voor de bouw van het sportpaleis in Deurne. Deze vermelding heeft als gevolg dat hij veel opdrachten krijgt. Om die reden gaat hij zich in 1935 associëren met zijn schoonbroer, Harry van de Veerdonk. Deze tekenaar-standenbouwer van Nederlandse afkomst heeft een bureau in Berchem. Samen realiseren ze in 1940 een modernistische villa aan de De Beukelaerlaan te Ekeren. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vlucht de familie George naar Normandië. Daar krijgt de architect verschillende openbare opdrachten, waaronder het gemeentehuis van Fécamp. Het modernisme van Antoine George en Harry van de Veerdonk is net als dat van Eduard Van Steenbergen rustig en gematigd. Voelbaar aanwezig is de invloed van de Hollandse architectuur, meer bepaald van Dudok en het romantisch kubisme waarvoor de afgeronde hoekoplossing, een afgewogen asymmetrische compositie en de hoog oplopende rechthoekige traptoren kenmerkend zijn. De woning sluit aan bij de aanpalende woning Panzer door Huib Hoste, in die zin dat het daar aangezette volumespel wordt verder gezet.

Deze half vrijstaande woning is het enige gekende project van het duo George - van de Veerdonk in de Tentoonstellingswijk. Het pand is wellicht geconstrueerd met een skelet in gewapend beton en uitgewerkt als een drie bouwlagen hoog conglomeraat van onderscheiden baksteenvolumes, waarvan de plaatsing en vorm beantwoordt aan de functionele indeling van het interieur. Vanaf de straatzijde zijn drie volumes leesbaar: vooraan een rechthoekige vleugel met als bandraam uitgewerkte vensterregisters en opvallende zijdelings uitkragende balkons, ter markering van de woon- en rookkamer. Een tegengewicht voor deze horizontaliserende werking biedt de verhoogd uitgewerkte traptoren met expressieve verticale beglazing. Schuin hiertegen aangebouwd, situeert zich een sanitaire cel. Diens afwijkende oriëntatie, afgeronde hoeken en gesloten gevelwand, enkel voorzien van kleine hoekramen en patrijspoorten, vertonen gelijkenissen met de scheepsbouw en vormen een treffend contrast met de transparante voorbouw en traptoren. Zich uitstrekkend over drie bouwlagen, wijkt deze sanitaire zone af van het oorspronkelijk ontwerp, waarbij slechts één bouwlaag voorzien was. De achtergelegen garage heeft dezelfde schuine oriëntatie. De volumes zijn bekleed met een parement van gele baksteen op een sokkel van roodbruine baksteen, beiden in halfsteensverband en met Dudokvoeg – dieperliggende lintvoegen in combinatie met platvolle, geel gekleurde stootvoegen. De voorbouw is verlevendigd door elementen in blauwe hardsteen, als omlijsting van de vensterregisters doorlopend in de bekleding van de balkons. De met zwarte keramiektegels beklede muurdammen vormen hiermee een treffend contrast. De bekronende vlaggenmast uit het ontwerp ontbreekt, net zoals de oorspronkelijk voorziene toegangspoort met accolademotief. Deze verwijzing naar de art-decostijl is wel nog aanwezig ter hoogte van de witstenen bekroning die de vestiaire naast het inkomportaal flankeert en het balkon erboven een zwevend karakter verleent. Het vensterschrijnwerk is vervangen met behoud van de roedeverdeling, uitgenomen de overluifelde, betraliede toegangsdeur en aanpalend hoog venster. Ook de vierdelige garagepoort is verdwenen.

Volgens de bouwplannen is de woning volledig onderkelderd met onder meer een wasruimte en een ruimte voor centrale verwarming. De ruimte-indeling is georganiseerd rondom een zijdelingse traphal. Verder biedt de voorbouw ruimte aan een woonkamer en rookkamer. Achteraan zijn naast de keuken een atelier/naaikamer en een pas-kamer gesitueerd, allen uitgevend op een kleine stadstuin. Een doorgang biedt hier toegang tot de schuin georiënteerde badkamer met wc. De bedoeling was wellicht om gelijkvoers en eerste verdieping samen te voegen tot één woning met praktijkruimte, en de tweede verdieping als huurappartement te gebruiken. Aangezien de indeling hetzelfde is, geven de bouwplannen slechts één plattegrond voor de verdiepingen, met beide varianten qua functionele indeling. Zo omvat de eerste verdieping vier slaapkamers en een badkamer. Het appartement op de tweede verdieping bestaat uit een woon- en rookkamer, een keuken, één slaapkamer en een badkamer.

George en van de Veerdonk voorzien een korte oprijlaan en garage naast de woning.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 18#6048.
  • VANDEKERCKHOVE, F. 2002: De tentoonstellingswijk te Antwerpen, onuitgegeven verhandeling, Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen, Rijksuniversiteit Gent, 198-200.

Auteurs: Van den Borne, Steven
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning Decrop [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301967 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.