erfgoedobject

Tolhuis

bouwkundig element
ID
36946
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/36946

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Tolhuis
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Tolhuis
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Tolhuis
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Het voormalige tolhuis met aanpalende boomgaard ten westen, bevindt zich in het noorden van deelgemeente Millen op de hoek van de Oude Steenstraat, een restant van de Romeinse heirbaan tussen Tongeren en Maastricht die tussen de Elderenweg en de Billerweg/Peperstraat nog grotendeel bestaat uit een holle weg.

Vanuit het dorpscentrum aansluitende residentiële bebouwing uit de 20ste en de 21ste eeuw, ten noorden is het tolhuis omgeven door het typische open landschap van Droog-Haspengouw.

Historiek

Het 18de-eeuwse tolhuis is gelegen aan de voormalige Romeinse steenweg tussen Bonen (Boulonge-sur-Mer), Tongeren en Keulen, een belangrijke handelsweg waar de prins-bisschop van Luik het recht had tot het innen van tol. Na ingebruikname van de meer noordelijk gesitueerde nieuwe steenweg van Tongeren naar Maastricht in 1804-1806 verloren de oude heirbaan, momenteel gekend als Oude Steenstraat, en het tolhuis hun functie.

Er werd reeds vóór 1696 tol geheven in Millen in de ‘Cruijsstraet aan’t eyxken’, gesitueerd aan het huidige kruispunt Oude Steenstraat – Elderenweg. De Ferrariskaart van 1771-1778 die het gebouw ook als ‘Tol huys’ benoemt, toont een bescheiden rechthoekig volume met omhaagde moestuin.

In 1780 pacht Eustachius Stassen de tol voor een termijn van drie jaar van Louis Braive. Hij stelt Jan Picken aan als ontvanger die echter na drie dagen wordt vermoord. De moord schrikt nieuwe kandidaten af en het ambt blijft enkele maanden open staan. Om de functie opnieuw aantrekkelijk te maken koopt Braive voor de bisschoppelijke tafel van Luik iets verderop een stuk grond aan de huidige kruising Oude Steenstraat – Billerweg/Peperstraat. Hierop bouwt Stassen in 1781 een nieuw tolhuis voor 350 gulden, bestaande uit een éénlaags volume met een poorttravee en twee venstertraveeën. De toegang tot het tolhuis bevond zich vermoedelijk in de poortdoorgang. Naar verluidt was er ook een paardenstal annex opslagschuur. In 1782 wordt Antoine Contant de nieuwe ontvanger die tevens ook het aanpalende, eveneens éénlaagse woonhuis zal bouwen zoals aangegeven op de gevelsteen boven de deur: ‘A:C / 1783’.

Bij het verdwijnen van de tolfunctie rond 1804 werd de site als hoeve uitgebouwd met onder meer een nieuwe schuur, confer het voormalige opschrift “AN IAN X CONTAN X NO 1805” op een ankerdekbalk, om circa 1830 te zijn uitgegroeid tot een gesloten vierkantshoeve omgeven door (moes)tuinen (primitief kadasterplan en legger 208). Het tolhuis en de woning werden met een bijkomende bouwlaag verhoogd, mogelijk ten gevolge van een erfenisverdeling waarbij de site in twaalf loten onder drie eigenaars wordt verdeeld, met name Willem en Michael Contant en Henricus Demollin gehuwd met Marie-Anne Contant (confer primitief kadasterplan en legger 208). Naar verluidt wordt de site in 1877 opnieuw verenigd door landbouwer Willem Froidmont-Contant, doch pas het kadaster geregistreerd in 1885 (mutatieschets 1885/4 en legger 209). Het volledige perceel ten westen van de hoeve wordt aangeduid als boomgaard en het perceel ten noorden als nutstuin, beide kavels zijn omhaagd. Zijn zoon, Johannes Petrus Froidmont bouwde op het einde van de 19de eeuw een nieuwe vakwerkschuur zoals het opschrift “JEAN FROIDMONT 1893 HELENE STASSEN” op de poortlatei aangeeft. Bij de bouw werd materiaal van de vorige schuur hergebruikt; hierop wijzen het naast elkaar voorkomen van ankerbalk- en dekbalkgebinten alsook de vermelde inscriptie van 1805 en pengaten op het meest oostelijke dekbalkgebinte die beide verwijzen naar de vroegere functie van poortlatei. (De balk met inscriptie werd zonder toestemming ontvreemd door een bewoner van Millen en verwerkt als haardbalk in zijn woning).

De overige dienstgebouwen en het poortgebouw dateren uit de 19de en de 20ste eeuw, de straatgevels met speklagen van Maastrichtersteen zijn mogelijks met recuperatiemateriaal opgetrokken.

In 1958 wordt de hoeve gesplitst in twee eigendommen (mutatieschets 1958/6) en de schuur kort daarna aan de westzijde met één travee uitgebreid. De scheidingsmuur op het erf die doorloopt in de schuur dateert van 1962.

Rond 1984 werden de oostelijke gebouwen gerenoveerd en aangepast. Een foto van 1982 toont dat de zijgevel van een klein dienstgebouwtje naast het oostelijke stalvolume werd hergebruikt (zie inscripties in de speklagen uit de Tweede Wereldoorlog) en hoger opgetrokken om als zijgevel te fungeren voor de schuur die op haar beurt met één travee verlengd werd. Zoals de foto en sporen op de zijgevel van het woonhuis en de stal aantonen, werd het poortgebouw verlaagd heropgebouwd met recuperatie van de oorspronkelijke bak- en Maastrichtersteen alsook de houten vleugelpoort vervangen.

Beschrijving

De gesloten hoeve bestaat uit een vierkant erf, begrensd door het tol- en woonhuis ten zuiden, het wagenhuis en een stal ten westen, een vakwerkschuur ten noorden en de inrijpoort met aanpalende stal ten oosten. De hoeve is momenteel opgesplitst in twee wooneenheden die van elkaar gescheiden zijn door een muur in snelbouwsteen.

Het erf is te bereiken via de 19de-eeuwse inrijpoort ten oosten, grotendeels heropgebouwd rond 1984 met hergebruik van de bak- en Maastrichtersteen. Bakstenen poortgebouw met banden van Maastrichtersteen onder een pannen zadeldakje en een gedrukte bakstenen rondboogpoort met een van elders gerecupereerde houten poort.

Het tolhuis van twee bouwlagen en drie traveeën onder vernieuwd pannen zadeldak werd opgetrokken in 1781 en met één bouwlaag verhoogd in de 19de eeuw. Baksteenbouw verlevendigd met Maaskalksteen voor de dorpels, venster- en deuromlijsting en met Maastrichtersteen voor een speklaag ter hoogte van de onderdorpels op het gelijkvloers. Op het gelijkvloers originele getoogde en beluikte vensters in een rechthoekige van een sluitsteen voorziene omlijsting in Maaskalksteen en op de verdieping 19de-eeuwse getoogde vensters met bakstenen rollaag en hardstenen dorpel. Houten schrijnwerk met kleinhoutverdeling. In de linkertravee sporen van een gedichte poortdoorgang met een gerecupereerde getoogde deuromlijsting met sluitsteen in Maaskalksteen (mondelinge info van de eigenaar) en een getoogd venstertje. Achtergevel met eveneens sporen van de poortdoorgang, aangepaste getoogde vensteropeningen en een rechthoekige deur onder hardstenen latei waartegen een rechthoekige veranda. Aangepast grondplan en interieur.

Aanpalend bevindt zich het woonhuis in Maasstijl gebouwd in 1783 als een éénlaags gebouw van vier traveeën, geopend in vijf muuropeningen en verhoogd in de 19de eeuw. Baksteenbouw onder vernieuwd pannen zadeldak, ter hoogte van de benedenverdieping verlevendigd met Maastrichtersteen voor de speklagen, hoekkettingen, gevelnis en gevelsteen en Maaskalksteen voor de getoogde deur- en vensteromlijstingen met sluitsteen. Enkelhuis met beluikte vensters op het gelijkvloers, getoogde vensters met bakstenen rollaag en hardstenen dorpel op de bovenverdieping en boven de deur een getoogd venster in een rechthoekige omlijsting in Maaskalksteen, vermoedelijk gerecupereerd uit het tolhuis. De (geschilderde?) gevelsteen boven de deur bevat de inscriptie ‘A:C / 1783’ die verwijst naar bouwheer Antoine Contant en het bouwjaar. In de schelpvormige gevelnis staat een Sint-Rochusbeeldje ter vervanging van het oorspronkelijke Sint-Jacobsbeeldje. De zijgevel heeft gelijkaardige vensteropeningen als de voorzijde. De vrij gesloten achtergevel heeft gewijzigde openingen op het gelijkvloers, getuige de achterdeur die zich oorspronkelijk in het verlengde van de voordeur bevond. Het houten schrijnwerk met kleinhoutverdeling is deels vernieuwd.

Het grondplan bestond oorspronkelijk uit een brede dwarsgang met trap in de westelijke travee waarop de kamers aan de rechterzijde aansloten. De indeling is deels gewijzigd doch met behoud van de oorspronkelijke dragende constructie, enkele vloeren in Maaskalksteen, een prachtige keramische of cementtegelvloer in een geometrisch patroon en twee kelders met tongewelf volledig in Maastrichtersteen.

Oostelijke bakstenen stal onder Vlaams pannen zadeldak opgetrokken in de 19de, mogelijks met recuperatiemateriaal, aan de straatzijde voorzien van hoekkettingen en veelvuldige speklagen in Maastrichtersteen met opschriften uit onder meer de Tweede Wereldoorlog en twee getoogde bakstenen vensters. Aan de erfzijde een typische afgeronde hoek voor het draaien van de karren, getoogde vensters en een rechthoekige deur onder houten latei. De moerbalken en een gebint bleven behouden.

Ten westen bevindt zich het wagenhuis met straatgevel in recuperatiemateriaal van 1962 (gevelsteen ‘ A(rnold D(arcis) H(elena) D(arcis) / 1962’) en een hoger opgetrokken stalvolume uit de tweede helft van de 19de eeuw. De bakstenen stal onder Vlaams pannen zadeldak wordt geopend door getoogde en rondboogvormige muuropeningen onder een dubbele bakstenen rollaag. De vloer van kasseien en baksteen, de bakstenen troggewelfjes tussen I-liggers en het dakgebint bleven bewaard.

Dwarsschuur in vakwerk van zes traveeën op een bakstenen voet gevat onder een westelijk afgeschuind zadeldak (Vlaamse pannen). In 1893 opgetrokken als een dwarsschuur van vier traveeën deels met recuperatiemateriaal van de voorgaande vakwerkschuur van 1805 en circa 1958 aan de westzijde uitgebreid met een bakstenen travee en na 1982 aan de oostzijde met een vakwerktravee beëindigd door een bakstenen zijgevel met speklagen in Maastrichtersteen (gerecupereerd, confer de opschriften uit de Tweede Wereldoorlog). In 1962 werd de schuur in twee verdeeld door een muur in snelbouwsteen. De oorspronkelijke ankerbalkgebinten met verticaal spijkerloos vlechtwerk en zichtbare regels zijn momenteel grotendeels versteend. Opschrift op de poortlatei aan de erfzijde: “JEAN FROIDMONT 1893 HELENE STASSEN”. Het telmerkensysteem is per wand en per gebintreeks doorlopend, wat resulteert in lange telmerkcijfers zoals ‘XXXXVII’.

Het interieur bestaat uit een dwarse dorsvloer met links en rechts tasruimten, ieder voorzien van een ankerbalkgebint met dekbalkstandjuk en een hergebruikt dekbalkgebint. Het oostelijke dekbalkgebinte is momenteel instabiel door de verwijdering van de ankerbalk waarvan de pengaten en het opschrift “AN IAN X CONTAN X NO 1805” verwezen naar de vroegere functie van poortlatei.

  • Kadaster Limburg, primitief kadasterplan circa 1830 met legger 208, mutatieschets 1849/2, 1848/8, 1885/4, 1958/6, 1969/2/2, 1979/8 met bijhorende leggers 209.
  • Mondelinge informatie verkregen van eigenaar Mr. R. Vissers en huurder E. Vossen tijdens het plaatsbezoek van 30 juni 2014.
  • Foto’s voor en tijdens de verbouwingen van 1984 van E. Vossen
  • DIRIKEN P. 2003: Geogids Riemst, Toeristisch – recreatieve atlas van Limburg. Haspengouw, Riemst, 38.
  • DRIESEN W. 1986: Het hoevewoonhuis in Millen (16de eeuw – 1940), Volkskunde, jrg. LXXXVII, nr.4, Antwerpen, 352.
  • JACKERS J. 2002: Heilige huisjes in Riemst, 3, Riemster monumenten en landschappen, Riemst.
  • SCHLUSMANS F. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Riemst - Tongeren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14N1, Brussel – Turnhout.
  • VAN HERCK A. 1998: Inventaris van het agrarisch bouwkundig patrimonium te Riemst, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Katholieke universiteit Leuven.
  • VOSSEN E. s.d.: Het tolhuis van Millen.

Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/73066/103.1, Het tolhuis van Millen.
Auteurs: Van Damme, Marjolijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tolhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/36946 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.