erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Martinus met kerkhof

bouwkundig element
ID
37840
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/37840

Juridische gevolgen

Beschrijving

Classicistische kerk met romaanse toren, gelegen op een met een boomgaard beplante heuvel even ten noorden van het dorpscentrum, en omringd door het ommuurde kerkhof; langsheen de kerkhofmuur stroomt de Voer. De heuvel, waarop de toren zich bevindt, is kunstmatig: bij boringen ter plaatse kwam een circa 1 meter dikke puinlaag bovenop een brandlaag aan het licht; een ouder gebouw ging dus de romaanse toren vooraf.

Vroegromaanse toren uit de 12de eeuw, gerestaureerd in 1650 (gevelsteen op de zuidzijde). Schip en koor werden gebouwd in opdracht van deken Dael in 1728 (sluitsteen portaal)-1730.

De plattegrond beschrijft een driebeukig schip van vier traveeën met voorstaande, vierkante westtoren, zuidportaal tussen schip en toren, en een koor van één rechte travee met driezijdige sluiting en zuidelijk de sacristie.

Vierkante, gesloten westtoren; breuksteen (kwartsiet) in onregelmatig verband, verankerd door middel van gesmeed ijzeren muurankers; aan de zuid- en noordzijde kleine getoogde galmgaten; het oorspronkelijke, vroeg-romaanse oostelijk galmgat gaat thans schuil achter het dak van het schip. Ingesnoerde naaldspits (leien).

Pseudo-basilicaal, bakstenen schip op een hoge, breukstenen plint, reikend tot de onderdorpels der vensters, en van het bakstenen gedeelte gescheiden door een kalkstenen band; dito band onder de dakrand. Rondboogvensters met op regelmatige afstanden geplaatste kalkstenen negblokken. Fragmenten van grafkruisen ingemetseld in de zuidwand. Zadeldak (leien) boven de middenbeuk en lessenaarsdaken boven de zijbeuken.

Bakstenen koor met in de rechte traveeën twee hoge, getoogde vensters, afgewerkt zoals die der zijbeuken. Bakstenen sacristie met rechthoekige kalkstenen venstertjes met diefijzers. Bakstenen zuidportaal in de hoek tussen toren en schip; korfboogpoort in een kalkstenen omlijsting met uitspringende imposten en dito sluitsteen met datering ANNO/ 1728; de poort is geflankeerd door twee baksteenpilasters, elk bovenaan voorzien van een korfboognis met neuten, imposten en sluitsteen; in de nissen bevinden zich reliëfs, links Onze-Lieve-Vrouw Kroning, rechts Sint-Michaël, beide van gepolychromeerde zandsteen; in de zuidgevel een reliëf van hardsteen met voorstelling van Sint-Martinus; al deze reliëfs zijn mogelijk afkomstig van zuilen van een ouder gebouw.

Bepleisterd interieur; de beuken zijn van elkaar gescheiden door middel van een rondboogarcade op kalkstenen zuilen met rechthoekige sokkel en lijstkapiteel. Rondboogvormige doorgang tussen toren en schip. Boven de middenbeuk, kruisribgewelven tussen rondbooggordelbogen, geschraagd door gesculpteerde consoles; kruisgewelven tussen gelijkaardige gordelbogen boven de zijbeuken. Kruisribgewelf boven de rechte koortravee en straalgewelf met brede ribben boven de koorsluiting.

Mobilair: beelden van Sint-Petrus en Paulus, aan weerszijde van het hoofdaltaar, gepolychromeerde eik (eerste helft 18de eeuw); beeld van Sint-Martinus te paard, gepolychromeerd hout (18de eeuw); beeld van Sint-Blasius, gepolychromeerd hout (eind 17de eeuw); processiemadonna (19de eeuw); aan de westelijke buitengevel, Calvarie, gepolychromeerd hout (18de eeuw).

Barok hoofdaltaar met geschilderde voorstelling van Onze-Lieve-Heer Hemelvaart (1665); gelijkaardige zijaltaren, ten noorden met Onze-Lieve-Vrouwebeeld, ten zuiden met Sint-Jozef met Kind (eerste helft 18de eeuw). Koorgestoelte, eik, renaissance (16de eeuw); preekstoel met voorstelling van de Evangelisten, eik (gedateerd 1630); drie biechtstoelen, eik, rococo (gedateerd 1750, 1750, 1777). Orgel van Kaesmaker, Henri-Chapelle (gedateerd 1853). Hardstenen gesculpteerde doopvont, romaans (13de eeuw). Eiken kast, régence (eerste helft 18de eeuw). Kerkbanken (eerste helft 18de eeuw). 19de-eeuwse glasramen.

Enkele grafstenen in de kerk (midden 18de eeuw) en een groot aantal grafkruisen op het kerkhof, daterend van de eerste helft van de 17de eeuw tot begin 20ste eeuw; één van deze kruisen is het "Teunissenkruis", daterend uit de Oostenrijkse Successieoorlog, met opschrift: HIER OVER IS DEN EERSAEMEN/ THOMAS TEUNISSEN WILLENDE UYT/ LIEFDE DE NAEBUREN TE HULPE KOMEN/ VAN FRANSCHE MARODEURS JAMERLYCK/ DOODTGESTEECKEN DEN 10 APRIL/ DES JAERS 1748 BIDT GODT VOOR ZYN/ ZIELE; een gotisch kruis, ingemetseld in de kerkmuur (15de eeuw); in de piëtakapel aan de buitenzijde: graf van pastoor Veltmans.

  • AUSSEMS J., Op ontdekkingstocht vlak bij huis, in Voersprokkels, 13, 1982, 1, pagina 25-26.
  • BELONJE J., Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Limburg, Maastricht, 1961, pagina 435-437.
  • DODEMONT A.-M., onuitgegeven nota's.
  • DUBOIS F., Notices historiques sur Fouron-Saint-Martin, Aubel, s.a.
  • GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton St.-Martens-Voeren. Brussel, 1975, pagina 17-19.
  • LEVAUX J., Croix anciennes des églises et cimetières du Pays de Herve, 1975, pagina 85-87.
  • NACKAERTS F., Het Teunissenkruis te St.-Martens-Voeren, in Kapel en Beeld, 27, 1975, 2, pagina 9-10.
  • NIJSSEN J., De kerk van St.-Martensvoeren , in Pastoor Veltmans Gedenkboek, Leuven, 1957, pagina 134-138.
  • NIJSSEN J., Een oorlogsslachtoffer in Sint-Martensvoeren, 240 jaar geleden , in Voersprokkels, 19, 1988, 2, pagina 24-29.
  • NIJSSEN J., De ondergrond van de kerkheuvel van Sint-Martensvoeren , in D'r Koeenwoof, 1990, 3, pagina 34-39.
  • NIJSSEN J., Vijf verwante gotische grafkruisjes , in Heem, 15, 1-6, pagina 50-59.
  • SIMENON G., Visitationes archidiaconales archidiaconatus Hasbaniae in dioecesi leodiensi ad anno 1613 ad annum 1763., Luik, 1939, pagina 219-222.
  • S.N.De kerk van Sint-Martens-Voeren, Heemkring Voeren, 1991.
  • TIMMERS J.J.M., De kunst van het Maasland, Assen, 1971, pagina 155.

Bron: SCHLUSMANS F. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Voeren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Op het kerkhof bleef een collectie graftekens bewaard die dateren van de 16de tot de 20ste eeuw.

Historiek

Het ommuurde kerkhof van Sint-Martens-Voeren staat afgebeeld op de laat 18de-eeuwse Farrariskaart. Uit archeologisch onderzoek blijkt dat de heuvel waarop het kerkhof gelegen is artificieel opgehoogd is. De Atlas de Buurtegen bevestigt dat er ter hoogte van de wegen in het noorden en oosten een kerkhofmuur was. Het kerkhof heeft op dat ogenblik zijn huidige omtrek reeds bereikt. J. Nijssen bewijst in zijn archief dat verschillende fragmenten van grafkruisen in de kerkmuur zijn verwerkt als bouw- of herstelmateriaal. Twee foto’s uit 1942 en 1969 tonen natuurstenen kruisen, hoge stèles en houten kruisen. De zuidoostelijke toegangsweg tot de kerk werd geflankeerd door de natuurstenen kruisen afgewisseld met coniferen. In de calvariekapel hing toen nog het calvariekruis dat vandaag in de kerk bewaard wordt.

Beschrijving

Het vergroende kerkhof is deels met een bakstenen en deels met een natuurstenen muur omheind. De bakstenen muur langs de weg is voorzien van steunberen en een hardstenen dekplaat. Het kerkhof is in het zuiden toegankelijk via een ijzeren hek aan bak- en natuurstenen hekpijlers. Tegen de oostelijke omheiningsmuur bevindt zich een houten kapel waar vroeger het calvariekruis heeft gestaan. De kapel heeft een bakstenen sokkel en achtermuur, vooraan twee houten zuilen en een rondboogdak.

Op het kerkhof staat een gedenkteken ter nagedachtenis aan de burgerslachtoffers en oud-strijders van de Eerste en Tweede Wereldoorlog. In de omheinde graftuin staat een met een kruis bekroonde sokkel waarop alle namen van de slachtoffers staan. Tegen de noordoostelijke kerkhofmuur liggen zes vliegeniers uit het Gemenebest begraven. Ze sneuvelden op 5 augustus 1941 en rusten onder de kenmerkende natuurstenen stèles .

Op het kerkhof bleven graftekens uit de eerste helft van de 20ste eeuw tot de jaren 1950 bewaard. Ze geven een overzicht van de types (boomstamkruis, stèles met kruisen, kruisen, stèles met zerken), materialen (hout, gietijzer, hardsteen, composietsteen) en stijlen (eclecticisme, neoclassicisme, neogotiek, art deco en modernisme) die eigen zijn voor de funeraire cultuur in een plattelandsgemeente. Enkele van de meer uitgesproken grafteken zijn deze van de familie Wynants-Kramp en van Nahoe, beiden in neogotiek; het boomstamkruis Geunen; de stèles Royen, Berlier, Janssen en Nibus-theunissen in neoclassicisme.

De grafkapel voor pastoor Veltmans sluit aan bij de toren en het schip. Het is een éénlaags bak- en natuurstenen gebouw van één bij één travee en een afgeschuinde hoektravee. De muuropeningen zijn rondbogig en ingevuld met metalen schrijnwerk. Boven de toegangsdeur in de hoektravee zit een gedicht ossenoog. De gevel wordt bekroon met een kruis. In de kapel staat een moderne piëta.

Opmerkelijk op dit plattelandskerkhof zijn de 23 natuurstenen grafkruisen uit de 16de eeuw tot de 18de eeuw. Van volgende graftekens is het grafschrift leesbaar:

Het 16de-eeuwse grafkruis met gotisch schrift in laagreliëf is een van de oudste bewaarde grafkruisen in open lucht. Op de linker arm staat +Ihesus+ en op de rechter +maria+

Het kleine puntig toelopende, met kwartronden opgevulde en van een geringde voet voorziene grafkruis Theelen draagt het ingebeitelde grafschrift Hier is begraven den eersaemen Theel Theelen die starf den eersten octobris anno 1678 Bidt Godt voor syne siele.

Het gelobde en aan de voet geringde grafkruis voor Agnes Coninck draagt onder het ingebeitele IHS-monogram de graftekst Hier is begraven Agnes Coninck die huisfraw van Kerst Winandts Bidt Godt voor haer siele starf den 14 augusti A° 1665.

Het puntig toelopend deels bewaarde grafkruis voor Katharina Kevers heeft met kwartronden opgevulde oksels. Het draagt onder een ingebeiteld omlijst IHS-monogram de graftekst Hier lickt begraven Catharina Kevers de huisvrouwe van Claes Cupers is gestorven den 13 Augusty anno 1667 Bidt Godt voor syne siel.

Het gelobde deels bewaarde grafkruis voor Geret Loyens draagt onder het ingebeitelde IHS-monogram de graftekst Hier lick begraven Geret Loyens is gestorven den 31 julius 1661 Bidt Godt voor de siel dit crus heft gestelt Ian Schelins synen schon soun ende ook aan hem toebehoerende.

Het puntig toelopend, met kwartrond ingevulde oksels en aan de voet geringd grafkruis voor Gilis Salmagne draagt onder het ingebeitelde IHS-monogram het grafschrift Hier rusten de licham van de eersaeme persoonen Gilis Salmagne overleden den 2 7bre 1731 ende Catharina Knops syne huysvrouwe overleden den 21 7bre 1733 Bidt Godt voor hunne zielen.

Het puntig toelopend, met kwartronden in de oksels en aan de voet geringde grafkruis voor Honnest Toussain draagt onder het ingebeitelde IHS-monogram in een schild geflankeerd door tulpen, de graftekst Ici repose honneste Toussain clos bon ian trepase le 30 may 1637 Priez dieu pour son ame. Op de voet staan de namen Maria en Anna in een rozenkrans.

Het puntig toelopend grafkruis Cupers heeft kwartrond ingevulde oksels. Het kruis draagt onder het ingebeitelde IHS-monogram volgende graftekst Hier lickt begraven Kerst Cupers is gestorven den 9 9bris anno 1666 Bidt Godt voor syne siel. Op de voet staat een met pijlen doorboord hart en de namen Maria en Anna.

Het puntig grafkruis voor Meys Loesen heeft met kwartronden ingevulde oksels en draagt onder het ingebeitelde IHS-monogram in een bloemenkrans het grafschrift Hier light begraven den eersamen Meys Loesen de welcke gestorven is den 5 augusti anno 1670 Bidt Godt voor syne ziel amen. Op de voet staat een scapulier.

Het op een punt uitlopend, met kwartronden ingevulde oksels en aan de voet geringde grafkruis voor Dirick Stevens heeft onder het ingebeitelde IHS-monogram de graftekst Hier zijn begraeven deers: Dirick Stevens starf den 6 july 1743 en Maria Royen syne huysvrouwe starf den 22 augustus item Gillis Stevens ... Marie Mod? syn huisvrouwe den [?] bris 1747 en Ma?? haere dochter starf den 10 8bris 1750. Hier zijn oock begraeven Jacobus Stevens [?] 7bris 1747 Agnes Stevens den [?] 17[?] En Catharina kinderen van Dirick Stevens - R.I.P.

Het op een punt uitlopend en aan de voet geringde grafkruis voor Theis Hornners heeft onder een ingebeiteld IHS-monogram in een bloemenkrans het grafschrift Hier ligt begraven Theis den soen van Lennaert Hornners op de planck is overleden den 15 januari 1662. Godt zye der zielen genedich in ewicheyt amen. Maria Anna bete wor ons. In de voet staat een kroon in een rozenkrans geflankeerd door bloemen.

Het gelobde, met kwartronden ingevulde oksels en aan de voet geringde grafkruis voor Winandus Wyntiens heeft onder het ingebeitelde IHS-monogram het ingebeitelde graftekst Hier zyn begraeven Winandus Wyntiens starf den16 jan 1763 Ian Wyntiens starf den 1sten augusti 1749 Marie Vaesen syn huysvrouw starf den [niet ingevuld] RINP.

Het midden 18de-eeuwse gelobde kruis voor Thomas Theunissen heeft met kwartronden ingevulde oksels. Het is een moordkruis dat op een latere datum naar het kerkhof werd overgebracht. Onder het ingebeitelde door een zonnekrans omgeven IHS-monogram staat de tekst Hier over is den eersamen Thomas Theunissen willende uyt liefde de naebueren te hulpe komen van Franse marodeurs jamerlyk doodt gesteecken den 10 april des iaers 1748 Bidt Godt voor syn ziele. Op de voet de afbeelding van twee zespuntige sterren en een scapulier.

Het puntig toelopende, met kwartronden ingevulde oksels en aan de voet geringde grafkruis voor Leenart Hornneers heeft in de kop in laagreliëf een IHS-monogram geflankeerd door lelies in een vaas, het grafschrift omgeven door een rozenkrans, op de armen twee lelies en gestileerde bloemen op de voet. Het grafschrift luidt Hier liggen begraven den eersaemen Leenaert Hornneers die sterft den 6 november in t jaer 1662 ende Margriete Royen syn huisvrouw die die sterft den 9 november int selve iaer Bidt voor de zielen.

Het op een punt toelopend grafkruis Weerts heeft in de kop een ingebeiteld IHS-monogram en op de voet een hart met Maria Anna. De graftekst luidt Hier light begraven den eersaeme Matthys Weerts die sterft den 9 november int iaer 1669 Godt troost de ziele amen.

Het grafkruisen voor vicaris Duyckaerts (+1815) en Andreas Kever (+1816) zijn mogelijk een hergebruikt ouder exemplaar. In de kop staat een IHS-monogram en op de voet van het grafteken Duyckaerts ook een kelk in hoogreliëf.

Kruis met een in laag-reliëf uitgewerkt kruisbeeld. Het grafschrift luidt volgens J. Nijssen: Hier is begraven Maria Beckers Huysvrouwe van Ian Fransen starf den 8 april 1644. Bidt Godt voor de ziele.

Nijssen vermeldt in zijn archiefdocumenten drie 17de-eeuwse grafkruisen die in 1949 zouden verdwenen zijn. Een aantal grafkruisen waren tijdens het bezoek aan het kerkhof niet leesbaar.

  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000. (1771-1778).
  • Atlas van de Buurtwegen, opgesteld naar aanleiding van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, schaal 1:2.500 (overzichtsplannen schaal 1:10.000).
  • Archief J. NIJSSEN (bewaararchief Grafzerkje vzw), T12 SMV, handgeschreven beschrijving smv, foto’s van de grafkruisen uit de jaren 1960-1980 en foto kerkhof in 1969.
  • C&C FEXER BVBA EN TEAMVANMEER! CVBA 2022: Parochiekerk Sint-Martinus kerkhof en kerkhofmuur, Voeren, 12, 56-93.
  • NIJSSEN J. 2002: De oudste Voerense foto: Sint-Martens-Voeren, kerk met grafkruisen 1886, D’r Koeënwoof, 2002/2,12-16.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Martinus met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/37840 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.