is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Anna
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Sint-Anna
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als beschermd cultuurhistorisch landschap Parochiekerk Sint-Anna met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Annakerk
Deze vaststelling was geldig van tot
Georiënteerde 13de-eeuwse romaanse kerk met pseudo-basicilicale aanleg, in de 16de eeuw verbouwd en in de 17de eeuw aangepast in gotische stijl. De kerk dankt haar bekendheid aan het schilderij "De parabel van de blinden" (Museo Nazionale di Capodimonte van Napels) van Pieter Breugel (1520?-1569), waarop ze is afgebeeld.
De omgeving van de kerk werd beschermd als landschap in 1944 (datum besluit 19 januari 1944), de kerk zelf werd beschermd als monument in 1948 (datum besluit 19 juli 1948). De kerk is gelegen ten westen van de oorspronkelijke dorpsdries. Rond de kerk van Sint-Anna-Pede was vroeger een begraafplaats, nog zichtbaar op de Ferrariskaart (circa 1770-1778). Heden ligt de kerk op een hoger dan de straat gelegen omhaagd (meidoornhaag) en met gras begroeid perceel afgezet met lindebomen. De kerk is ten noorden en ten zuiden bereikbaar via een gekasseid pad, dat aangelegd werd bij de restauratie in de jaren 1960. Ten zuiden van de kerk staat de zogenaamde Breugelbank, opgericht in 1969 naar ontwerp van kunstenaar Pieter Van der Heyden (Buizingen), ter herinnering aan het Breugeljaar, in opdracht van De Vlaamse Toeristenbond en het gemeentebestuur van Itterbeek.
Over het statuut van deze kleine kerk heerst al lang verwarring: in de literatuur wordt meestal gesproken van de "Sint-Annakerk", terwijl ze het kerkrechtelijke statuut heeft van een kapel. Om verwarring te voorkomen met de Sint-Annakapel wordt hier gesproken van een "kerk". Van de kerk verscheen nog geen grondig recent bouwhistorisch onderzoek, de historiek is gebaseerd op bestaande oudere literatuur.
De Sint-Annaparochie was net als de Sint-Pietersparochie van Itterbeek een dochterkerk van Sint-Pieters-Leeuw. Hierna werd het een kapelanij. Deze is vanaf 1615 aan het pastoorschap van de Sint-Pieterskerk van Itterbeek verbonden.
De kapel werd midden 13de eeuw opgebouwd, dit is af te leiden uit een akte van het begijnhof van Brussel van 1259 waarin staat "te Pede, bij de nieuwe kapel…". Op deze locatie zou al een kleinere kapel hebben gestaan. Het koor van de kerk dateert nochtans uit het einde van de 13de of het begin van de 14de eeuw en is het oudste deel van de kerk. De rest van de kerk is opgetrokken in laatgotische stijl. In de 16de eeuw vonden er verbouwingen plaats en werden het schip en de toren opgetrokken. Tussen het koor en het schip kwamen twee vroegere buitensteunberen bij de bouw van het schip in het interieur van de kerk te liggen.
In de 16de eeuw werd de zuidzijde van de kerk afgebeeld op "De parabel van de blinden" (circa 1568). Het koor heeft daar nog zijn romaanse vorm en nog niet zijn laatgotische spitsboogvormige vensters. Het koor is hier nog kleiner afgebeeld dan vandaag de dag, op de afbeelding komt de nok van het schip ook hoger dan deze van het koor. Eveneens is er de nu verdwenen kruisbeuk nog aanwezig. Een latere vergroting van het koor in de 17de eeuw wordt in de literatuur niet vermeld, nader onderzoek is hier nodig.
In 1575 werd de zuidelijke sacristie gebouwd haaks op het koor, zie jaarsteen bovenaan in de puntgevel. Het feit dat de sacristie deels voor een koorvenster geplaatst is, wijst ook op de latere aanbouw ervan. In 1639 werden de midden- en zijbeuken overwelfd met kruisribgewelven. Het jaartal is boven de tweede pijler aan de zuidzijde in het consooltje waarop de gewelfribben rusten gebeiteld en herinnert aan de restauratie van de gewelven. De kerk wordt op twee figuratieve kaarten afgebeeld in het begin van de 18de eeuw (in 1707 volgens J. De Deken in het kaartenboek van het Sint-Jans-Gasthuis van Brussel en in 1716 volgens G. Couvreur in het kaartenboek van Ter Kameren). Op beide kaarten staat de kerk nagenoeg afgebeeld zoals vandaag. Enkel de sacristie heeft een groot venster in plaats van het kleine rechthoekige venster dat vandaag aanwezig is. Verder lijkt de nokhoogte van het koor lager te liggen dan deze van het schip, dit is ook het geval op "De parabel van de blinden". Vandaag lijken de nokhoogtes van het schip en het koor min of meer even hoog te liggen.
De kerk werd in de jaren 1960-1970 gerestaureerd en kende verschillende gebreken voor de restauratie. Tijdens de restauratie werden onder andere alle daken vernieuwd, werd de toren verstevigd en vond een gedeeltelijke vernieuwing van het metselwerk plaats. Voor de restauratie was het grote spitsboogvenster van het koor toegemaakt (al zichtbaar op foto’s van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium uit eind 19de eeuw), dit werd bij de restauratie opnieuw hersteld. Tijdens deze restauratie werd de bepleistering in het koor weggenomen en werd het classicistische interieur verwijderd.
De plattegrond vertoont een ingebouwde westertoren, een driebeukig schip van drie traveeën, een koor van twee traveeën met een vlakke sluiting en ten zuiden dwars op het koor, een sacristie van één travee met een vlakke sluiting. Het koor en de westertoren zijn helemaal opgebouwd uit kalkzandsteen. De sokkel van het schip tot aan de druiplijst van de vensterafzaten is ook opgetrokken uit zandsteen en de zijmuren bestaan uit baksteen met zandstenen banden. In de zuidgevel begint dit patroon pas hoger bij de eerste twee traveeën.
De toren heeft vier geledingen met op de hoeken getrapte steunberen onder een ingesnoerde naaldspits. Westgevel met een geprofileerd tudorboogvormig portaal en daarboven een groot spitsboogvenster. Nagenoeg blinde derde geleding en gekoppelde galmgaten in eenvoudige spitsbogen in de bovenste geleding.
De hoofd- en zijbeuken zijn samen vervat onder één leien zadeldak. De bouwnaden tussen de tweede en derde travee in de zuidelijke zijbeuk is mogelijks een spoor van de vroegere kruisbeuk (in de noordelijke zijbeuk is deze naad minder nadrukkelijk aanwezig). De kroonlijst aan de zijgevels van het schip rust op kraagstenen. Kleine spitsboogvensters in de zijbeuken, die veel kleiner zijn ten opzichte van deze van het koor. In de eerste travee van de zuidelijke zijbeuk korfboogvormige muuropening met nis boven. Aandak tussen de beuken en het koor.
Koor onder leien zadeldak met puntgevel, aandak en schouderstukken rustend op consoles die zijn uitgewerkt als menselijke hoofden. Deze gebeeldhouwde consoles komen ook voor in de Sint-Pieterskerk van Itterbeek. De schouderstukken waren in oorsprong waarschijnlijk bekroond met pinakels. De oostgevel van het koor heeft een groot spitsboogvormig venster. In elke zijgevel twee spitsboogvensters.
Sacristie dwars op de eerste travee van het koor onder leien zadeldak met puntgevel met aandak en schouderstukken. Bovenaan in de puntgevel jaarsteen met "1575". Kleine rechthoekige muuropeningen met diefijzers.
De kerk heeft een sober interieur met wit bepleisterde wanden en gewelven (uitgezonderd de zuilen, bogen en gewelfribben). Bij de restauratie in de jaren 1970 werd het koor ontdaan van zijn bepleistering. Voor de restauratie was het koor bepleisterd en beschilderd. Eenvoudige zwart-witte tegelvloer.
Het gelijkvloers van de toren is opengewerkt naar hoofd- en zijbeuken door spitsbogen op halfzuilen. In de middenbeuk zijn er zuilen op hoge achthoekige sokkels met daarboven spitsboogvormige scheibogen. Zandstenen kruisribgewelven in de toren en de middenbeuk. De sluitsteen van het gewelf in de toren is uitgewerkt met een bloemmotief. Gewelf van de eerste travee van het schip met mangat. De smalle zijbeuken hebben klimmende bepleisterde houten, halve tongewelven, geritmeerd door gordelbogen op uitgewerkte consoles. Het koor heeft een bepleisterd houten tongewelf. In de zuidmuur van het koor is er een kleine spitsboognis voor een wijwatervat met driepasmotief op zuiltjes met uitgewerkte kapitelen. De sacristie heeft een bakstenen kruisribgewelf. Tegen de muren zijn houten kasten en een lambrisering aangebracht.
De oorspronkelijke hoofd- en zijaltaren zijn niet meer aanwezig. Enkel de beelden van de zijaltaren zijn nog bewaard: in de noordzijbeuk beelden van Sint-Jozef met kind en Onze-Lieve-Vrouw met kind (wit geschilderd hout - 18de eeuw), in de zuidelijke zijbeuk beeld van Sint-Anna met Maria (hout - 17de eeuw). In het koor schilderij met de kruisafneming van De Duydts (1629-1676).
Houten preekstoel met afbeelding van de Goede Herder (18de eeuw). Houten tochtportaal en doksaal, op de vleugels van de dubbele deur is telkens het monogram S.A. (Sint-Anna) uitgesneden.
Grafsteen in het koor van Gielis Walyns die het schip en het torentje van de kerk bekostigd zou hebben, hij stierf in 1568. "Hier leet begraven Gielis/ Walyns alias de casseler die stert ano/ XVC en LXVIII den XXV dach/ van july bidt voer die zielen".
Auteurs: Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Herdebeekstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Anna [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/38985 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.