erfgoedobject

Helvetiahuis, kantoorgebouw Steinmann and C°

bouwkundig element
ID
4198
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4198

Juridische gevolgen

Beschrijving

Monumentaal kantoorgebouw in neogotische en neotraditionele stijl, op de hoek van Jordaenskaai en Vleeshuisstraat, gebouwd in opdracht van Daniel Steinmann-Haghe, naar een ontwerp door de architect Joseph Hertogs uit 1904. Het complex leunt aan tegen een fragment van de burchtmuur uit het eerste kwart van de 13de eeuw.

Historiek en context

Het gebouw maakt deel uit van een prestigieus bouwproject dat beide hoekgebouwen van Jordaenskaai en Vleeshuisstraat betrof. In opdracht van de reder Daniel Steinmann-Haghe, ontwierp de architect Joseph Hertogs in 1904 twee imposante kantoorpanden, die de nieuw aangelegde straat in de as van het te restaureren Vleeshuis een monumentaal karakter moesten geven. De pittoreske architectuur was geïnspireerd op de laatgotische bak- en zandsteenstijl van dit begin-16de-eeuwse gebouw, waardoor een nieuw, homogeen stadsbeeld gecreëerd werd, met een grote zichtbaarheid vanaf de wandelterrassen van het Steen. Op de noordelijke hoek verrees het imposante Helvetiahuis, hoofdzetel van de firma Steinmann & C°, op de zuidelijke hoek een meer bescheiden pendant wellicht bedoeld als investering in vastgoed. Het aannemersbedrijf J.H. Bolsée, Em. Hargot & Cie voerde de werken uit. Laatstgenoemde kantoorpand werd vermoedelijk onmiddellijk na de voltooiing aangekocht door de scheepsagent Herbert Debenham, die vanaf begin 1907 aanpassingswerken liet uitvoeren door de architect Emile Thielens. Deze breidde het gebouw in 1909-1911 uit tot een complex dat nagenoeg het volledige bouwblok van Jordaenskaai, Vleeshuisstraat en Palingbrug besloeg, en vanaf 1946 onderdak bood aan het Natiënhuis. Beide kantoorpanden liepen zware schade op tijdens de Tweede Wereldoorlog. In opdracht van Georges A. Steinmann, tekende de architect Camille Janssens in 1951 het ontwerp voor de restauratie en verbouwing van het Helvetiahuis, werken die pas in 1954 naar gewijzigde plannen werden uitgevoerd. Behalve de herinrichting van het interieur, betrof de belangrijkste structurele ingreep de toevoeging van een terugwijkende dakverdieping boven de vleugel aan de Vleeshuistraat, waarin een appartement werd ondergebracht dat zich uitstrekte tot de topgeleding van de hoektoren en het dakniveau zijde Jordaenskaai. Het aanvankelijke plan om in de vleugel aan de Jordaenskaai op alle bovenverdiepingen een appartement onder te brengen, vond geen doorgang.

Het scheepvaartbedrijf Steinmann & C°, vóór 1880 Steinmann & Ludwig, werd in 1854 mede opgericht door Daniel Steinmann senior (1825-1903), een Zwitser afkomstig uit Sankt Gallen, gehuwd met Jeanne Greve (°Enschede, 1835). Onder de naam White Cross Line, afgeleid van de Zwitserse vlag, exploiteerde de rederij scheepvaartlijnen naar de Verenigde Staten en Zuid-Amerika, gespecialiseerd in het vervoer van emigranten. Zoon Daniel Steinmann-Haghe (1861-1911), geboren in Antwerpen en echtgenoot van Hélène Eugénie Françoise Joséphine Haghe (°Antwerpen, 1863), vervoegde het bedrijf in 1894. Hij was eerder voor eigen rekening als scheepsagent en expediteur actief, en bestuurde Steinmann & C° tot zijn overlijden in 1911. Vervolgens nam zijn jongere broer Louis Emile Steinmann (1874-1963) de leiding over, samen met de zonen van Daniel Steinmann-Haghe, Paul D. (1887-1922). en Georges A. Steinmann (1888-1963). Daniel Steinmann-Haghe was van 1890 tot 1911 Honorar Konsul van Zwitersland, medestichter en eerste voorzitter van de Fédération Maritime d’Anvers in 1901, en stichter van de Fondation pour la Protection du Travail au Port d’Anvers, opgericht om de betrekkingen tussen havenwerkgevers en -werknemers te verbeteren.

Het Helvetiahuis en zijn pendant behoren tot het rijpe oeuvre van Joseph Hertogs. Actief van omstreeks 1885 tot zijn overlijden in 1930, geldt hij als een van de meest succesvolle architecten in Antwerpen, Zijn loopbaan in dienst van de vermogende, overwegend liberale mercantiele burgerij, leverde een vijfhonderdtal woningen en openbare gebouwen op. Deze evolueren van eclecticisme en neorenaissance, naar een klassiek geïnspireerde beaux-artsstijl. Omstreeks de eeuwwisseling drukte hij met monumentale bouwwerken als het Hansahuis op de hoek van Suikerrui en Ernest Van Dijckkaai, zijn stempel op het Antwerpse stadsbeeld. Van kort na 1900 dateert het ontwerp van het neogotische Museum Mayer van den Bergh in de Lange Gasthuisstraat.

Architectuur

Het afgeschuinde hoekgebouw met een totale gevelbreedte van zestien traveeën, waaronder een terugwijkende annex uiterst rechts, omvat vier bouwlagen onder door getrapte aandaken gemarkeerde zadeldaken (leien) met houten dakkapellen en een markante schoorsteen. Het parement van de verschillende gevels imiteert in detail de laatgotische bak- en zandsteenarchitectuur uit de vroege 16de eeuw. Ook de profilering en ornamentatie van lijstwerk, friezen, kapitelen en consoles is ontleend aan deze periode. Het rode baksteenmetselwerk in kruisverband, is gecombineerd met witte natuursteen voor de pui met kwarthol geprofileerde sokkel, speklagen, waterlijsten, hoek- en negblokken, kraagstenen, ontlastingsbogen, kruis- en kloosterkozijnen, maaswerk, steigergaten, reliëfs en sculpturen. Smeedijzeren sierankers in lelievorm zorgen voor een decoratief accent, en jaarankers vormen in één van de geveltoppen het bouwjaar 1904. Asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de afgeschuinde hoekpartij van drie traveeën, die boven de daklijst monumentaal wordt bekroond door een hexagonale hoektoren met leien spits, dakkapellen en smeedijzeren windwijzer. Polygonale steunberen kantonneren de eerste twee bouwlagen, afgewerkt met een gebeeldhouwde fries van dolfijnen en meeuwen, en driekwartronde arkeltorentjes met polygonale topgeleding en leien spits flankeren de vierde bouwlaag. De overkragende topgeleding rust op een boogfries met korbelen, en is afgewerkt met een brede maaswerkfries, in de hoektravee gemarkeerd door nissen met heraldische leeuwen op bewerkte sokkels, waarboven een houten kroonlijst op klossen. Oorspronkelijk was de spits aanzienlijk hoger, met grote getrapte dakkapellen uit metselwerk in plaats van de huidige kleine houten exemplaren. Boven de hoektravee rees vanaf een getrapte sokkel een hexagonale, drieledige arkeltoren uit met overkragende topgeleding en gekanteelde bekroning. De huidige toestand in het gevolg van de wederopbouw in vereenvoudigde vorm in 1954, na de beschadiging opgelopen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De gevelflank zijde Jordaenskaai beantwoordt aan een axiaal symmetrisch schema, met de klemtoon op de twee traveeën brede middenpartij. Deze wordt over de tweede en derde bouwlaag gemarkeerd door een oplopend spaarveld met spitse korfbogen op een colonnette, de boogvelden versierd met blinde wapenschilden in een decor van banderollen, de borstwering met een fries van dolfijnen en meeuwen. Hierbij sluit ter hoogte van de vierde bouwlaag een lege beeldnis met sokkel en baldakijn aan. Boven de daklijst vormt een drieledige trapgevel met schouderstukken, overhoekse fioelen en topstukken de bekroning, geopend door een drielicht met rondbogig middenvensters. Beide flankerende traveeën, rechts overkragend op korbelen, worden bekroond door een spits rondboogtweelicht met colonnette en visblaasmaaswerk in de borstwering. Een driezijdige erker met bewerkte, getrapte basis en met reliëfs versierde borstweringen, geïnspireerd op de vroeg 16de-eeuwse kapelerker van het Steen, markeert het portaal in de linker travee. Dit laatste is gevat in een brede, spitse korfboog met geprofileerde archivolt op colonnetten, en tondi voorzien van blinde wapenschilden in de zwikken; bewaarde smeedijzeren vleugeldeur.

De geknikte gevelflank zijde Vleeshuisstraat beantwoordt aan een asymmetrisch schema met een aflopende bouwhoogte, met de klemtoon op de gedesaxeerde portaaltravee. Deze wordt gemarkeerd door een over de bovenbouw oplopende driezijdige erker, die boven de daklijst is bekroond door een overkragende hexagonale topgeleding met leien spits. Portaal en eerste erkergeleding zijn identiek aan deze van de gevelflank zijde Jordaenskaai. In de flankerende traveeën rust de overkragende derde bouwlaag op spitse korfbogen, korbelen en overhoekse fioelen. Links vormen twee getrapte dakvensters de bekroning, rechts is de vierde bouwlaag vervangen door eenzelfde geveltop als aan de Jordaenskaai. Aan deze zijde verbindt een spitse korfboogpoort met waterlijst, overhoekse topstukken en smeedijzeren poort, die de terugwijkende annex afschermt, het gebouw met het fragment van de 13de-eeuwe burchtmuur.

Verder beantwoorden de opstanden grosso modo aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van enkelvoudige of gekoppelde kruiskozijnen met negblokken en wigvormige ontlasting, de onderdorpels belijnd door waterlijsten. Brede, spitse korfbogen met een waterlijst op doorgetrokken imposten en reliëfs in het boogveld, ritmeren over de volledige gevelbreedte de hoge pui. De derde bouwlaag is door een grotere bouwhoogte als bel-etage geaccentueerd. Een houten gootlijst boven steigergaten vormt de gevelbeëindiging.

De iconografie van het gebouw verwijst naar de Zwiterse herkomst van de familie Steinmann, en hun activiteiten in scheepvaart en handel. Het eerste komt tot uiting in de reliëfs met banderollen die de boogvelden van de pui sieren. Zij dragen de wapens van tien hoofdzakelijk Duitstalige Zwitserse kantons. Het betreft van links naar rechts de wapens van Thurgau, Zürich, Genève, Wallis, Basel, Obwalden-Nidwalden, Bern, Luzern en Aargau. Deze flankeren in de drie hoektraveeën het wapen van Sankt Gallen waar de familie vandaan kwam, het van de Zwitserse vlag afgeleide wapen van de rederij White Cross Line, en het wapen van de nieuwe thuisstad Antwerpen. Beide erkers boven de portalen dragen centraal een met helm en dekkleed gekroond wapenschild dat alpensteenbok afbeeldt, en wellicht als familiewapen van Steinmann’s lan geïnterpreteerd worden. De overige reliëfs verwijzen naar Zeevaart en Handel, gesymboliseerd door een havenkraan, scheepsankers, de Mercuriusstaf, een karveel en schelpen.

De plattegrond wordt ontsloten door een centrale traphal met lift die aansluit op de vestibule in de linker travee. Volgens de restauratie- en verbouwingsplannen uit 1954, bestaan begane grond en eerste verdieping uit kantoorplateaus met sanitair in de annex, vormen de tweede en derde verdieping kantoorsuites met directiekantoren zijde Jordaenskaai, en beslaat een ruim appartement de grotendeels toegevoegde vierde (dak)verdieping.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1904#159, 18#28845 en 18#32428; foto’s FOTO-OF#3775, FOTO-OF#6057 en FOTO-OF#6058; vreemdelingendossiers 481#14157 (Steinmann-Greve) en 481#61096 (Steinmann-Haghe).

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Helvetiahuis, kantoorgebouw Steinmann and C° [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4198 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.