erfgoedobject

Rijkswachtkazerne

bouwkundig element
ID
48969
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48969

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Rijkswachtkazerne
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Rijkswachtkazerne en directeurswoning
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Rijkswacht
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Historiek

In 1796 kreeg het stadsbestuur de opdracht een geschikte locatie te vinden als onderkomen voor de brigades van de 'Gendarmerie Nationale' van het arrondissement Dendermonde. Nog datzelfde jaar kwam in een voormalig militair magazijn nabij de Veerpoort de eerste Gendarmerie tot stand. Het gebouw werd op kosten van de stad aangepast voor de huisvesting van de manschappen. Ten gevolge van het keizerlijk decreet in 1811 kreeg Dendermonde het voormalige Landhuis toegewezen. Dit Landhuis was gelegen op het terrein van het vroegere Prinsenhof in het stadscentrum ter hoogte van de Vlasmarkt, de vroegere Koornaard. In de loop der tijd hadden de verschillende vleugels van het voormalige Prinsenhof nieuwe bestemmingen gekregen. In 1664 werd één van de refugehuizen van de benedictijnen van Affligem die in de zuidelijke vleugel waren ondergebracht verkocht aan het Land van Dendermonde en omgevormd tot Landhuis. Dit gebouw deed vervolgens tot het einde van de 18de eeuw dienst als zetel van de Hoofdschepenbank van het Land van Dendermonde. Nog in 1811 werd het Landhuis naar de plannen van architect Jan Baptist Segers in opdracht van het stadsbestuur verbouwd tot een 'Caserne de la Gendarmerie nationale'. Het gebouw bleef stadseigendom en onderging in 1826 opnieuw onder leiding van architect Jan Baptist Segers in functie van de 'Koninklijke Marechaussee' andermaal een verbouwing. In deze vorm zou het gebouw tot in het laatste kwart van de 19de eeuw dienst doen. Het bleef al die tijd eigendom van de stad, maar de provincie diende in te staan voor de nodige onderhouds- en herstellingswerken. Volgens een volkstelling van 1848 was de Gendarmerie bewoond door twee gendarmen en hun families; de plaatselijke bevelhebber woonde in de onmiddellijke omgeving. In 1862 bestond de plaatselijke brigade uit één officier en elf onderofficieren, brigadiers en soldaten onder leiding van een luitenant. De brigade van de stad Dendermonde bestond uit 'zeven mannen van het paardenvolk en zes voetgangers' onder het bevel van een wachtmeester.

De oorspronkelijke situering van de 'Gendarmerie' is aangeduid op de Poppkaart van circa 1860. Nu is deze site opgenomen in het domein van het klooster van de zwartzusters. Een rest van het voormalige Landhuis is heden geïncorporeerd in het kloostercomplex en biedt onderdak aan een aantal socioculturele verenigingen. In de jaren 1870 wilde het stadsbestuur het gebruik van het Landhuis terug opeisen. Zij waren van oordeel dat het gebouw in een te slechte staat was en drongen bij het provinciebestuur aan op een nieuwbouw voor de Gendarmerie. Na langdurige onderhandelingen ging het provinciebestuur met een nieuwbouw akkoord in ruil voor een kosteloos bouwperceel. Het provinciebestuur nam de bouw voor zijn rekening. Het stadsbestuur zorgde voor de kosteloze afstand van een onbebouwd stuk grond aan de Leopoldvest dat paalde aan de nieuwe 'cellengevangenis' in de Sint Jacobstraat en eigenlijk bestemd was voor de uitbreiding van deze gevangenis. Door de ligging van de kazerne naast de gevangenis kon men de werkomstandigheden verbeteren en de veiligheid vergroten.

De Gendarmerie aan de Leopoldlaan werd tussen 1876 en 1879 opgetrokken naar de plannen van architect Pieter Van Kerkhove in zijn herkenbare Sint-Lucasstijl uitgevoerd op een ambachtelijk archeologische wijze met zin voor eenheid, detail en afwerking.

De Gendarmerie werd ontworpen als een bakstenen langsbouw van twee bouwlagen en zeven traveeën onder een leien zadeldak. De gevels werden verlevendigd door het aanbrengen van horizontale banden natuursteen en door de asymmetrische uitbouw van de dakpartij, getrapte zijgevels, vooraan drie houten dakkapellen en twee standvensters en boven de twee rechtse traveeën een ranke trapgevel, versierd met drie kleine torentjes. Links van het gebouw bevond zich een gekanteelde poort die toegang verschafte tot de binnenplaats. De hoofdingang bevond zich oorspronkelijk in de centrale travee die echter recent verplaatst werd.

Naast de rijkswachtkazerne bouwde het stadsbestuur in 1878 een magazijn, later gekend als ’t Zwart Magazijn of ’t Ros Beiaardkot, waar de feestvoorwerpen en andere stadsmaterialen werden opgeborgen.

De Gendarmerie bood gemiddeld aan circa twaalf tot vijftien manschappen onderdak. In 1911 werd het aantal effectief verhoogd tot twintig brigadiers en onderofficieren onder leiding van twee officieren. Kort voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog beschikte de brigade over 32 manschappen en veertien paarden. Deze stijging van het personeel evenals de uitbreiding van het takenpakket vereiste echter aanpassings- en vergrotingswerken aan de tijdens de Eerste Wereldoorlog gespaarde rijkswachtkazerne. Tussen 1979 en 1988 werd het ganse complex gerenoveerd en aangepast aan de hedendaagse noden.

Beschrijving

De rijkswachtkazerne is ingeplant op een langgerekt perceel aan de Leopoldlaan op de hoek met de Sint Jacobstraat. Ten noordwesten wordt het begrensd door de aanpalende gevangenis. Het opvallende complex in baksteenbouw sluit de straatwand af en markeert het straatbeeld. Het omvat heden het beeldbepalende hoofdgebouw van circa 1876-1879, de vergroting uit 1936, de voormalige directeurswoning en een aansluitende muur met lisenen en baksteenfries die tot tegen de gevangenis doorloopt. Er is een duidelijke visuele band tussen de kazerne met bijhorende rijkswachtershuizen, de gevangenis en het tegenoverliggende voormalige Bastion IV.

Het hoofdgebouw werd door architect Van Kerkhove in de hem typerende stijl gebouwd. De kazerne is een uitgebalanceerd ontwerp in bak- en zandsteen verlevendigd met verticaliserende en horizontaliserende elementen. Het langwerpige gebouw wordt horizontaal geleed door de natuurstenen plint en banden, bakstenen bogenfries, sierankers en de op regelmatige afstand geplaatste getoogde en rondboogvormige muuropeningen met blind bovenlicht. Deze opbouw wordt doorbroken door de verspringende hoger oplopende centrale poorttravee en breed zijrisaliet, met trapgevel en drie torentjes, waarvan de geveluiteinden door natuurstenen hoekkettingen extra worden beklemtoond. De toegang bevond zich voorheen in de centrale travee, maar werd enige tijd terug naar de zuidwestelijke zijgevel verplaatst. De oorspronkelijke houten dakkapellen werden wellicht gelijktijdig met de bouw van de vergroting in 1936 door nieuwe vervangen. Aan de straatgevel tussen twee vensters op de begane grond van het zijrisaliet hangt een bronzen herdenkingsplaat, gesigneerd Joseph De Decker, met reliëf en opschrift: "ZONDER VREES/ EN ZONDER BLAAM/ VOORBIJGANGER/ GEDENK/ GOOSSENS MARCEL/ JANZEGERS GASTON/ BUYSSE GEORGES/ VANGEEL JULIEN/ WACHTMEESTERS BIJ DE/ RIJKSWACHTBRIGADE/ DENDERMONDE/ LEDEN VAN BVL/ VERMOORD IN/ DUITSCHE/ FOLTERKAMPEN/ DANK ZIJ HUN OFFER LEEFT BELGIE VOORT".

De vrijstaande zijgevel is uitgewerkt als een sobere trapgevel op schouderstukken met centraal rondboogvormige vensters met blind bovenlicht, op de begane grond als toegang verbouwd.

De gerenoveerde achtergevel is volgens hetzelfde geritmeerde schema als dat van de voorgevel opgevat, maar zonder natuursteen en iets soberder uitgewerkt. De opbouw bleef volledig behouden met uitzondering van de poorttravee die werd gemoderniseerd en aan de nieuwe normen voor brandveiligheid werd aangepast. De eenvoudige plattegrond werd vanuit functioneel oogpunt ontworpen. Het sobere interieur werd intussen integraal gemoderniseerd.

Via een bescheiden nieuwbouw werd het voormalige hoofdgebouw verbonden met de vergroting uit 1936. Volgens archiefgegevens was dit gebouw, naar ontwerp van bouwmeester De Vaere, bestemd als kantoorruimte of administratief centrum voor het groeiende korps. Het werd opgetrokken op de plaats van het voormalige ’t Zwart Magazijn of ’t Ros Beiaardkot, waar de feestvoorwerpen en andere stadsmaterialen werden opgeborgen.

Het werd gerealiseerd in een pseudobak- en zandsteenstijl geïnspireerd op het hoofdgebouw met behoud van onder meer de ritmering, kroonlijsthoogte, materiaalgebruik en decoratieve afwerking. Het gebouw telt eveneens zeven traveeën en twee bouwlagen onder een leien zadeldak. De horizontale lijn is doorgetrokken door middel van de plaatsing van de vensters, imitatie natuurstenen banden, baksteenfries en houten dakkapellen. De gevelopbouw is doorbroken door een hoger oplopende trapgevel, voorheen met poorttoegang, en aflijnende hoekkettingen. De vormgeving van de vensters werd eveneens aangepast aan het aanpalende gebouw. Op de begane grond werden getoogde en op de bovenverdieping korfboogvormige vensters uitgewerkt als drielicht. De tralies die op het bouwplan werden aangeduid zijn niet (meer) ter plaatse.

Ten noorden van het administratief centrum werd volgens archiefgegevens gelijktijdig een bouwblok onder een plat dak opgetrokken. Naar verluidt werd dit gebouw voorheen gebruikt als directeurswoning later omgevormd tot kantine. Eenvoudige baksteenbouw van twee bouwlagen en zes traveeën met rechthoekige vensteropeningen. Strakke gevelopbouw doorbroken door twee benadrukte hoger oplopende traveeën. Het gekozen materiaalgebruik en het volumespel zorgen voor een vormelijk geheel met de belendende Gendarmerie. De bakstenen afsluitmuur met lisenen en booglijst vervolledigen de visuele eenheid.

  • Archief Rijkswacht Dendermonde, Historische nota door A. Stroobants.
  • Stadsarchief Dendermonde, Bouwplannen, 1936/33 (volume 14/33); D.571.1/5.
  • STROOBANTS A. 1995: Leven achter tralies. De Dendermondse gevangenis, Dendermonde, 35-36.
  • STROOBANTS A. 1999: Door het vuur gespaard. Bouwkundige resten van het vooroorlogse Dendermonde, Dendermonde, 23.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Rijkswachtkazerne [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48969 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.