erfgoedobject

Abdij Ten Putte

bouwkundig element
ID
52002
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/52002

Juridische gevolgen

Beschrijving

Abdijsite, in hoofdzaak gevormd door de abdijgebouwen uit 1890-1891.

Ontstaan van de Godelievemotte in de 12de eeuw op de westelijke rand van een kleine zandige opduiking, gelegen op 3,5 kilometer ten westen van de stadskern van Gistel. De site bestond uit een groot omgracht gedeelte in het zuiden en een omgrachte heuvel iets ten noorden ervan. Tussen 1137 en 1171 bouw van de benedictinessenabdij Ten Putte. De abdij wordt vermeld in een brief van Stefaan, bisschop van Doornik. De gebouwen zouden opgericht zijn op de plaats waar de Heilige Godelieve gewurgd werd. Aansluiting bij de Unie van Bursfeld op 3 november 1480, onderwerping aan de jurisdictie van de abt van Oostbroeck (Utrecht). Na vernieling en plundering door Geuzenbendes in 1581, vestigen de zusters zich in Brugge. Enkel de abdijkerk werd gedeeltelijk hersteld. De andere gebouwen werden in ruïneuze toestand achtergelaten. Opbouw van de nieuwe kloostergebouwen, met kapel, pastorie en portiershuis vanaf 1890 onder leiding van architect Jean-Baptiste de Béthune (Kortrijk). De waterput uit 1634 wordt in het geheel geïntegreerd. Het complex werd op 2 juli 1891 ingezegend als priorij door Monseigneur Faict. In 1907 verheffing van de relieken van de Heilige Godelieve door bisschop Waffelaert. In 1934 krijgt de priorij haar abdijtitel terug. Tussen 1934 en 1952 aanpassing van het neogotisch klooster tot de huidige abdijgebouwen: bouw van een westelijke (1934, architect Henri Carbon, Gistel) en zuidelijke vleugel, een nieuw zusterkoor (1939, architect Jozef Viérin, Brugge). Herbouw van de neogotische voorgevel en aankoop van een aantal kloostergronden. Vergroting van de abdijkerk tussen 1958 en 1962, de verschillende gebouwen en het interieur verkrijgen hun huidig uitzicht (architect Arthur Degeyter, Brugge). In 1958-1959 werd het zusterkoor omgevormd tot een devotiekapel, waar een reliek van de Heilige Godelieve kan vereerd worden. Oprichting van het Godelievemuseum in 1987. Afbraak van de abdijhoeve in 1990, op deze plaats bouw van een moderne ontvangst- en bezinningsruimte (architect D. Yperman, Gistel).

Abdijcomplex bestaande uit kapel, woonvolume en abdijkerk gelegen rond een binnenplaats, links ervan moderne ontvangst- en bezinningsruimte. Poortgebouw met aansluitend portierswoning en achtergelegen museum, daarbuiten conciërgewoning. Aangrenzend park met verschillende oude bomen, op de heuvel het kraaienkapelletje. Bouwvolumes van witbeschilderde baksteen op een gepekte plint onder leien zadeldaken.

Kapel, links op de binnenplaats. Eénbeukige ruimte waarin het hemd zonder naad wordt tentoongesteld. Rechthoekige muuropeningen, met glas in lood. Roodgeschilderde rechthoekige deur met bovenlicht in glas in lood. L- vormig woongedeelte, haaks aansluitend op de kapel, volume van drie traveeën en twee bouwlagen, wapenschild van de Sint-Godelieve boven deur. Daarop haaks aansluitend woonvolume van zeven traveeën en twee bouwlagen met twee dakvensters, waarvan één met houten beschilderde luifel. Zijgevel met muurvlechtingen en sierankers. Rechthoekige muuropeningen, houtwerk met kruisvormige indeling. Roodgeschilderde deuren gevat in rondboog, aan de rechterzijde deur in accoladeboog met waaiervormig bovenlicht.

Ontvangstruimte, rechts aansluitend bij het woongedeelte met achthoekig torentje aan de binnenzijde beschilderd met taferelen uit het leven van de Heilige Godelieve. Daarnaast voorstellingen van engelen en afbeeldingen van de wapenschilden van Oud-Vlaanderen, Gistel, Ten Putte en Vlaanderen. Ronde muuropeningen met glas in lood, glazen deuren in rondboog. Nis, bekroond met fronton met een stenen beeld van de Heilige Godelieve, omkaderd door twee voluten in witte natuursteen.

Eénbeukige abdijkerk met zijbeuk, vierkante toren met steunberen. Rechthoekige muuropeningen met glas in lood ramen waarop taferelen uit het leven van de Heilige Godelieve afgebeeld zijn. Zijbeuk met glas-in-loodramen die verwijzen naar de Unie van Brunsfeld, de Sint-Andriesabdij en Oudenburg.

Portierswoning van twee en halve travee en twee bouwlagen. Leien zadeldak met dakkapel. Rechthoekige muuropeningen, houtwerk met kruisvormige indeling. Daarbij aansluitend toegangspoort tot het abdijcomplex. Roodgeschilderde houten vleugelpoort met een klein poortje aan de zijde van de woning. Rechts van de poort, nis met beeld van de Heilige Godelieve en het wapenschild van Ten Putte. Haaks daarop aansluitend, muur die loopt tot aan het museum.

Conciërgewoning, L- vormig volume, combinatie van een breed- en diephuis. Oorspronkelijk vier, nu bestaande uit vijf traveeën en twee bouwlagen. Zijgevel met muurvlechtingen en sierankers. Rechthoekige muuropeningen, met kruisvormige indeling. Roodgeschilderde deur met accoladeboog en waaiervormig bovenlicht, erboven beeld van Maria met kind.

Kraaienkapelletje, éénbeukige kapel onder een leien zadeldak. Puntgevel met muurvlechtingen en sierankers. Rechthoekige muuropeningen met glas in lood, deur gevat in rondboog. Interieur met altaar toegewijd aan de Heilige Godelieve en schilderij van de Heilige Godelieve. De muren zijn bekleed met panelen waarop de levensgeschiedenis van voornoemde Heilige voorkomt in Oud-Vlaamse teksten. Mobilair abdijkerk Byzantijns kruis, Roger Vandeweghe, orgel, Loncke (Esen-Diksmuide) van eind jaren '50, koorbanken van 1939. Twee schilderijen: het mirakel van de wonderbaarlijke maaltijd en het mirakel van de houtspaanders (Brugse academie, omgeving van Jan Garemijn).

  • Archief Afdeling Ruimtelijke Ordening Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Monumenten en Landschappen, Brugge, W/00290, W/00291 en W/00629.
  • Rijksarchief Brugge, Kaarten en plannen van de collectie Karel Mestdagh, nummer 447, Carte figurative de terres et de trois fermes dont une ruines dit Het Pannekot. Wateringue de Gistel West over de Waere, (1806).
  • Rijksarchief Brugge, Kaarten en plannen van de collectie Karel Mestdagh, nummer 467, Carte figurative de terres. Wateringue de Gistel West over de Waere, (1807, kopie).
  • Stad Gistel, Bouwdossiers, 80/73, 89/67, 89/77, 90/88, 91/120, 00/98, 01/8.
  • Gestella 1983, Bijdragen tot de geschiedenis, heraldiek en genealogie van Gistel, Torhout, 1983.
  • DENDUYVER M., e.a., Gestella 1988: duizend jaar Gistel: bijdragen tot de geschiedenis, archeologie en genealogie van Gistel, Gistel, 1988.
  • DE PUYDT R.M., De stad Gistel en haar abdij Ten Putte, Antwerpen, 1976.
  • GYSELEN S., e.a., Sint-Godelieveabdij, Gistel, 1891-1991, Gistel, 1991.
  • HOSTE A., Godelieve Payers, abdis van de Sint-Godelieveabdij te Gistel, 1540-1553, Gistel, 1995.
  • HOSTE A., De Sint-Godelieveabdij te Gistel tijdens het abbatiaat van Katarina de la Coste, s.l., 1973.
  • HUYGHEBAERT N. en FAVOREL P., Abbaye de Sainte-Godelieve à Ghistelles, puis à Bruges, in Monasticon Belge, deel I, Province de Flandre Occidentale, 1960, p. 239-269.
  • ROOSE-MEIER B. en VERSCHRAEGEN H., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie West-Vlaanderen, Kanton Oostende, deel II, Brussel, 1977, p. 28.

Bron: VANNESTE P. met medewerking van DE LEEUW S. 2003: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Gistel, Deelgemeenten Moere, Snaaskerke en Zevekote, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL3, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Abdij ten Putte en ruime omgeving

  • Heeft als voorganger
    Godelievemotte


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Abdij Ten Putte [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/52002 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.