Schoeringebrug, bakstenen brug over de Blankenbergse Vaart, genoemd naar de historische hoeves "Groot en Klein Schoeringe" die de straat domineren. In 1691 wordt de brug op die plaats nog aangeduid als "brugge ten Quaeden Houcke", naar de benaming van het noordwestelijke territorium van Zuienkerke. Pas in 1788 vermeld onder huidige naam "Memorie van het repareeren de Schoerinck brugge"; op de kaart van Ferraris (1770-1778) wordt de stenen brug niet benoemd. Huidige brug is 20ste-eeuws.
BOTERBERGHE R., Zuienkerke. Geschiedenis van een polderdorp, Zuienkerke, 1992, p. 61.
Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SNAUWAERT L. 2002: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zuienkerke en deelgemeenten Houthave, Meetkerke en Nieuwmunster, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL13, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)