Vrijstaande villa in hoeve- en cottagestijl met omgevende tuin, zogenaamd "Huis Ter Wilgen", gebouwd volgens kadaster in 1910, gebouwd volgens kadaster in 1910 naar ontwerp van architect Jozef Viérin (Kortrijk, 1872-Brugge, 1949).

Opgetrokken voor de Kortrijkse kunstschilder Emmanuel Viérin (1869-1954), lid van onder meer de Brusselse kunstgroep "Pour l'Art" (1892-1939), met onder meer F. Baes, J. Delville, E. Laermans en X. Mellery. Schilder van landschappen en stadsgezichten in impressionistische stijl; tevens een tijdje conservator van het Stedelijk Museum voor Schone Kunsten van Kortrijk.

Opgetrokken op een nog onbebouwd perceel in het duinengebied, thans de zuidoostelijke hoek van de Meeuwendreef en het Oudjespad. De omgevende tuin wordt op kadaster aangeduid als "bos". De villa wordt hersteld (vermoedelijk na oorlogsschade ?) en vergroot in 1947; in hetzelfde jaar wordt ook een bijgebouw met garage in de tuin opgetrokken.

De vrijstaande villa "Huis Ter Wilgen" is gelegen in een grote tuin, wat uitzonderlijk is in Duinbergen, zie de eerder kleinschalige kavels vergeleken met die van in Het Zoute. De omgevende tuin, licht glooiend door de oorspronkelijke duinhelling, bestaat voor een groot deel uit gazon met achteraan, aan de oostzijde, een klein bosbestandje. Aan de Meeuwendreef wordt de tuin begrensd door een haag van Liguster en gedeeltelijk Haagbeuk. Aan de kant van het Oudjespad deels onderbroken haag, deels bestaande uit uitheemse klimplanten. Achteraan bevinden zich enkele opgaande bomen zoals Esdoorn, Abeel, Eik, Meidoorn en andere (ook uitheemse) soorten die de droge omstandigheden van de duingrond verdragen; dit bosje loopt verder langs de zijkant van de tuin (grens met nabijgelegen perceel) tot aan de straat. Witgeschilderde bakstenen tuinmuur met houten hekjes tussen pijlers; links biedt een laag hek toegang tot het achterliggende bijgebouw met garage in de tuin.

Baksteenbouw van één bouwlaag en een kelderverdieping onder hoge zadeldaken. De villa is opgetrokken in een combinatie van hoeve- of landelijke stijl en cottagestijl. Verwijzingen naar de hoevestijl door onder meer materiaalgebruik (baksteenbouw, rode S-pannen), afwerking (bepleisterde en witgeschilderde gevel op zwartgeschilderde plint) en structurele elementen (aandaken, hoeksteunberen, omliggende stoep). Cottagegetinte elementen als onder meer dakenspel van twee evenwijdig geplaatste zadeldaken met dakkapellen, dakvensters uitgewerkt als tuitgevel, in- en uitspringende muurvlakken en open portalen of terrassen; hoge schouwen, uit het gevelvlak springend aan de noordzijde. Rechthoekige muuropeningen onder steek- of korfboognissen. Schuiframen en ramen met kozijnconstructie. Opmerkelijk verzorgd en geschilderd schrijnwerk van kroonlijsten, ramen met kleine roedeverdeling en houten luiken. Betegelde steektrap tussen gebogen muurtjes leidt naar overdekt steekboogvormig inkomportaal. Drieledig uitgewerkte toegang met sierlijk schrijnwerk in boven- en zijlichten met luikjes; ingewerkte balusters in deurstijlen. Tevens nog zij- en achterinkom, eenvoudiger uitgewerkt. Leeuw met wapenschild als bekroning van linkertuitgevel aan westgevel. Achterliggend bijgebouw met garage in aansluitende stijl.