erfgoedobject

Saint Boniface Anglican Church en aanhorigheden

bouwkundig element
ID
6802
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6802

Juridische gevolgen

Beschrijving

De Saint Boniface Anglican Church is een neogotisch kerkgebouw volgens de algemene principes van de anglicaanse eredienst, die in 1903 samen met de vicarage werd ontworpen door de architect Michel De Braey, en opgetrokken in 1906-1909. Ingeplant op een L-vormig perceel, paalt de kerk aan de Grétrystraat, en zijn de vicarage en de uit 1914 daterende church hall gegroepeerd rond de binnentuin achter de kerk.

Historiek en context

In het begin van de 19de eeuw was de anglicaanse kerk enige tijd in de vandaag verdwenen minderbroederskerk aan de Mutsaardstraat gevestigd, en deelde vervolgens met de protestantse gemeente de oude kloosterkerk van de Annunciaden in de Lange Winkelstraat. Vanaf 1821 kreeg de anglicaanse gemeente de beschikking over de 15de-eeuwe Huidevetters- of Looierskapel in de Huidevettersstraat, die onder het Franse Bewind was ontwijd. Als gevolg van belangrijke herstellingen aan deze kapel, kwam na 1885 het gesprek om een nieuwe kerk te bouwen op gang. Een Church Building Fund werd opgericht, en na 1895 zagen plannen het licht voor een kerk met vicarage en klaslokalen aan de Amerikalei, en later op de hoek van Sint-Jozefstraat en Mechelsesteenweg. Sinds 1890 was Saint Boniface bij Koninklijk Besluit erkend als anglicaanse parochie voor de provincie Antwerpen.

Het project voor de bouw van de huidige kerk en vicarage ging uiteindelijk van start tijdens de ambtsperiode van Reverend Michael Kearney, predikant van 1900 tot zijn overlijden in 1910. Het ontwerp door Michel De Braey dateert uit oktober 1903, de aankoop van de grond ging door in januari 1904. Datzelfde jaar kreeg het project de goedkeuring van de Stad Antwerpen en van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. Na de machtiging van de bouw bij Koninklijk Besluit van 12 juni, vond op 23 juni 1906 de eerstesteenlegging plaats door de Britse ambassadeur Sir Arthur Hardinge. De bouw, bij openbare aanbesteding van 25 januari 1906 toegewezen aan de aannemer August Diels uit Kessel, werd na het neerleggen van de werken door deze laatste en een nieuwe aanbesteding, voortgezet en voltooid door de Gebroeders Kockerols, destijds gevestigd in de Jordaensstraat. Grotendeels voltooid in oktober 1909, werd de nieuwe kerk op 22 april 1910 ingewijd door T.E. Wilkinson, anglicaans bisschop voor Noord- en Centraal-Europa. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog doorkruiste de plechtige opening van de church hall, gepland voor najaar 1914. Deze laatste werd in 1914 ontworpen door de architect Gustave Corstiaens. Tijdens het bombardement van 7 tot 9 oktober 1914, sneuvelden de glas-in-loodramen van het koor. Gevels en bedaking ondergingen belangrijke herstellingswerken in 1963, onder leiding van provinciaal architect Jules Pingnet.

Saint Boniface Anglican Church behoort tot de belangrijkste realisaties uit het rijpe oeuvre van Michel De Braey, die zich in deze periode op het hoogtepunt van zijn loopbaan bevond. Voor het ontwerp inspireerde de architect zich op de early Eglish gothic style. Na zijn debuut eind jaren 1880, maakte De Braey omstreeks de eeuwwisseling naam met prestigieuze hotels in diverse neostijlen of landhuizen in cottagestijl. Uit dezelfde periode dateert het in neorenaissancestijl ontworpen Gemeentehuis van Wijnegem. Na de Eerste Wereldoorlog was de architect nog een vijftal jaar geassocieerd met zijn zoon Jan De Braey, alvorens omstreeks 1925 een punt achter zijn carrière te zetten.

Binnen het geheel van de neogotische kerkenbouw in Antwerpen is Saint Boniface Anglican Church een van de weinige voorbeelden die voor de protestantse eredienst werd ontworpen. Hiermee wordt afgeweken van een meer gangbare handelwijze waarbij een bestaand gebouw aan de nieuwe behoefte werd aangepast. Het inbrengen van verschillende kunstwerken uitgevoerd door Engelse artiesten en ateliers op bestelling van leden van de anglicaanse gemeente komt de betekeniswaarde van het geheel nog versterken.

Architectuur

Kerk

Het is een neogotisch kerkgebouw met basilicale opstand opgericht volgens de vereisten van de anglicaanse eredienst. In de plattegrond onderscheiden we een ingangstravee oplopend in de vierkante toren aan de linkerzijde, en een ronde traptoren aan de rechterzijde. Het driebeukige schip telt vijf traveeën, gevolgd door een rechthoekig koor van drie traveeën met aan de oostzijde een kapel van twee traveeën en aan de westzijde een rechthoekige ruimte voor orgel en sacristie. Het bakstenen gevelparement (Boomse klampsteen) is verrijkt met decoratief gebruik van witte natuursteen (Pouillenay, Lavaux), voor raam- en inkomomlijstingen, banden, borstweringen, dekstenen, dorpels, monelen en maaswerk, blauwe hardsteen en breuksteen (grès de la Gileppe) voor de geprofileerde plint; de kerk is afgedekt met een leien zadeldak over de middenbeuk en lessenaarsdaken over de zijbeuken. De vierkante toren telt vier geledingen onder een plat dak met bekronende hardstenen pinakels en een balustrade. De voorgevel wordt gekenmerkt door spitsboogvensters en –galmgaten met neogotische tracering; het spitsboogvormig portaal is voorzien van een wimberg waarin een medaillon met het Lam Gods. Drielichtvensters verlichten de zijbeuken, de middenbeuk is opengewerkt met gekoppelde rechthoekige vensters waarboven een rondvenster. De koorsluiting tot slot is voorzien van een vierlicht en een radvenster.

Het interieur is volledig in baksteen (Boomse klampsteen, Zandvoordse steen) met gebruik van witte natuursteen voor bogen en decoratieve elementen en rood graniet voor de zuilen. De zijbeuken en kapellen hebben een achtdelig kruisribgewelf met ribben uit natuursteen, de middenbeuk een houten spitsboogvormig tongewelf. Hoogaltaar, koorbalustrade met geïntegreerde kansel en doopvont uit witte natuursteen. Doksaal op korbelen met smeedijzeren borstwering tegen de westwand.

Deze kerk is vooral merkwaardig omwille van de verschillende glasramen, met een overwegend Britse thematiek, die werden uitgevoerd door Britse glazeniers op bestelling van leden van de anglicaanse gemeente. Bijzonder merkwaardig in dit verband is het grote glasraam in de westgevel, onthuld op 24 april 1921 ter herdenking van de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog, een ontwerp van het Londense atelier Burlison & Grylls. Het verbeeldt de wapens van het Verenigd Koninkrijk en de belangrijkste landen van het Commonwealth, de Union Jack, de aartsengelen Gabriël en Michael, de vier Britse helden King Alfred, King Arthur, King Oswald en Black Prince Edward, omringd door Gerechtigheid, Hoop, Geloof en Moed, en de vier krijgsfiguren uit het Oude Testament Deborah, David, Jonathan en Judas Maccabeus. Van de ramen in het koor, eveneens geplaatst na de Eerste Wereldoorlog, stelt het roosvenster Christus Koning voor omringd door de vier Evangelisten, en verder Mozes, Jacob, Ezechiel, Malachias, Johannes de Doper, Daniel, Samuel, David, Jeremias, Jonas, Osee en Isaias. De lancetvensters bevatten acht medaillons met de Passietaferelen, de Verrijzenis, Hemelvaart en Pinksteren. De ramen in de Mariakapel verbeelden de Aanbidding der Herders en de Madonna tussen Heiligen. De ramen in de zijbeuken stellen telkens drie heiligen, overwegend van Angelsaksische oorsprong of verering, waarbij het raam met de heiligen Stephen, Nicolaas en Alban, onthuld in 1914, de poolexpeditie van Captain Scott herdenkt. Naast Burlison en Grylls waren volgende ateliers betrokken bij de uitvoering van dit ensemble, grotendeels daterend uit het interbellum: Francis Walter Skeat, Louis de Contini, en het atelier Hochreiter & Geyer.

Onder de ramen van het koor werden in 1925 vier mozaïeken aangebracht die Lof en Aanbidding voorstellen, verbeeldt door engelen met muziekinstrumenten en wierookvaten, naar ontwerp van het atelier Jones Powell & Sons uit London. Verder Sint-Bonifatiusbeeld uit 1910 en eiken koorbanken, orgel en eiken kerkbanken van omstreeks 1875 afkomstig uit de Looierskapel, en geelkoperen kroonluchters.

Vicarage

De vicarage is ontworpen als een aan drie zijden vrijstaand landhuis in neogotische stijl. Ingeplant achteraan de tuin, is het gebouw verbonden met de straat door een lange gang aan de noordzijde van de kerk, onder een houten dakkap. Met een gevelbreedte van drie bij drie traveeën, omvat het hoofdvolume twee bouwlagen onder een complex zadel- en schilddak. Hierbij leunt ten noorden een ondiepe veranda van één bouwlaag aan. De constructie is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met spaarzaam gebruik van witte natuursteen voor monelen, lateien en lekdrempels, waterlijsten hoekblokken, dekstenen en topstukken. Asymmetrisch van opzet, gemarkeerd door een robuuste, vierkante hoektoren met overhoekse muizentandfries, attiek en tentdak, worden de twee hoofdgevels gemarkeerd door risalietvormende puntgevels met schouderstukken en topstuk. Het portaal met luifel bevindt zich in e middenas van de voorgevel, die boven de houten kroonlijst wordt bekroond door een blinde attiek; het overkragende risaliet van de zijgevel op korbelen, steunt op een bow-window met een ijzeren I-balk als overspanning. Verder wordt de opstand bepaald door registers van kruis- en kloosterkozijnen met bakstenen maaswerk in de rond- of tudorbogige boogvelden; centraal dakvenster in de achtergevel. Het houten schrijnwerk van de inkomdeuren, vensters en kroonlijst op klossen is bewaard.

De plattegrond wordt over de volledige diepte opgedeeld door de inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen wordt de noordflank op de begane grond ingenomen door de suite van salon en veranda, en de keuken met dienstkoer. De spreekkamer en de eetkamer met bow-window bevinden zich in de zuidflank. De bovenverdieping groepeert vier slaapkamers en een badkamer rond de traphal, en het dakniveau drie mansarde kamers en een zolder. Bewaard interieur met vloeren in wit en zwart marmer voor de hal, cementtegels voor de dienstlokalen en houten parket in de woonvertrekken, eenvoudige stucplafonds, marmeren schouwen, composiete zuilen als afscheiding tussen salon en veranda, en een houten trap.

Church hall

De church hall vormt een eenlaagse, langgerekte constructie van vijf traveeën in baksteenbouw, onder een leien zadeldak. Opstand bepaald door brede steekboogvensters en een portaal met spitsboogveld; lagere aanbouw onder lessenaarsdak. De rechthoekige zaal wordt afgedekt door een open, houten dakspant. Podium met toneelmond in een beschilderde houten omlijsting, die een toneeldoek of voorhang imiteert.

  • Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DA002402, Protestantse kerken (F. Brenders, 2004).
  • Archief Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, plannen A203-A213.
  • Provinciaal Archief Antwerpen, Kerken, Antwerpen, Engelse kerk Sint-Bonifacius, dossier 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11.
  • Stadsarchief Antwerpen, dossiers 480#4458 en 1914#5522, plannen DWG#4779-4789 en 326#17698-17706.
  • BAINES S. 1962: A History of the English Church in Antwerp, Antwerpen 1962.
  • BAKELANTS I. 1983: De glasschilderkunst in België, 19de en 20ste eeuw deel 1A, Deurne, 41.
  • STEENMEIJER R. 2006: De Sint-Boniface Anglican Church, onuitgegeven nota.

Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Braeken, Jo; Brenders, Francis
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Saint Boniface Anglican Church en aanhorigheden [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6802 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.