is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie Sint-Niklaasparochie
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Pastorie Sint-Niklaasparochie
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Dorpskom Koolkerke
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie bij de Sint-Niklaaskerk
Deze vaststelling was geldig van tot
Pastorie bij de Sint-Niklaaskerk.
Volgens Wintein lag de pastorie al sinds de 17de eeuw ongeveer op deze plaats. Door het Concordaat van 1801, afgesloten tussen Napoleon en paus Pius VII, werden pastorieën en kerken overgedragen aan de burgerlijke overheid. Vanaf dan was het de taak van de gemeente om de pastoor van een woonst te voorzien. Dankzij het Concordaat en gezien de lamentabele staat van sommige pastorieën ontstaat er een nieuwe bouwwoede in de tweede helft van de 19de eeuw. Wellicht in deze context werd circa 1870 de oude pastorie van Koolkerke afgebroken en in 1876 (zie datering op het dakvenster) iets westelijker heropgebouwd.
De pastorie is opgetrokken volgens de typisch 19de-eeuwse typologie van het genre met name een dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen.
Het is een verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak met accenten van rode baksteen en zandsteen voor het benadrukken van de geblokte ontlastingsbogen. De bedaking is gevat tussen twee trapgevels met schoorstenen als topstuk. Evenwichtig opgebouwde gevel met centrale deurtravee, benadrukt door de natuurstenen frontonbekroning boven het bovenvenster en het getrapte dakvenster met rechthoekig venster in rondboognis. De overige muuropeningen zijn rechthoekig en voorzien van bewaard schrijnwerk met grote roeden; de vensters op de begane grond bewaren de oorspronkelijke luiken. Tegen beide zijgevels is telkens een licht inspringend zijvolume gebouwd van één travee onder lessenaarsdak.
Gecementeerde en witbeschilderde achtergevel verlevendigd met imitatievoegen. Grijsbeschilderde vlakke plint met rechthoekige, al dan niet gedichte keldervensters en verluchtingsroosters. Gevel opengewerkt met rechthoekige muuropeningen. Gedeeltelijk vernieuwd schrijnwerk.
Binnenin vertoont het pand de dubbelhuisindeling: centrale gang die de voordeur met de achterdeur verbindt; aan weerszijden sluiten de salons aan op de gang. De sobere aankleding van het pand dateert volledig uit 1876.
Deels onderkelderd door een tongewelf. In de salons is het eenvoudige lijstwerk met een centrale rozet in neo-Lodewijk XVI-stijl bewaard. Tweeledige indeling ook behouden op de verdieping. Oorspronkelijke kapconstructie op zolder.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. met medewerking van DENDOOVEN K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeenten Koolkerke, Sint-Jozef en Sint-Pieters, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL12, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)