erfgoedobject

Burgerhuis in art-nouveaustijl

bouwkundig element
ID
7283
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7283

Juridische gevolgen

Beschrijving

Burgerhuis in art-nouveaustijl gebouwd in opdracht van Marie Elisabeth Belpaire, naar een ontwerp door de architecten Laurent Duvivier en Adolphe Van Coppernolle uit 1912. Marie Elisabeth Belpaire (Antwerpen, 1853-Antwerpen, 1948), jongste dochter van Alphonse Belpaire (Oostende, 1817-Antwerpen, 1854) en Elisabeth Teichmann (Antwerpen, 1821-Antwerpen, 1900), behoorde tot de hoogste kringen van de Antwerpse katholieke burgerij. Zij debuteerde in 1887 als Vlaams schrijfster met een eerste dichtbundel, en was de eigenares en financier van het literair-culturele tijdschrift Dietsche Warande en Belfort. Als promotor van het katholieke meisjesonderwijs stichtte juffrouw Belpaire in 1902 het Franstalige Institut Belpaire in de Jozef De Bomstraat, in 1912 de Nederlandstalige Sint-Lutgardisschool, en in 1919 de Katholieke Vlaamse Hogeschool voor Vrouwen. Zij ijverde voor vrouwenkiesrecht, en zette zich tijdens de Eerste Wereldoorlog actief in achter het front in De Panne. Zelf woonde Marie Elisabeth Belpaire in een vandaag verdwenen hotel aan de overzijde van de Markgravelei, onderdeel van het domein Hertoghe, waaruit kan worden afgeleid dat de nieuwbouwwoning als investering in vastgoed bedoeld was.

De familie Belpaire behoorde van oudsher tot de belangrijkste grondeigenaars in het Leikwartier, en was verantwoordelijk voor de verkaveling van de Bosmanslei, de Van Putlei en de Arthur Goemaerelei. Architect Duvivier was samen met zijn oom als bouwpromotor actief in deze wijk, en liet er vóór de Eerste Wereldoorlog meerdere panden voor eigen rekening optrekken, waaronder zijn privé-woning. Vooral voor zijn architectuurontwerpen in art-nouveaustijl lijkt hij te hebben samengewerkt met jonge confraters zoals Van Coppernolle en Arthur Vander Heyden. De belangrijkste gezamenlijke realisatie van Duvivier en Van Coppernolle uit deze periode, is een imposante stadsvilla in art-nouveaustijl in de Bosmanslei.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, telt de rijwoning vier bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel is opgetrokken uit witte Silezische baksteen in kruisverband, ruim verwerkt met natuursteen voor de pui, de erker en structurele onderdelen als dorpels en vensterzuiltjes, op een arduinen plint. Symmetrisch van opbouw legt de compositie de klemtoon op de bredere middenas, daar waar de bel-etage wordt gemarkeerd door een imposante bow-window met vijflicht. De overige deur- en vensteropeningen onderscheiden zich door lateien op bewerkte kraagstenen. Het art-nouveaukarakter berust vooral op de bladwerkornamentatie van met name de erker, de vensterzuiltjes met kapiteel, en de fries van het hoofdgestel. Dit laatste wordt geaccentueerd door een brede kroonlijst. Het houten vensterschrijnwerk, oorspronkelijk met kleine roedeverdeling in het bovenlicht, is slechts gedeeltelijk bewaard; de deur is vernieuwd.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, die centraal over de volledige breedte wordt opgedeeld door de ruime traphal met bovenlicht. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond verder ruimte aan het kantoor en de keuken met keukenlift. Op de bel-etage neemt het salon over de volledige breedte de straatzijde in, en de eetkamer met aansluitend een wintertuin en het terras de tuinzijde. De tweede verdieping bestaat uit een grote en twee kleine slaapkamers en de badkamer, de derde verdieping uit drie overige slaapkamers en een 'cabinet de toilette'. De meidenkamers bevinden zich onder het dak.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1912#1138.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7283 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.