erfgoedobject

Herenhuis in beaux-artsstijl

bouwkundig element
ID
7377
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7377

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek en context

Herenhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van de handelsmakelaar Paul Wauters, naar een ontwerp door de architect Frans Van Dijk uit 1902. In de ruime tuin bevindt zich het in 1889 door architect Joseph Hertogs ontworpen koetshuis van het voormalige hotel Lynen-Könemann. Latere bewoners waren Max Halévy (1881-1933), de voorzitter van de Israëlitische Gemeente van Antwerpen, en diens echtgenote en weduwe Julia Lowy, die hier resideerde tot 1936-37.

De percelen van het hotel Wauters en de aanpalende burgerhuizen Tolkowsky en Reclus, maakten voordien deel uit van de tuinen van het hotel Lynen-Könemann. Dit neoclassicistische stadspaleis aan het 'rond punt' van de Belgiëlei (huidige nummers 75A-77), hoek Nerviërsstraat, was in 1860 ontworpen door de architect Charles Servais. Victor Lynen (1834-1894), een vermogend handelaar en bestuurder van diverse genootschappen, maakte naam als muziekmecenas en kunstverzamelaar, filantroop, liberaal politicus, en voorzitter van het uitvoerend comité van de Wereldtentoonstelling van 1885. De componist Franz Liszt logeerde hier in de jaren 1880 meermaals naar aanleiding van concerten. Na de verkaveling van de tuinen in 1901, werd het destijds opgesplitste hotel in 1904 voor twee derden gesloopt, en vervangen door de hotels Van Reybrouck. Het resterende hoekpand maakte in 1965 plaats voor een flatgebouw. Het koetshuis in de tuin van het hotel Wauters vormt het laatste overblijfsel van het hotel Lynen-Könemann.

Het hotel Wauters behoort tot het rijpere werk van Frans Van Dijk, die al vroeg in zijn loopbaan naam maakte als medeontwerper van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten aan de Leopold De Waelplaats. Omstreeks de eeuwwisseling deed hij zich verder opmerken met enkele van de meest opvallende huizengroepen in de wijk Zurenborg waaronder "Boudewijn met de IJzeren Arm" en "Scaldis" in de Cogels-Osylei, en het imposante Grand Hôtel Métropole in de Leysstraat. Als een van de uitverkoren architecten van de Antwerpse elite, de financiële wereld en het bedrijfsleven, beoefende hij zijn carrière lang een monumentaal architectuuridioom van eclectische signatuur.

Architectuur

Herenhuis

Met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat het herenhuis een souterrain, en drie bouwlagen onder een complex zadeldak. Het statige, rijk versierde gevelfront onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen op een arduinen plint. Veeleer pittoresk van karakter zijn dan weer de oorspronkelijk vrijstaande zijgevel, en de door een torentje met leien schilddak geaccentueerde achtergevel, opgetrokken in baksteenbouw met speklagen. De opdeling in een hoofdvolume en een poorttravee bepaalt de compositie van de lijstgevel, die verder een nadrukkelijke horizontale geleding vertoont, afgewerkt met een klassiek hoofdgestel. Over de eerste twee bouwlagen asymmetrisch van opzet, ligt in het hoofdvolume de klemtoon op de brede zijtravee, met een bow-window, een balkon en een breed korfboogvenster. Opmerkelijk is het spiegelboogvormige inkomportaal links, waarvan het bovenlicht de vorm heeft van een zwierige driepas. De poorttravee rechts, die door het terugwijken van de bovenste verdieping wordt geaffirmeerd, is opgebouwd uit een rondbogige koetspoort waarop een soort loggia met zuilen en een attiekbalustrade. Ontleend aan de Lodewijk XIV-, de régence- en rococostijl, bestaat de gevelornamentatie uit breed geprofileerd lijstwerk, maskerkop- of cartouchesleutels, rocailles en zware voluutconsoles. Fijn gedetailleerd is het houten schrijnwerk van de inkomdeur, de koetspoort en de vensters met typische roedeverdeling, evenals het sierlijke smeedijzer van de balkon- en vensterborstweringen, de bovenlichten en de keldertralies.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de woning voor de vermogende burgerij, met een opdeling in ontvangstruimten, privé-vertrekken, dienstlokalen en -circulatie. De traphal vormt over de volledige breedte de centrale ruimte van het hotel, verlicht door een kleurrijk glas-in-loodraam tussen zuilen, en met een smeedijzeren trapleuning. Oorspronkelijk werd deze op de begane grond geflankeerd door het salon aan de straatzijde, en door de eetkamer met veranda aan de tuinzijde. De slaapkamers namen de eerste verdieping in, met een terras achteraan. De koetspoort leidt onder de traphal door naar het koetshuis in de tuin. Het herenhuis werd in 1980 inwendig verbouwd en achteraan uitgebreid.

Koetshuis

Het neotraditionele koetshuis vormt een U-vormig paviljoen van één bouwlaag onder een zadeldak. Opgetrokken in bak- en natuursteen, wordt de opstand symmetrisch gemarkeerd door twee puntgeveltjes met een tweelicht, voluten, een fiaal en topstuk als bekroning. Het middengedeelte met de inrijpoorten en staldeuren, werd volgens de bouwplannen beschermd door een luifel in ijzer en glas.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1902#550, 1860#384 en 1889#1448.
  • HUYBRECHS, J. 1994: Frans Van Dijk Architect te Antwerpen 1853-1939, Antwerpen, 157-158.
  • BAECK, E. & BAECK-SCHILDERS, H. 2013: Victor Lynen (1834-1894), Een Antwerpse tycoon van Duitse komaf, HistoriANT 1, 83-109.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7377 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.