erfgoedobject

Burgerhuis in cottagestijl

bouwkundig element
ID
7682
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7682

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek en context

Voornaam burgerhuis in cottagestijl gebouwd naar een ontwerp door architect Alfred Portielje uit 1923. Opdrachtgever was de scheepsmakelaar William Robert Crighton (°Antwerpen, 1883), 'administrateur' van de Ateliers de Réparations Maritimes Béliard Crighton & C° en voorzitter van de British Legion in Antwerpen. Zijn vader ingenieur Robert Crighton (°Port Glasgow, circa 1822) was in 1874 vanuit Rock Ferry naar Antwerpen geëmigreerd om te werken voor de Red Star Line, samen met zijn echtgenote Jane Thomson en hun zeven kinderen tussen 21 en 6 jaar oud. William Robert Crighton, zoon van Robert Crighton en zijn tweede echtgenote Marie Elisabeth Chapman, huwde in 1907 met Eulalie Joanna Stéphanie (Nini) Portielje (Antwerpen, 1882-Antwerpen, 1940). Zij was de dochter van Auguste Victor Gerard Portielje, en een nicht van de architect. Het echtpaar Crighton-Portielje had één zoon, Robert Crighton, geboren te Antwerpen in 1912. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende William Robert Crighton in het Britse leger.

Het Antwerpse scheepsherstellingsbedrijf Béliard Crighton & C° werd in 1904 opgericht door Henri Gustave Béliard (Parijs, 1847-Antwerpen, 1920), diens twee zonen en de Schot Alfred James Crighton (°Rock Ferry, 1868), halfbroer van William Robert Crighton. De Parijzenaar Béliard was al sinds 1877 met een scheepsherstellingsbedrijf in de Antwerpse haven gevestigd. Het bedrijf fuseerde in 1961 met de firma Guthrie-Murdoch tot de nv Béliard-Murdoch.

De rijwoning in halfopen bebouwing beantwoordt aan het type van de stadsvilla, dat in de Bosmanslei en de Van Putlei het merendeel van de bebouwing uitmaakt. De pittoreske architectuur is getrouw geïnspireerd op de 'Old English'-stijl, de revival van de traditionele Engelse bouwkunst uit de renaissanceperiode, die in de jaren kort vóór en na de Eerste Wereldoorlog een ruime toepassing kende in de residentiële woningbouw. Alfred Portielje die overigens in 1907 als architect zijn debuut maakte met een cottagevilla aan de Van Putlei, de gesloopte woning Portielje-Cuperus (nummer 37), bediende zich tot in de jaren 1920 even vaak van de klassieke beaux-artsstijl. Zo tekende hij in hetzelfde jaar als de woning Crighton voor het "British Dominions House", het kantoorgebouw van de verzekeringsmaatschappij Eagle Star op de hoek ven de Meir en de Huidevettersstraat, voor zover bekend zijn meest monumentale realisatie. Met een clientèle uit de betere kringen, ontwierp de architect in deze periode niet minder dan vijf burgerhuizen in de Arthur Goemaerelei en de Van Putlei, waarvan één niet werd gebouwd en drie intussen zijn gesloopt. Tussen 1926 en 1934 vormde Portielje een succesvolle associatie met architect Jan De Braey, die zich onder meer toelegde op het appartementsgebouw van hoge standing, destijds een nieuwe typologie.

Architectuur

Het gebouw met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën aan de straat, telt drie bouwlagen onder een complex zadeldak (pannen). Opgetrokken in rode baksteenbouw met een decoratief metselverband, is ruim gebruik gemaakt van natuursteen voor de kozijnen, kraagstenen en waterlijsten. Het karakter wordt echter in grote mate bepaald door het houten stijl- en regelwerk van de twee puntgevels met windborden, die onderling van opbouw verschillen. De opstand strekt zich in een asymmetrische compositie over de drie gevelzijden van het gebouw uit, waarbij de klemtoon in de voorgevel op het brede zijrisaliet ligt, en in de zijgevel op het middenrisaliet. In de voorgevel wordt het risaliet gemarkeerd door de over twee bouwlagen oplopende, driezijdige erker met een balkon, en een eenledige geveltop met getorste balusters. Boven het korfboogportaal van de zijgevel rijst een overstekende, tweeledige geveltop op, naar traditioneel voorbeeld voorzien van een driezijdig erkerraam. Opvallende kenmerken ontleend aan de 'Old English'-stijl, zijn verder de vensterkozijnen met kruismonelen van uiteenlopende vorm, de typische schoorsteen op kraagstenen, en de in ajour gebeeldhouwde borstwering van het balkon met een typisch voluutmotief. Bewaard zijn de houten deur, en het stalen schrijnwerk met kleine roedeverdeling van de vensters, evenals het fraaie smeedijzeren voortuinhek. De garage in de tuin werd samen met de woning opgetrokken, en later vergroot.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, gericht op een welstellende levensstijl met inwonend personeel. Een traphal met bovenlicht deelt als centrale ruimte de woning over de volledige breedte op. De begane grond omvat verder een kantoor met wachtkamer, de vestibule met vestiaire, de keuken met keukenlift en de wasplaats. In de woonkamer die op de bel-etage de straatzijde inneemt, is de haard met zitjes uitgebouwd tot een typische 'inglenook'. De eetkamer aan de tuinzijde van de traphal, beschikt over een office en een overdekt terras. Drie slaapkamers met 'cabinet de toilette' en de badkamer bevinden zich op de tweede verdieping. Het dakniveau, slechts bereikbaar via de diensttrap, herbergt vier mansardekamers voor personeel of gasten, en een berging.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1923#15063, 1924#18678 en 1928#29299; vreemdelingendossier 481#32345.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in cottagestijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7682 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.