erfgoedobject

Sint-Christoffelhoeve

bouwkundig element
ID
78659
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78659

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Christoffelhoeve
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd monument Sint-Christoffelhoeve
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Sint-Christoffelhoeve met omgeving
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Stadskern Damme
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

"Sint-Christoffelhoeve", imposante hoeve opklimmend tot de 16de eeuw, gelegen in het historisch stadscentrum aan de brug over de Damse Vaart. De Sint-Christoffelhoeve is één van de weinige stadshoeves, gelegen binnen de 17de-eeuwse vestinggordel rond Damme. De hoeve stond eertijds in voor de bevoorrading van de bevolking bij langdurig beleg van de stad. Wellicht zogenaamd naar de Kleine Brugse Poort of de "Kristoffelpoort", heropgebouwd in 1448 op de rechteroever van de Reie.

Historiek

De historiek van de hoeve gaat terug tot minimum de 16de eeuw. Het woonhuis staat dan reeds gekend als de "Sint-Christoffel". Op de kaart van Pieter Pourbus (1561-1571) worden hoevegebouwen rondom een erf weergegeven. De schuur en stallingen dateren van circa 1700. Tot halverwege de 18de eeuw is de hoeve wellicht in het bezit van een ingezetene uit Brugge. In 1755 wordt de hoeve, gekend als "casteelgoet, genaemt de Proosdye" eigendom van kanunnik Johannes Van der Stricht, proost van het Onze-Lieve-Vrouwkapittel te Brugge (1742-1775) en tevens eigenaar van het huis "De Grote Sterre" en de hoeve "De Stamper". Waarschijnlijk laat hij kort na 1755 het bestaande 16de-eeuwse hoofdgebouw verbouwen in eenvoudige Lodewijk XV-stijl (zie onder meer mansardebedaking); tevens ook bouw van de grote inkompoort, de lagere stalvleugel en de schuur met wagenbergplaats. In het laatste kwart van de 18de eeuw wordt Franciscus Watelle (1760-1827), heelmeester en burgemeester van Damme, eigenaar van de hofstede. Bij de hoeve hoort dan onder meer een kruidentuin, een medicijnenkamer en een stal met 12 paarden. Het buitengoed wordt in de loop van de 19de eeuw omgevormd tot een landbouwbedrijf, zonder ingrijpende verbouwingen. Het woonhuis, de schuur met wagenbergplaats en de schuur en schaapstal aan de oostzijde van de straat worden weergegeven op de Atlas der Buurtwegen (1845).

In de tweede helft van de 19de eeuw wordt een duiventoren op het erf gebouwd. De hoeve wordt in de loop van de 20ste eeuw eigendom van notaris Van Caillie die er in 1948 zelf komt wonen. Hij laat het woonhuis verbouwen door de Brugse architect Maurice Vermeersch (1901-1977). In 1955 restauratiewerken onder leiding van architect Luc Viérin; dan wordt ook het wapenschild van kanunnik Johannes Van der Stricht boven de ingang geplaatst en een nieuw smeedijzeren toegangshek aangebracht. In de jaren 1958-1959 wordt onder meer het resterende deel van de stalling aan zuidzijde geïntegreerd bij het woonhuis. In 1970 wordt de vervallen schuur en schaapstal aan de overkant van de straat heropgebouwd. Sinds 1997 is een restauratie van de hoeve aan de gang in verschillende fasen, onder meer herstellingswerken aan dak en goten van bijgebouwen (1998), restauratie van woonhuis (2002), schuur, omheiningmuren en inkompoorten (sinds 2003).

Beschrijving

De Sint-Christoffelhoeve is gelegen in een groot ommuurd domein in de zuidwestelijke hoek van de Dammesteenweg en de Damse Vaart-West. Hoevegebouwen in L-vormige opstelling omheen erf. Omheiningmuur en poortgebouw aan de zuidzijde langsheen de Damse Vaart-West. Hoofdgebouw (woonhuis) met aangebouwde voormalige stalling aan oostzijde van het erf, langsheen de Dammesteenweg. Wagenbergplaats en schuur aan noordzijde van het erf, haaks op het woonhuis. Aan de oostzijde van de straat, buiten het ommuurd domein, bevinden zich de losstaande schuur en schapenstal, thans horend bij de hoeve "d'Oude Schaapskooi".

Witgekalkte en -geschilderde, verankerde bakstenen gebouwen op gepekte plint onder pannen bedaking (zwarte Vlaamse pannen). Gesloten karakter aan de straatzijde door hoge omlopende bakstenen omheiningmuur. Hoger uitgewerkte hoekpijlers bekroond met natuurstenen vazen. Aan de zuidzijde, imposante 18de-eeuwse korfboogvormige toegangspoort met schouderstukken en versneden vlakke steunberen, bekroond door drie vazen. Centraal boven ingang ingewerkte jaartalsteen "1955" met in reliëf wapenschild van kanunnik Johannes Van der Stricht waarop spreuk "PACEM OPTO". Nieuw smeedijzeren toegangshek van 1955.

Hoofdgebouw ten noorden van de stal vermoedelijk met oudere 16de-eeuwse kern, verbouwd in 1755. Dubbelhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok evenwijdig met straat). Drie hoge schouwvolumes; thans middelste afgebroken. Twee bredere middentraveeën aan erfzijde bekroond door driehoekig fronton waarin centrale oculus, voorheen beluikt. Licht getoogde muuropeningen waarin schrijnwerk met kleine roedeverdeling. Tegen het hoofdgebouw aan de straatzijde lage vooruitspringende aanbouw onder lessenaarsdak (keuken) met blinde straatgevel. Noord- en zuidgevel met licht getoogde muuropeningen; schrijnwerk met grote roedeverdeling; diefijzers. Arduinen onderdorpels.

Lager stalgebouw ten zuiden en in het verlengde van het woonhuis langs de Dammesteenweg, voorheen in gebruik als paardenstal en in verschillende fasen in de 20ste eeuw omgebouwd tot woonvertrekken. Toegang langs erfzijde gemarkeerd door bakstenen pijlers met vaasbekroning. Langgestrekte éénlagige vleugel onder mansardedak (nok evenwijdig met de straat). Houten kroonlijst op consoles. Gesloten straatgevel; erfgevel thans met zes traveeën; licht getoogde muuropeningen waarin schrijnwerk met kleine roedeverdeling. Verdwenen laadvenster tussen geblokte pilasters onder fronton; later aangebrachte spiegelboogvormige houten dakkapellen met ovalen vensters, in 1968 vervangen door volledige invulling met schrijnwerk (kleine roedeverdeling). Zuidelijke zijpuntgevel met grote oculus; verdwenen bolbekroning.

Interieur. De oorspronkelijk indeling van het woonhuis bestond uit een zaal, de "salettekamer", de keuken, drie bovenkamers en een zolder. Oorspronkelijke aankleding thans grotendeels verdwenen. Links van de inkom, eetplaats waarvan zoldering met moerbalken voorzien van balksleutels op consoles. Centraal een neoclassicistische schouw, haardwand bekleed met (Rotterdamse) geglazuurde tegeltjes uit het laatste kwart van de 18de eeuw, aangevuld met 19de- en 20ste-eeuwse exemplaren en met "schildpadtegels"; in het midden reducerend gebakken 'klompjes'. In het salon, rechts van de inkom, een ompleisterde balkenroostering. Rococoschouw met kleurrijke keramische bekleding uit het derde kwart van de 18de eeuw, afkomstig uit de Brugse faiencefabriek van Hendrik Pullinx, uitgebroken in 1940, herplaatst in 1945. Lijstwerk aangevuld met rococodecoratie op boezem en overwelving. Ten zuiden daarvan, in het tweede salon in de lagere vleugel, slechts enkele authentieke elementen bewaard, onder meer tweede gelijkaardige rococoschouw van dezelfde ontwerper. Recent aangebracht stucwerk op boezem en plafond. Overige vertrekken op benedenverdieping heringericht in 1957. Op bovenverdieping drie 18de-eeuwse schouwboezems met stucwerk bewaard.

Ten noorden van het erf hoge monumentale wagenschuur onder typerend mansardedak. Tweebeukige dwarsschuur voorzien van steunberen; spitse korfboogvormige doorrit, gedichte rechte doorgang aan erfzijde; noordwestgevel met korfboogpoort. Voormalige schaapstal in zuidelijke aanbouw onder lessenaarsdak. Geïncorporeerde wagenbergplaats aan oostzijde, opengewerkt door korf-boogopeningen, respectievelijk drie aan erf-, één aan oost- en één aan noordzijde. Spiegelboogvormig dakvenster. Naar verluidt hing in de schuur een klokje van de bekende Brugse klokkenmaker Dumery uit 1760, gemaakt in opdracht van kanunnik Van der Stricht.

De wagenbergplaats wordt aan de oostzijde verbonden met het woonhuis door een aanbouw, waarin oorspronkelijk de bakoven was gevestigd; hierboven wordt in 1909 een klokkenstoeltje met klokje gebouwd.

Ten zuiden van de schuur aangebouwde opmerkelijke duiventoren uit de tweede helft van de 19de eeuw. Baksteenbouw van twee bouwlagen op vierkant grondplan onder pannen zadeldakje (nok evenwijdig met schuur). Boven elkaar gelegen centrale deurtjes geflankeerd door getraliede ramen; driehoekig venstertje in de top.
Ommuurde, deels gekasseide binnenplaats met leilinden tegen de westgevel van het woonhuis, voorheen met onder meer boomgaard en afgesloten tuintje; enkele bewaarde treurwilgen. Aalput en varkensstallen verdwenen bij de aanleg van een zwembad.

Voormalige losstaande schuur met schaapstal behorend bij de Sint-Christoffelhoeve aan de oostzijde van de Dammesteenweg, op de hoek met de Damse Vaart-West. Thans behorend bij hoeve "d'Oude Schaapskooi". Schuur uit eind 18de-begin 19de eeuw, heropgebouwd in 1970 omwille van vervallen toestand. Langgestrekte éénlagige baksteenbouw onder zadeldak (nok evenwijdig met straat; Vlaamse pannen); witgeschilderde straatgevels op zwart geschilderde plint. Vlechtingen aan noordzijgevel. Klimmende dakvensters met luik. Rechthoekige poort aan zuidzijde; getoogde staldeuren en kleine stalvensters. Natuurstenen bolbekroning op top van zuidpuntgevel. Aan erfzijde van de hoeve nieuwe poorten en lagere aanbouw onder lessenaarsdak.

  • Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief nr. W/00253 en Levend Archief.
  • CLEMENT T.; GHOBERT J. ; HUART C., Les anciennes constructions rurales en Belgique en les petites constructions des béguinages en Belgique, IV, Brussel, 1919, p. 94-96.
  • DENDOOVEN K., Bouwhistorische nota van de Sint-Christoffelhoeve te Damme,2001.
  • DENDOOVEN K., Bouwhistorisch onderzoek inzake de roedeverdeling aan de tuinzijde van het woonhuis van de Sint-Christoffelhoeve te Damme, 2002.
  • DEVLIEGHER L., Damme in Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 5, Tielt, 1971, p. 168-169.
  • HEYNEMAN D.; HEYNEMAN L., Ontdek Damme. Praktische gids, Damme, 1977, p. 29.
  • RAU J., Het Damme van toen en omgeving. Brugge, 1981, p. 34.
  • TERRYN C., De houten schuur van het Hof van Sijsele. Graanschuren in Damme en omstreken, Damme, 2005, p. 116-117.
  • VANDENBERGHE R., Damme, geïllustreerde gids, Brugge, 1978, p. 32-33.
  • VAN HAECKE B., Wegwijs in Damme en omgeving, Brugge, 1985, p. 46.
  • VAN POUCKE G., Archiefbeelden Damme, v.z.w. 't Zwin Rechteroever Grondgebied Damme-Gloucestershire, 2003, p. 58.

Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van SANTY P. & SNAUWAERT L. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Damme, Deel I: Stad Damme, Deelgemeenten Hoeke, Lapscheure en Moerkerke, Deel II: Deelgemeenten Oostkerke, Sijsele en Vivenkapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL17, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Waarnemingen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Christoffelhoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78659 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.