Hoekhuis en voormalige herberg, gelegen tegenover de kerk. In de 19de eeuw bewoond door de familie Streel, vooral bekend als horloge- en klokkenmakers. Vrij uniek voorbeeld van een Kempisch verdiepingshuis. De typologie verraadt Nederlandse invloed, vooral de achteraan lagere en asymmetrische oostzijpuntgevel. In 1984, grondige "renovatie" van het interieur.

Dubbelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder mank zadeldak (nok parallel aan Stad, Vlaamse pannen) met oostaandak, in kern mogelijk uit de 18de eeuw, confer de al aangeduide bebouwing op de Ferrariskaart (1771-77) en in de Atlas van de Buurtwegen (1845), de steile dakhelling en de ankers met gekrulde spie, evenwel 19de-eeuwse gevelordonnantie.

Bepleisterde en beschilderde, van imitatievoegen, hoekbanden en fries voorziene, verankerde baksteenbouw op geprofileerde plint met getoogd keldergat links; volledig vernieuwd houtwerk doch behouden geprofileerde kroonlijst op consoles bestaande uit een voluut en een akant. Getoogde muuropeningen in geprofileerde omlijstingen, de vensters op beschilderde hardstenen lekdrempels, de deur op neuten. Oostzijpuntgevel met vier gelijkaardige vensters en twee kleinere rechthoeken in top.