Statige herenwoning gelegen links van de Kasteeldreef. Vormde oorspronkelijk waarschijnlijk een geheel met nummer 25.

Het pand wordt in het landboek van 1651 vermeld als "schepenhuijs". Het 'Cheynsboek van Wacken-binnen' van 1712 beschrijft het als een eigendom van de graaf. In 1890 verhuurt de toenmalige eigenaar, baron Kervyn de Lettenhove het gebouw aan de Belgische Staat om er een gendarmerie in te richten. In 1956 aangekocht door de gemeente Wakken en vestiging van de gemeentediensten, sedert 1977 vestiging van het OCMW.

Halfvrijstaand dubbelhuis van twee bouwlagen en vijf traveeën onder zadeldak (mechanische pannen). Kan teruggaan tot de 18de eeuw, eventueel met oudere kern, oorspronkelijk bepleisterd. De zij- en achtergevel dragen sporen van verschillende verbouwingen. Verankerde, rode baksteenbouw met bruinbakstenen, ontpleisterde voorgevel boven een gepekte plint. Afgelijnd door brede, zwartbeschilderde kordons en kroonlijst op klossen. De muurdammen op de begane grond zijn uitgewerkt als geblokte pilasters. Licht getoogde muuropeningen, vensters met bewaard schrijnwerk en grote roedeverdeling, vlakke omlijsting. Op de begane grond oorspronkelijk met luiken, zie duimen. Kroonlijst op klossen. Centraal balkon op uitgelengde consoles met gietijzeren balustrade.

Interieur. Salon met inslag van de Lodewijk XVI-stijl: sokkellambrisering, gestoffeerde casementen, supraportes voorzien van guirlandes, stucplafond. Eenvoudige marmeren schouw met diamantkoppen op uitgelengde consoles.

Geplaveide binnentuin met haakse vleugel van twee bouwlagen en zes traveeën. Gepekte plint en geprofileerde bepleisterde kroonlijst. Licht getoogde muuropeningen in een vlakke, beschilderde omlijsting. Bewaard schrijnwerk, onder meer met kleine roedeverdeling en geprofileerde tussendorpels.

Voormalige paardenstallen: L-vormige vleugel van anderhalve bouwlaag onder zadeldak. Bepleisterde en beschilderde gevel boven een gepekte plint. Rondboogarcade met pilasters.