Voormalige hoeve, eertijds "Roosenbroeck, ferme" of "Hof te(n) Roosenbroeck", zie midden 19de-eeuwse kaart in de Atlas der Buuurtwegen en P.C. Popp. Opgetekend op een kaart van goederen van het begijnhof en van de infirmerie van Sint-Elisabeth te Gent in 1751 en 1794, bewaard in het OCMW archief van Gent, als een omgrachte hoeve met bijgebouwen opgesteld in U-vorm, naast een omgracht perceel met bomen. Op de 19de-eeuwse kaarten is het erf aan de vier zijden bebouwd. De site is nu gereduceerd tot een deels omgracht erf, met achterin gelegen woonhuis en stal aan de straat.

Bakstenen boerenhuis van zeven traveeën, geritmeerd door lange rechte muurankers, afgedekt door een zadeldak met rode pannen. De naar de straat en het oosten gerichte voorgevel was voorheen gewit op een gepikte plint en wordt afgelijnd door een geprofileerde stenen daklijst. Nagenoeg rechthoekige muuropeningen, vensters met vernieuwd schrijnwerk op arduinen dorpels. De deur behoudt de aanzet van de vroegere zandstenen deuromlijsting. In de bakstenen achtergevel bleven de oude zandstenen bovendorpels en hoekstenen aan de ramen bewaard, en het getraliede bolkozijn van de opkamer.

De oorspronkelijke structuur en binnenindeling met overwelfde kelder, balklaag en schouwen bleef grotendeels bewaard. De voordeur leidt naar een kleine hal met een trap naar de zolder. Rechts van de voordeur bevinden zich een woonkamer en slaapkamer. De woonkamer bewaart de samengestelde balkenlaag, de vloer met grijze plavuizen en een haard met oven.

In de slaapkamer, betegeld met rode plavuizen en voorzien van een samengestelde balkenlaag met versierde moerbalk, bevindt zich een muurhoge vaste kast. Vanuit de slaapkamer is een kleine opkamer boven de gewelfde kelder toegankelijk via een trapje op een houten luik, achter het luik bevindt zich de toegang tot de kelder met een bakstenen keldertrap. Links van de inkom bevond zich de "beste kamer", voorzien van een samengestelde balkenlaag met één moerbalk. In de keuken aan de achterzijde is de moerbalk voorzien van sloffen. De zolder van het woonhuis, is verdeeld door nokstijlspanten met telmerken.

Rechts van het huis, vroegere paardenstallen, met gemetste voederbak en ruif.

Ten oosten van het erf, aan de walgracht en het inrijhek, stalgebouw van drie traveeën onder pannen zadeldak. Volgens kaartgegevens in kern opklimmend tot begin 19de eeuw. Binnenin afgezaagde zware moerbalkkoppen, op een later tijdstip verstevigd door jonger ijzeren trekkers.