erfgoedobject

Gemeentehuis Wetteren

bouwkundig element
ID
84992
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/84992

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gemeentehuis Wetteren
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Gemeentehuis Wetteren
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gemeentehuis van Wetteren
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Beschermd monument bij ministerieel besluit van 8 juli 1999.

Historiek

Zoals in de meeste dorpen was het oude gemeentehuis van Wetteren in een herberg gehuisvest. Een eerste vermelding vinden we in 1714 met de aankoop van de herberg Den Appel op de Markt, ter hoogte van de huidige nummer 6-7, met tot 1846 nog herberg op de gelijkvloerse verdieping. Nadien werd het hele gebouw door het gemeentebestuur, het archief en de vrederechter gebruikt.

Naar aanleiding van het indienen van de plannen voor de nieuwe kerk in 1857-58 werd door het schepencollege voor het eerst de vraag naar een groter gemeentehuis geuit waar ook de brandweer, de waag en een overdekte markt een onderkomen zouden vinden. Vanaf 1862 gaat men op zoek naar een geschikte bouwplaats op de Markt naar de wensen van burgemeester Vilain XIIII. In 1863 wordt de brouwerij Van Hoecke op de linkerhoek met de Kerkstraat aangekocht. Door de noodzakelijke verbreding van de Kerkstraat wordt dit perceel echter te klein bevonden en moet een nieuwe locatie gezocht worden. Gezien de ideale ligging van de gebouwen rechts van de Kerkstraat, juist tegenover de kerk, worden onderhandelingen gevoerd met de eigenaars en worden twee panden respectievelijk aangekocht en onteigend.

Het voorontwerp voor een nieuw gemeentehuis en vredegerecht van de Gentse architect Ferdinand De Noyette genoot de voorkeur van de Raad en op 9 juni 1870 kreeg hij opdracht de definitieve plannen uit te voeren. Door zijn overlijden kort nadien zal zijn broer, architect Modeste De Noyette de definitieve plannen indienen en ondertekenen "pour la veuve De Noyette" op 6 oktober 1870.

Op 1 mei 1871 werd overgegaan tot de openbare aanbesteding. De werken werden toegewezen aan de aannemers François Migom en Joseph Charles Ramont uit Gent. Begin 1872 vingen de bouwwerken aan. Bij het 50 jaar burgemeesterschap van Charles Hippolyte Vilain XIIII werd op 17 juni 1872 een gedenksteen geplaatst in de in opbouw zijnde hal van het gemeentehuis. In 1873 (jaartal in voorgevel) was het bouwwerk klaar doch de officiële inhuldiging had pas in 1874 plaats; inmiddels was burgemeester Vilain XIIII echter overleden.

In 1938 werd op de koer achteraan een overdekte markt gebouwd die in 1952 plaats moest ruimen voor een nieuwe administratieve vleugel met brandweer aan de Kerkstraat onder leiding van de Wetterse architect Eugène De Witte. Het beeldhouwwerk aan het portaal werd uitgevoerd door G. Annaert. Architect De Witte was enkele jaren later ook verantwoordelijk voor een aantal wijzigingen in het interieur. De bordestrap werd vervangen en de centrale vestibule op de bovenverdieping kreeg een vlak plafond waardoor de bovenste galerij afgesloten werd en volledig verkommerde.

In 1959 werd het souterrain gedeeltelijk ingericht als "Heemkundig Museum Jan Broeckaert". Een gedenkplaat van Jan Broeckaert (1837-1911), gemeentesecretaris op het ogenblik van de bouw van het gemeentehuis en geschiedkundige die samen met Frans De Potter onder meer "de Geschiedenis van de gemeenten van Oost-Vlaanderen" schreef, herinnert hieraan. Het vredegerecht verhuisde in dezelfde periode naar een nieuwe locatie waardoor een aantal ruimten van functie veranderden.

Beschrijving

Het nieuwe gemeentehuis met duidelijk stedelijke allure werd gerealiseerd in een classiciserende eclectische stijl met voornamelijk neobarokke elementen en een opmerkelijk neoclassicistisch interieur. Het werd gebouwd op rechthoekige plattegrond met korte zijde van drie traveeën aan de Markt en een vrijstaande linkerzijde van zeven traveeën aan de Kerkstraat. De rechterzijde, grenzend aan de bepleisterde huizenrij van de Markt, werd bovenaan blind afgewerkt met een gecementeerde gevel. Het gebouw telt twee hoge bouwlagen boven een souterrain en wordt afgedekt door een leien mansardedak. Het werd opgetrokken uit bak- en kalkzandsteen op een hoge afgeschuinde sokkel van blauwe hardsteen van Ecausinnes.

De uitgewerkte voorgevel wordt voorafgegaan door een haast gevelbrede arduinen bordestrap met balusterleuningen en postamenten met gietijzeren lantaarns. Een steekboogvormig deurtje in de pui geeft toegang tot het souterrain met huidig Museum.

De symmetrische voorgevel met voornamelijk horizontaliserende en verticaliserende accenten is hiërarchisch opgebouwd: afgevlakte bossage voor de sokkel, een vrij sobere verhoogde begane grond met omlijste deur en vensters en een rijkelijk uitgewerkte bovenverdieping met gemarkeerd middenrisaliet met balkon. Sokkel en verhoogde begane grond werden volledig conform aan de bouwaanvraag uitgevoerd. Geblokte pilasters begrenzen het middenrisaliet en de hoeken. Een vernieuwde deur in een rechthoekige geprofileerde zandstenen omlijsting met sluitstuk, vertoont een bovenlicht met gesmeed ijzer en verguld gemeentewapen; een fijnere geblokte omlijsting markeert de tweelichten in de zijtraveeën. Het centrale deurvenster op de bovenverdieping, voorafgegaan door een balusterbalkon met siervazen op de hoekpostamenten, wordt geflankeerd door twee gedrapeerde figuren: links een gebaarde man en rechts een vrouwenfiguur, die Gezag en Recht verpersoonlijken. Zij dragen een rondboogvormig hoofdgestel met rijk gedecoreerd sluitstuk en jaartal 1873 onderaan. De geriemde deuromlijsting wordt bekroond met een blinde oculus met sluitstuk. Het balkon zelf rust op gekoppelde voluutvormige consoles met guirlandes en leeuwenkopjes. De zijvensters zijn hier ook in een rijkere omlijsting gevat met gegroefde pilasters en negblokken en bekroond door segmentboogvormige gebroken frontons met wapenschilden. Twee achthoekige zandstenen arkeltorentjes op geprofileerde voetstukken en met bekronende koepelvormige dakjes begrenzen de bovengevel. Een zandstenen hoofdgestel met gelede architraaf, een met panelen versierde fries en een zware kroon- en tandlijst op klossen, boven de traveeën gedragen door voluutvormige consoles, lijnt de gevel af. Boven de daklijst wordt het middenrisaliet bekroond door een zandstenen nis met vleugelstukken en afdekkend gebogen fronton met siervaasbekroning. Twee gebaarde hermen met slinger en kroon omkransen het gemeentewapen. Een blinde attiek met slingermotief bekroont de zijtraveeën. Een sierlijke opengewerkte achthoekige dakruiter met koepelvormig dak staat vooraan op de nok van het mansardedak.

De zijgevel in de Kerkstraat is soberder opgevat. De omlopende sokkel met afgevlakte bossage wordt doorbroken door segmentboogvormige getraliede venstertjes en dito deur. De vensters van het licht uitspringend middenrisaliet van drie traveeën worden geaccentueerd door rechte en gebogen waterlijsten. Kleine rechthoekige venstertjes verlichten de zolderverdieping. Een identiek arkeltorentje begrenst de gevel aan de zuidzijde.

De oorspronkelijke achtergevel met uitspringende middentraveeën en drielicht is sinds 1952 ingebouwd door de aanpalende nieuwe vleugel.

De plattegrond en de indeling van het interieur bleven nagenoeg ongewijzigd. Enkel de functie van de verschillende vertrekken wijzigde. Volgens de oorspronkelijke plannen was een politiebureau, conciërgewoning en archief van het vredegerecht voorzien in de onderbouw. Heden is het volledige souterrain ingenomen door het museum. De verhoogde begane grond voorzag links van de centrale gang burelen en rechts de trouwzaal, nu zijn respectievelijk de burelen van de gemeentesecretaris en burgemeester er gevestigd. De centrale vestibule gaf rechts toegang tot de trappenhal en links en achteraan tot de kantoren en audiëntiezaal van het vredegerecht. Vierkante pijlers met in geel en okerkleur geschilderde rondboogarcaden verdelen de ruimte in drie beuken. De linkerbeuk wordt verlicht door vensters aan de Kerkstraat; de rechterbeuk, met vernieuwde trap, loopt over twee verdiepingen door en wordt verlicht door vernieuwde ramen rechts bovenaan. Het vroegere vredegerecht, vandaag gebruikt als trouwzaal, behoudt een merkwaardig gedrukt tongewelf met cassettenplafond gestut door Korinthische pilasters. De centrale deuren kregen nieuwe omlijstingen en deurstukken met toegevoegde bas-reliëfs. De circa 1960 vernieuwde trap op de plaats van de oorspronkelijke bordestrap, met open houten traptreden en ijzeren traphek, leidt naar de bovenverdieping met opnieuw een symmetrisch opgevatte centrale vestibule van drie op drie traveeën, thans afgedekt door een vlakke zoldering. Oorspronkelijk echter liep de ruimte door tot in het dak met een open galerij op de zolderverdieping en afdekkend spiegelgewelf op steekkappen.

De eveneens herschilderde wanden van de vestibule op de bovenverdieping worden geleed door Ionische pilasters die een omlopend hoofdgestel met tandlijst ondersteunen. Rechthoekige omlijste deuren geven toegang tot de verschillende vertrekken. De oorspronkelijke paneeldeuren zijn verscholen achter vlakke platen.

De noordelijke deur geeft toegang tot een imposante zaal die uitkijkt op de Markt, de oorspronkelijke "Grande Salle du Conseil Communal", later feestzaal en tentoonstellingsruimte. De zaal, overwelfd door een spiegelgewelf met steekkappen, afgelijnd door stucfriezen, is opgedeeld in drie traveeën en drie beuken door telkens twee pilasters voorafgegaan door zuilen op hoge, rijkelijk versierde sokkels en composietkapitelen en die een zwaar hoofdgestel met voluutvormige kraagstukken schragen. De nis in de linkerzijgevel is verrijkt met een buste.

De deur in de zuidzijde van de grote vestibule geeft toegang tot drie kantoren achteraan.

Een deur in de linkerhoek leidt naar een houten wenteltrap die toegang geeft tot de bovenste, nu afgesloten verdieping van de vestibule met omlopende galerij en lage houten balustrade. De traveeën worden gemarkeerd door vlakke pilasters waarvoor plaasteren hermen staan die een zwaar verkropt hoofdgestel met tandlijst dragen. De hermen in de vier hoeken stellen gebaarde mannen voor, deze in de zijgevels jongelingen. Het spiegelgewelf rust op steekkappen met rondboogvelden. De dichtgemaakte ruimten achter de galerij worden thans als archief gebruikt.

  • Gemeentehuis Wetteren, Archief Technische Dienst, dossier 2.073.541.
  • Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed, Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen, Ruimtelijke Ordening Oost-Vlaanderen, Onroerend erfgoed, Archief.
  • BROECKAERT J., Geschiedenis van Wetteren, gevolgd van eene historische schets der omliggende gemeenten, Gent, 1862.
  • DEVOS P., De gemeentehuizen van Oost-Vlaanderen, Band 2, Inventaris van het Kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen, XVII, Gent, 1982, p. 883-888.
  • Heem- en Geschiedkundige Kring "Jan Broeckaert" Wetteren, Open Monumentendag Wetteren, Wetteren, 1998.
  • Symbolen, Open Monumentendag Wetteren, Wetteren, 2002, p. 6-7.
  • UYTTENDAELE R., Wetteren 1780-1900. Kroniek van een gemeente, Wetteren, 1980, p. 61-68.
  • VAN POUCKE T., Bouwhistorisch onderzoek gemeentehuis Wetteren, onuitgegeven verhandeling Postgraduaat Monumenten en Landschapszorg, 2000-2001.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gemeentehuis Wetteren [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/84992 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.