erfgoedobject

Sint-Jozefcollege

bouwkundig element
ID
85505
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/85505

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Jozefcollege
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Schoolcomplex in nieuwe zakelijkheid / art deco, 1934-1936, naar ontwerp van Lode Taeymans s.j. (broer van J. Taeymans), opgetrokken in samenwerking met Brussels architect J.B. Van den Broeck.

De oorsprong van het Sint-Jozefcollege gaat terug op Pieter De Nef, tijkkoopman en wijnhandelaar, die in 1817 een Latijnse school oprichtte in de Begijnenstraat; in 1820 verhuisde hij naar de Herentalsstraat waar hij in 1829-1831 het officieel Latijns college overnam. Een jaar na zijn dood, in 1844, droeg De Nefs dochter zijn school over in handen van de jezuïeten; deze namen in 1849 hun intrek in het vroegere stadscollege.

Na verloop van tijd voldeden de oude collegegebouwen niet meer; in 1933 kochten de paters een eigendom, 22 hectare groot, van de erven de Fierlant op het Stokt; in 1934-1936 verrees hier één der grootste Belgische schoolcomplexen.

Het overzichtelijk ontwerp van L. Taeymans voorzag zes, loodrecht op elkaar ingeplante en volledig onderkelderde vleugels, in hoogte variërend van één tot vier bouwlagen met acht binnentuinen en vijf speelplaatsen tussen de blokken; het geheel zou op een verhoogd terrein van 250 x 250 meter worden gebouwd, omgeven door een immens park.

Studiezalen, ontspanningslokalen en refters waren voorzien op de benedenverdieping, klaslokalen op de bovenverdieping Of in een gelijkvloerse zijvleugel, brede trappen en liften in de knooppunten van de assen. Plechtige inzegening door monseigneur Heylen van de gedenksteen in de voorgevel van het internaat op 12/5/1935; in september 1936 werd het schooljaar in het nieuwe college geopend.

De helft van het voorziene complex was toen voltooid: een vleugel met kamers voor internen op drie verdiepingen en deels gelijkvloers, met in het verlengde een vleugel met kamers voor de paters op de verdieping en een looppiste op het dak; klaar was ook een deel van de middenvleugel met vooraan keuken en refters, achteraan kapel (huidige expressiezaal), oefenlokalen voor het musiceren en de grote traphal voor repetities met de fanfare. Ook de vrijstaande stoom- en elektrische centrale, evenals vier speelplaatsen en twee verlaagde binnentuinen met grote verzonken en ommuurde diepten langs de bijkeukens waren voltooid. In 1937 overleed L. Taeymans.

Na 1945 werd het werk in drie bouwfasen door andere architecten voortgezet doch meestal niet in de geest van het oorspronkelijk ontwerp. (Zie ook de directeurswoning van het Koninklijk Lyceum, de Pinksterkerk en Herentalsstraat straatnota).

Luchtig opgevat complex met rastervormig grondplan waardoor een geheel van rechthoekige en U-vormig gesloten binnenplaatsen ontstaat dat verdere uitbreiding mogelijk maakt. Centrale inkompartij, met in het verlengde keukens, refters, en zo meer; vleugels met klaslokalen voornamelijk te situeren ten noorden en ten westen met de lange internaatsvleugel als oorspronkelijke noordelijke begrenzing; feest- en oude gymzaal ondergebracht in de meest westelijke vleugels, jezuïetenklooster voornamelijk aan de zuidzijde.

Apart gebouw ten zuidwesten met thermische centrale; aan de zuidoostelijke zijde van het complex, collegekerk, zogenaamd "Pinksterkerk", van 1960-1961 naar ontwerp van architect A. Bressers, door middel van een beglaasde gang verbonden met het klooster. Nieuwe gymzaal aan noordzijde.

Rechthoekige bakstenen vleugels van twee (administratief gedeelte, klassenvleugels) of vier bouwlagen (internaat) onder plat dak; knooppunten met betonkolommen rond de trappen als ondersteuning van de traphallen.

Met rode parementsteen beklede, horizontaal gevoegde lijstgevels, op plinten van "petit granit"; de kordonvormende vensterbanken van beige keramiekplaten en de doorlopende uitspringende betonbalken boven de vensters benadrukken het horizontalisme van het basisconcept; ook in de rechthoekige muuropeningen, overwegend met originele ramen en deuren van glas en metaal (oorspronkelijk in zwarte en oranje tinten beschilderd) en opgenomen in harmonieuze composities, domineert de horizontale lijn; uniek voor die tijd is het doorlopend raam van de oefenlokalen voor het musiceren, geplaatst aan de binnenzijde van de muur achter volledig vrijstaande kolommen; ook de luifels aan de speelplaatsen, de buitenbordessen en trappen geven speciale accenten aan het geheel; bijzonder verzorgde knooppunten.

Verticaal geaccentueerde traphallen en inkompartij, gemarkeerd door lisenen en vlaggenmasten.

De gangen op de bovenverdieping, grenzend aan de twee kleine binnentuinen (achter de inkom) en bedoeld als toegang tot de collegekerk, kregen een aparte vormgeving: door het gebruik van lisenen, verticaal aangebrachte metsellagen en keperboogvormige bovenvensters wordt hier de sfeer van een kloosterpand gesuggereerd.

Zeer ruimtelijk en licht opgevat interieur met bepleisterde wanden en plafonds, fijne stalen profielen voor ramen en deuren, vlakke radiatoren; opvallend zijn vooral de alomtegenwoordige lambriseringen van gespikkelde, pastelkleurige eternietplaten (steeds zwart omlijst) en de vloerbetegeling, telkens met andere patronen en kleurschakeringen, eveneens naar ontwerp van L. Taeymans en verwijzend naar de Nederlandse Stijlbeweging; kenmerkende trappartijen, met gebruik van marmer, faience, bepleistering, metalen trapleuningen en –palen met geometrische vormgeving (oorspronkelijk in bruine en groene tinten); voormalige kapel, nu expressiezaal, voorheen met glas-in-loodramen door L. Asperslagh.

  • Stadsarchief Turnhout, bouwaanvragen, 1934, dossier 163; 1935, dossier 358.
  • FLOUQUET P.-L., Le collège Saint Joseph, in Bâtir, nr. 52, 1937, p. 1114-1116.
  • S.N., 150 jaar Sint-Jozefcollege te Turnhout, Turnhout, 1996, voornamelijk bijdrage door P. Neefs, p. 52-55.
  • S.N., Lodewijk Taeymans s.j. o.l.v. C. DIGNEFFE, Kortrijk 1938, p. 51-66.

Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 1997: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Turnhout, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Jozefcollege [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/85505 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.