erfgoedobject

Belfort en halle

bouwkundig element
ID
86767
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86767

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Belfort en halle
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als unesco werelderfgoed kernzone Belfort en halle
    Deze aanduiding is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Belfort en halle
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als unesco werelderfgoed bufferzone Belfort en halle: buffer
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

Belfort en halle centraal gelegen op de "Neermarkt".

Historiek

In 1275 staat Beatrijs van Brabant en (erf)vrouw van Kortrijk toe een lakenhalle te bouwen op het Marktplein, ten westen van het hospitaal waar tot dan toe de waren verhandeld worden. Vermoedelijk wordt in de loop van de 13de of de 14de eeuw naast de halle een stenen belfort opgetrokken, hoewel sommige bronnen reeds gewagen van een eerste (houten) belfort in de 12de eeuw, volgens J. Devriendt gesitueerd op de hoek van de Hoogstraat en de Sint-Janstraat, doch dit wordt door geen enkele archivalische bron bevestigd.

Op de stenen basis van de toren na, worden in 1381 de hallen verwoest door de Gentse "Witte Kaproenen". In 1384-1385 worden de restanten als versterkte plaats ingericht door de Tieltse baljuw Michel Galle. Pas vanaf 1394 vat men de heropbouw aan.

Tegen 1406 heeft men de halle herbouwd met op de verdieping een schepenkamer die vanaf 1418 via een bordes bereikbaar is. In 1422 wordt de toren verstevigd door het aanbrengen van een bakstenen tongewelf in de benedenverdieping. Het jaar erna wordt een nieuwe klok in de toren gehangen, gemaakt door Michel Leenknecht uit Brugge. In 1431 wordt de windwijzer van de halle afgenomen en op de toren geplaatst.
Door het oorlogsgeweld in 1452 door het leger van Filips de Goede en een jaar later door de Gentse Groententers, brandt de halle uit; alleen de torenromp blijft overeind. Bij de herstellingswerken vanaf 1454 en in 1466-1468 krijgt het belfort voor het eerst een campanilevormige bekroning in plaats van het bestaande tentdak. In 1491 kent de stad opnieuw een gewelddadig optreden door de Gentenaars waarbij de halle en ook het belfort worden geteisterd. De schade wordt hersteld in het begin van de 16de eeuw en in 1501 wordt een uurwerk aangekocht.

In 1520 wordt op de halle een klokkentorentje geplaatst om het openen en sluiten van de lijnwaadmarkt aan te kondigen. Boven de grote ingangspoort aan de westzijde wordt een Onze-Lieve-Vrouwebeeldje geplaatst, werk van Jan van Cattebrouck uit Brugge en verguld door een Tieltse schilder. Bij het beeldje wordt een lantaarn gehangen aan een ketting met smeedijzeren arm. Een brand verwoest in 1545 de halle en het belfort. Reeds in 1546 wordt een nieuwe klokkentoren opgetrokken met een uurwerk vervaardigd door de Tieltse slotenmaker Pieter Bottins. In 1548 wordt de eerste beiaard geplaatst. In 1557-1560 gebeuren herstellingswerken en een uitbreiding met een nieuw en groter schepenhuis boven de galerij aan de oostkant van de toren. Het belfort krijgt het huidig uitzicht met gevels in renaissancestijl zie onder meer verwerking van natuursteen voor bogen, gepolychromeerde beelden (heden verdwenen), medaillons en cartouches. In die periode koopt men tevens een nieuw uurwerk aan. In 1579 wordt de stad in de as gelegd door de "Malcontenten" en de Spaanse garnizoenen waarbij de schepenkamer en de hallentoren in puin liggen. De halle wordt in 1587 nogmaals geplunderd door Sluizenaars en Duitse huurlingen, waarbij het schepenhuis in onbruik raakt. In 1593 stort de halle in door een storm.

Op het plan van 1616 door landmeter Lodewijk de Bersacques met het kerngebied van het schependom, wordt de halle zonder bedaking weergegeven na de vernielingen op het einde van de 16de eeuw. Vanaf 1608 nemen de restauratiewerken een aanvang met onder meer heropbouw van de oostbeuk. In 1614-1615 herstelt men de halle en het schepenhuis en voegt men aan de westzijde een gaanderij toe. Circa 1620 wordt een nieuwe renaissancecampanile met bolbekroning aangebracht door Romain de Caigny, meester-timmerman afkomstig uit Normandië. Het uurwerk wordt vernieuwd en geplaatst ter hoogte van de eerste verdieping.

Op de kaart gevoegd bij het eerste landboek van Tielt-binnen van 1635 en op de kopergravure opgenomen in "Flandria Illustrata" van Antoon Sanderus (1641-1644) worden het belfort met de campanile en de gerestaureerde halle met het schepenhuis weergegeven, evenwel nog zonder de nieuwe westelijke gaanderij. In 1638-1640 laat de stad een "cymbaal" en acht voorslagklokken aanbrengen, gegoten door François en Nicolas de l'Espinne uit Gent, en in 1641 het uurwerk herstellen door Adriaen Questroy, meester-uurwerkmaker uit Kortrijk. Bij de bezetting door de Spanjaarden worden in 1648 de halle en de toren nogmaals beschadigd.

In 1650 worden drie nieuwe voorslagklokken gekocht bij klokkengieter Hubert Chaboteau uit Gent. In 1660-1661 wordt de gesloten benedenverdieping van de halle omgebouwd tot een open gaanderij op Dorische zuilen met verdieping boven de westzijde en een traptoren; tevens heropbouw van een nieuwe schepenkamer tussen 1659 en 1662. Nadat in 1650 het meetrecht op lijnwaad wordt ingevoerd, gebeurt in de tweede helft van de 17de eeuw het meten en verkopen ervan in de halle. In 1688 worden twee klokjes geleverd door meester-klokkengieter Mathieu Sappurys uit Ingelmunster en in 1711 wordt de "wetklokke" hergoten door Jan Pauwels uit Gent.

In 1706 dient men trekstangen tussen de gewelfbogen aan te brengen. In 1718-1719 wordt de campanile grondig gerestaureerd en in 1735-1744 de schepenkamer.  In 1773 wordt de beiaard met dertig klokken van Georges Du Méry (Brugge) geplaatst.
In 1777-1780 wordt de hallentoren gerestaureerd waarbij een nieuwe stadsgevangenis met zes cellen op de benedenverdieping wordt ingericht ter vervanging van de gevangenis aan het voormalige vleeshuis in de Hoogstraat. Op de eerste verdieping bevinden zich onder meer lokalen voor de griffier, procureur en het stadsbestuur, de zogenaamde "wetcaemer".

In 1827 worden nog twee beiaardklokken en een klok voor de lijnwaadmarkt van de hand van Jacob Du Méry, kleinzoon van Georges, toegevoegd.
Nadat het schepenhuis, de halle en het belfort leeg komen te staan onder meer door de bouw van het nieuwe stadhuis in 1872-1874 (zie nummer 13), dient een tussenkomst van de Koninklijke en Provinciale Commissie voor Monumenten en Landschappen de sloop van het belfort te verhinderen. Restauratiewerken starten in 1878 maar moeten omwille van problemen enkele jaren stilgelegd worden.

In de jaren 1880-1892 gebeuren grondige aanpassingswerken. Men gaat over tot de sloop van het schepenhuis, de gevangenis en de bovenbouw omheen de belfortromp, waarvan de toren wordt gerestaureerd. Volgens de plannen (1890) van stadsarchitect Gustaaf Hoste (Tielt) worden tegen de west- en oostgevel twee nieuwe parallelle gaanderijen gebouwd met een traptoren om de noordelijke gaanderij, die met een travee wordt ingekort voor de doortocht van de buurttram. Tevens wordt de beiaard hersteld en een nieuw uurwerk geplaatst door de firma C. Bouckaert & Cie uit Schaarbeek. In 1898 wordt in de zuidgevel van de hallentoren een gedenkplaat voor de Boerenkrijg (1798) ingewerkt, naar verluidt oorspronkelijk in hout, later in brons, naar ontwerp van de Gentse beeldhouwer Aloïs De Beule.

In 1912 wordt de beiaard hersteld onder toezicht van Jef Denijn, stadsbeiaardier te Mechelen, en plaatst men een nieuw klavier. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de halle door de Duitsers als gevangenis gebruikt met noodhoorn op de toren om vliegtuigaanvallen aan te kondigen. Er is relatief weinig oorlogsschade. In de jaren 1930 bestaat het plan om de hallentoren definitief als museum in te richten, doch dit wordt niet uitgevoerd. In 1938 richt men tegen de zuidgevel het Heilig Hartbeeld op, ontworpen door de Tieltse beeldhouwer Maurice Vander Meeren. 

In 1939 wordt het belfort met halle beschermd als monument.

Tijdens de bevrijding van de stad in 1944 is er schade aan het belfort en het Heilig Hartbeeld; zo worden onder meer de verbindingen, trommel en klavier van de beiaard stukgeschoten.  Pas in de jaren 1957-1959 gebeuren herstel- en restauratiewerken onder leiding van architect Gerard Vande Weghe (Tielt). Twintig glasramen met wapenschilden en emblemen van ambachten worden aangebracht. Tevens restauratie van de beiaard onder leiding van Staf Nees waarbij de zeven kleinste Du Méry-klokken door klokken van de gieterij Michiels uit Doornik worden vervangen.

In 1971 wordt een elektromechanisch wekkerspel geplaatst door de firma Gabriël Casteleyn uit Kuurne. In 1975 worden aanpassings- en verbeterwerken aan de beiaard uitgevoerd door de firma Meridiaan uit Menen. In 1985-1986 wordt het belfort grondig gerestaureerd onder leiding van architect Luc Vande Weghe (Tielt) en uitgevoerd door de firma Vandekerckhove uit Ingelmunster. Het Heilig Hartmonument wordt verplaatst naar de oostelijke hoek van de Ieperstraat en de Krommewalstraat, met verwerking van het Boerenkrijggedenkteken in het voetstuk ervan.  De beiaard wordt gerestaureerd door de firma Clock-o-Matic uit Herent en de zeven weggehaalde Du Méry-klokken worden teruggeplaatst door André Lehr (Asten, Nederland).

In 1999 wordt het belfort op de werelderfgoedlijst van de Unesco geplaatst waarbij een gedenkplaat wordt aangebracht.

Beschrijving

Het huidige uitzicht van het belfort dateert grotendeels van 1558-1560 met de gesloten romp opklimmend tot de 14de (romp) en 15de (gewelf) eeuw en de in 1620 aangebrachte campanile. De gaanderijen en de traptoren zijn herbouwd op het einde van de 19de eeuw. Rondom geplaveid stoepje met kleine klinkers waarin verwerking van sleutel en wapen van de stad (oostzijde) en "THIELT" (westzijde). Belfort van het ingebouwde type met gereduceerd hallencomplex van drie gaanderijen aan west-, noord- en oostzijde met ingebouwde traptoren in noordoostelijke hoek.  Kleurrijk materiaalgebruik van baksteen, met verwerking van blauwe hardsteen (onder meer plint, zuilen, cordons), kalkzandsteen (onder meer negblokken, geveldecoratie als onder meer nissen, reliëfs, beelden, spuwers, tudorbogen) en leien (bedaking).

Belfort op grosso modo vierkante plattegrond. Sobere gesloten torenschacht enkel doorbroken door kleine getoogde venstertjes, al dan niet voorzien van ontlastingsboog, lichtspleten, muurankers, rondbogige galmgaten en wijzerplaten. Overkragende leien bedaking op houten consoles overgaand in slanke opengewerkte eikenhouten octogonale torenspits waarin beiaard van vijfendertig klokken. Klokvormige bedaking met overkragende kroonlijst op consoles waarboven uivormige spits; alle bezet met dakkapellen. Op de top, vergulde bolbekroning waarboven ijzeren spits met lelie- en krulmotieven en centrale wimpel. Het houtwerk van de campanile is bij de restauratie in de jaren 1980 roodbruin geschilderd, de originele kleurstelling.

Gaanderijen (1890) op rechthoekige plattegrond bestaande uit drieledige opbouw onder leien schilddak met halve trapgevel aan zuidzijde; dakkapellen met luikjes en siertopstuk. Onderbouw bestaande uit respectievelijk drie (west- en noord-) en twee (oostzijde) tudorbogen op hardstenen Dorische zuilen met vierkante basis. IJzeren trekankers tussen de bogen. Bakstenen gewelf met kalkzandstenen ribben. Toegang in westgevel via segmentboogpoort. Eerste geleding van bovenbouw met gekoppelde nissen met driepas gevat in rondboog, waarrond omlijsting met negblokken. Westelijke gaanderij met in de nissen wapenschildreliëfs van de heerlijkheden van Tielt-buiten waaronder banderol met naam: "Hauweel", "Willecomme", "Thielt-buiten", "Gruuthuse", "Tomme" en "Hulswalle"; tussenliggende sierankers. Aan noordelijke gaanderij, wapenschilden van "Kortrijk", "Halewijn", "Elst", "Hage", "Buysvelde" en "'t Pouksche". Oostelijke gaanderij met schilden van beroemde Tieltse inwoners, met name van G. Bibau, L. De Dorper, G.M. Bultynck, Vandenheede met schild van de heerlijkheid Gruuthuse. Zuidzijgevels van de gaanderijen met schilden van Boddens, Spierinc, Petrus Simoens, J. Van Ravesteyn.  Op de noordwestelijke hoek, Onze-Lieve-Vrouwebeeld met Kind in Romaanse stijl onder neogotisch baldakijn op sokkel waarop wapenschilden van Tielt, West-Vlaanderen en Christusmonogram. Eronder, smeedijzeren lantaarn.
Tweede bouwlaag met rechthoekige muuropeningen, in zuidgevel onder ontlastingsboog, waarin kruiskozijnen met glasramen die de ambachten voorstellen. Kleine waterspuwertjes. Aflijnende geprofileerde kroonlijst op klossen. Op de eerste verdieping bevindt zich het koppenmuseum, een unieke verzameling van grote polyesterkoppen van internationale naoorlogse politici gecreëerd door karikaturist GAL ter gelegenheid van de Europastoet van 1986.

Traptoren (1890) in noordoostelijke hoek op zeshoekig grondplan. Derde geleding met wapenschilden in nissen, met name van Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en van het oude graafschap Vlaanderen en van Tielt. Onder laatstgenoemd wapenschild met gebeiteld opschrift: "THIELT VRY MCXXVIII". Smalle rechthoekige muuropeningen met glas-in-loodinvulling, onder meer met wapenschild van de familie Mulle de Terschueren en van de familie Vande Vyvere. Geprofileerde kroonlijst waarboven inspringende bovenbouw onder zeshoekig leien tentdak. Bliksemafleider.

  • Archief Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed, Archiefnrs. W/00531, DW000100, Fotoarchief en Levend Archief.
  • Dexia-archief, Prentkaartencollectie, Brussel.
  • Heemkundige Kring De Roede van Tielt, Fototheek.
  • Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, fototheek, opnames 1910, 1943.
  • Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, Documentatiecentrum, Kaarten en plattegronden K.C.M.L., nrs. 1573-1574.
  • CALLEWAERT F., Tieltse beiaard van Georges Dumery (1772), in Jaarboek Roeselaarse Klokkengilde, 2002, p. 95-99.
  • CORNILLY J., Belforten in West-Vlaanderen, in In de Steigers, nr. 3, 2000, p. 58-65.
    CORNILLY J., Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen. Deel I Arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare, Tielt, Brugge, 2001, p. 215.
  • DE GRYSE P., Tielt graag gezien, Aarsele-Kanegem-Schuiferskapelle-Tielt, Tielt, 2003, nrs. 71, 74-75, 80-81, 83.
  • DELEU F., Belfort en Beiaard, in In de Steigers, nr. 3, 2000, p. 66-67.
  • GOUSSAERT R., De Tieltse halletoren door de eeuwen heen, Tielt, 1986.
  • GOUSSAERT R., Het belfort, de lakenhal en de schepenkamer van Tielt, Gent, onuitgegeven licentiaatverhandeling Rijksuniversiteit Gent - Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde, 1984-1985.
  • HEIRMAN M., Vlaamse belforten. Werelderfgoed, Leuven, 2003, p. 192-195.
  • HOFLACK M., Langs Vlaamse Wegen. Tielt, Brussel, 1997, p. 4.
  • HUYBENS G. (red.), Beiaarden en torens in België, in Musea Nostra, Gent, 1994, p. 146.
  • IMPE L., Belfort en beiaard te Tielt, in West-Vlaanderen, jg. 11, nr. 61, 1962, p. 39.
  • LENOIR J., Beelden uit het oude Tielt, in De Roede van Tielt, jg. 1, nr. 1-2, 1970, p. 85-92.
  • OSTYN R., Historische stedenatlas van België, Tielt, Brussel, 1993, p. 18, 29, 33, 40-41, 71, 87, 99-101.
  • Tielt - Open Monumentendag 13 oktober 2002, onuitgegeven tekst bij dia's, 2002.
  • VANDENBROUCKE F., Belfort van Tielt, in MEIRLAEN J., Belforten in Vlaanderen, in Iepers Kwartier, jg. 37, nr. 4, 2001, p. 140-141.
  • VANDEPITTE P.; BILLIET J., Tielt en de Molenlandroute. Een historisch-toeristische verkenning, Tielt, 1973, p. 39-43.
  • VANDEPITTE P., Van Thielt tot Tielt, Tielt, 1975, nrs. 3-4, 92-93.
  • VANDER MEULEN D., De beiaard van Izegem, Wingene, Tielt, Roeselare, in De Gidsenkring, jg. 29, nr. 5, 1991, p. 8-13.
  • VERBRUGGE J., Kerken, kapellen, veldkapellen en devotiekruisen in Tielt, Tielt, s.d.
  • Wel en wee van de Tieltse halletoren, in De Gazette van Tielt, jg. 7, nr. 10, 1984, p. 14.
  • Wel en wee van de Tieltse halletoren, in De Gazette van Tielt, jg. 7, nr. 11, 1984, p. 10.
  • Wel en wee van de Tieltse halletoren, in De Gazette van Tielt, jg. 7, nr. 12, 1984, p. 10.
  • Wel en wee van de Tieltse halletoren, in De Gazette van Tielt, jg. 8, nr. 1, 1985, p. 8.
  • Wel en wee van de Tieltse halletoren, in De Gazette van Tielt, jg. 8, nr. 3, 1985, p. 10.

Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Belfort en halle [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86767 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.