Historische hoeve "De Kleine Molsten" zie smeedijzeren opschrift aan de gevel, toegankelijk via een aarden oprit. Volgens De Flou behoort de hoeve samen met het verderop gelegen "Groot Goed ter Molst" (zie Grotstraat nummer 5) oorspronkelijk tot een heerlijkheid gelegen tussen Oostrozebeke en Wielsbeke. Het eerste "Goed te Molst" is later (in elk geval niet vóór 1845) opgesplitst in drie pachthoven. Op een kaart van een renteboek uit 1642 staat op deze plaats een hoeve getekend. In de 18de eeuw is er sprake van "'t Kleen goed te Molst".

De hoeve staat aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778) met het woonhuis en ten westen en ten zuiden van het erf respectievelijk stallingen en schuur. Op de Atlas der Buurtwegen (1845) heeft de hoeve de naam "Ferme Craeymeersch". Heden nagenoeg dezelfde configuratie van losse bestanddelen gegroepeerd rond een onverhard erf zoals te zien op oude kaarten.

Het woonhuis ligt ten noorden van het erf. Volgens bouwsporen in de zijgevels (onder meer vlechtingen) had het huis oorspronkelijk een kleiner en lager volume, deze kern gaat minstens terug tot de 18de eeuw. In de 19de eeuw wordt het huis verhoogd, aan de voorkant uitgebreid en aan de achterkant een dwarsvleugel toegevoegd. Het interieur bewaart een monumentale 18de-eeuwse schouw met schouwwangen in gesinterde baksteen en een houten, geprofileerde schouwbalk.

Witbeschilderde voorgevel boven een gepekte plint, in de oorspronkelijke segmentboogvormige muuropeningen zijn nieuwe lagere vensters ingepast. Het topvenster in de grijsbeschilderde rechterzijgevel heeft een natuurstenen onderdorpel. De stallingen ten westen van het erf zijn waarschijnlijk heropgebouwd rond 1900. Ten zuiden van het erf ligt de schuur met wagendoorrit en aandak.

De zomerkeuken bevindt zich rechts van de oprit aan de ingang van het erf. Aan de noordzijde van de hoeve ligt een poel met daarachter uitzicht op de molenberg van de nu verdwenen Stampkotmolen (zie Lijsterstraat).