erfgoedobject

Omwalde kasteelsite Blauw Kasteel

bouwkundig element
ID
88021
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88021

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historische hofstede aan de rand van het Beverhoutsveld. Site met walgracht en opper- en neerhofstructuur; hofstede op een omwalde terp met een ten zuidoosten gelegen neerhof, bestaande uit een langwerpig hoevegebouw. 

Historiek

15de eeuw. De benaming "Blauw Kasteel" duikt volgens De Flou voor het eerst in de archieven op in 1435, als eigendom van Alard de Saint-Martin. Voordien is er enkel sprake van het "Beverhoutshof". De naam "Beverhoutshof" verwijst naar het nabijgelegen Beverhoutsveld, één van de talrijke middeleeuwse veldgebieden ten zuiden van Brugge (confer Algemene geschiedenis van de veldontginningsgebieden). Vermoedelijk speelde het hof een rol bij de exploitatiegeschiedenis van dit veldgebied.
De legende vertelt dat een zekere mevrouw van Beveren op het einde van de 12de eeuw eigenares was van het kasteel. Zij was op jonge leeftijd haar schatrijke ouders verloren en was toevertrouwd aan minder begoede familieleden. Om te beletten dat het weesje later zou trouwen en afstammelingen zou hebben, besloten zij haar onvruchtbaar te maken. Wanneer zij dat later te horen kreeg en de grote erfenis kreeg, schonk ze uit wraak voor de eeuwigheid aan de omwonenden 483 hectare grond waarop iedereen, die met zijn eigendom paalde aan de grond, zijn vee mocht laten grazen.
Het "Beverhoutshof" was een leen van de Burg van Brugge, dat op zich ressorteerde onder de graaf van Vlaanderen, gelegen in de heerlijkheid Oostkamp. In de registers met betrekking tot het leenverhef wordt als eerste leenhouder van het "Hof van Beverhout" circa 1360 de naam Ghidolf van Beverhout teruggevonden.

16de-17de eeuw. Niet weergegeven op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601).
Diepgaand onderzoek naar aanleiding van de grondige restauratie van het geheel in het begin van de 21ste eeuw situeert de bouw begin 16de eeuw. In de 16de eeuw is het domein eigendom van de familie Lauwereins, die het humanisme in Brugge sterk propageerde en o.m. bevriend was met Vives en Erasmus. Hij verkoopt het leen door aan Petronelle van Mander, echtgenote van Frans Pendele. Als Petronelle overlijdt komt de erfenis terecht bij Claude van Mander, broer van Petronelle. Deze is de oom van de bekende schrijver-schilder Carel van Mander, die o.m. eerst in Brugge en later aan de Leuvense universiteit studeerde. Naar verluidt speelden de bewoners van het "Blauw Kasteel" in die periode dan ook een belangrijke rol in de hervormingsgezinde milieus. Bovendien wijst onderzoek uit dat de grote kamer in de woontoren van het "Blauw kasteel" in die periode is gebouwd en gedecoreerd. Met de verkoop van het goed in 1585 door de weduwe van van Mander aan ene Gheert Govaert, veranderde het domein vermoedelijk ook van status aangezien de woning naderhand niet meer lijkt te zijn verbouwd. Het was niet langer een opperhof, bewoond door een voorname familie, maar degradeerde tot een neerhof, een pachthoeve. In 1596 wordt het kasteel doorverkocht aan Charles van Boonem en vanaf dan blijft het tot in 1792 in dezelfde familie (erfenis via rechte lijn).
Volgens een kronieklied van Jacob Labus uit de tweede helft van de 17de eeuw is Frederik-Hendrik, prins van Oranje, tijdens zijn veldtocht in 1631 ingekwartierd in het "Blauw Kasteel", want vanuit de toren aanschouwt hij de stad Brugge. Op dat ogenblik is de site eigendom van Jan-Evrard van Boonem (1599-1632), die een aantal belangrijke politieke functies bekleedt zoals schepen van het Brugse Vrije en burgemeester van Brugge.

18de eeuw. Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), ligt de hofstede ten westen van en op de rand van het Beverhoutsveld. Het betreft een site met een dubbele omwalling, waarvan de buitenste trapezoïdaal is en de binnenste hoefijzervormig. Beide grachten zijn onderbroken aan de oostkant. De bebouwing komt zowel voor tussen beide omwallingen als binnen de centrale omwalling.

19de eeuw. Na de afschaffing van het feodale systeem van lenen door het Franse bestuur werpt markies Paolo Arconati-Visconti zich circa 1800 op als nieuwe eigenaar. Voor hem was het "Blauw Kasteel" niet meer dan een pachthoeve. In de Atlas van Vandermaelen (1846-1854) lijkt deze configuratie analoog, met uitzondering van de buitenste omwalling die verdwenen is.

20ste-21ste eeuw. Tijdens de Slag om Moerbrugge in 1944 wordt het "Blauw Kasteel" beschoten door de Canadezen. Het bovenste deel van de traptoren en het dak van de schuurvleugel worden sterk beschadigd.
In 1979 wordt het "Blauw Kasteel" aangekocht door de familie Peers de Nieuwburgh, eigenaars van het kasteel "Nieuwburgh" (confer Nieuwburgstraat nummer 2), die het tot 1997 behouden. Via een tussenpersoon wordt het goed aangekocht door de huidige eigenaars, die in 2000 onder leiding van de Beernemse architect Dries Bonamie een uitgebreide restauratiecampagne starten die de redding en herwaardering betekent van het domein. Bij de herbestemming van de hofstede wordt teruggegrepen naar de oorspronkelijke residentiële functie. Een exhaustief vooronderzoek bestaat uit een grondige analyse in situ, een omvangrijke archivalische studie en archeologische opgravingen. Na enkele instandhoudingswerken in 2001 wordt in 2002 begonnen met de eigenlijke restauratie van het opperhof. De uitvoering van het landschapsontwerp is opgestart begin 2003; de restauratie van de woning werd beëindigd begin 2004, de schuur en stallingen zijn later dat jaar afgewerkt.
De archeologische opgravingen brachten enkele bijzondere vondsten aan het licht, zoals het authentieke profiel van de slotgracht met restanten van een houten brug, diverse bouwmaterialen, restanten van luxueus aarde- en glaswerk en scherven uit onder meer de pré-Romeinse en Romeinse periode.
Tijdens het vooronderzoek ter plaatse werd in de woontoren een muurschildering a secco ontdekt, waarvan omwille van het kunsthistorisch belang werd beslist om de restanten en twee geïncorporeerde hoofden in stucwerk integraal te restaureren. De vroegrenaissancistische rankenschildering en de basreliëfs werden harmonieus geïntegreerd in het interieur.
Voor de restauratie van het woonhuis werd gestreefd naar een maximaal behoud van de oorspronkelijke materialen, in het bijzonder van het baksteenmetselwerk, de houten balklagen en de kapconstructies.
Het concept van de tuin- en landschapsarchitectuur speelt via enkele hedendaagse ingrepen een subtiel spel met de aanwezige historische relicten van het landgoed. De hoogstamboomgaard, het stelsel van haagpatronen, de weiden en de grachten karakteriseren de specificiteit van de site binnen haar rurale omgeving.

Beschrijving

"Kasteel" onder de vorm van een hofstede, bestaande uit een woonhuis die ten zuiden paalt aan een dwars aangebouwde woontoren met ten noordoosten ervan een voorgeplaatste, ronde traptoren. Woon- en traptoren dateren uit het tweede kwart van de 16de eeuw. Ten noorden van het woonvolume paalt nog een kleiner bijgebouw, een voormalig bakhuis. Het geheel is gelegen in het midden van een terp in een bij de recente restauratie terug aangelegde ronde gracht; bereikbaar via een nieuw ontworpen strakke brug. Verankerde, licht bruine baksteenbouw, heden afgedekt door oranje pannen, de traptoren met oranje leien. Woonhuis van drie traveeën met rechthoekige openingen onder strek; voordeur in de eerste travee. Op twee rondbogen (zuidgevel) uitkragende woontoren, die aan de oostkant is geritmeerd door een traveenis met twee rechthoekige openingen. Zuidgevel van de woontoren met rechthoekige vensters onder natuurstenen lateien en één blind venster. Alle vensters van de eerste bouwlaag zijn over alle gevels gesitueerd op een natuurstenen kordonlijst. Westgevel confer oostgevel. Voorgeplaatste traptoren met slechts enkele kleine openingen.

Interieur

Grote kamer van de woontoren met bewaarde 16de-eeuwse (1530-1550) wandschildering met decor van gestileerde blad- en bloemenranken (decor alla porzellana) in vroeg renaissancestijl, een ensemble geschilderd met een lijmverf op een dunne pleisterlaag. De versiering bestaat uit damastpatronen en wil eigenlijk een textielbehang imiteren. De decoratie is volledig in samenhang geconcipieerd met de twee hoofden - van een man en van een vrouw - die de twee moerbalken ondersteunen. De hoofden, half in profiel weergegeven, zijn gedeeltelijk mee beschilderd en maken dus deel uit van de compositie.

ARCHIEF R-O WEST-VLAANDEREN – ONROEREND ERFGOED, Archiefnr. W/01113 en Levend Archief.
RIJKSARCHIEF BRUGGE, Verzameling Kaarten en Plannen, nr. 859: Perceelsgewijze kaart met de heerlijkheid Beverencourt, Blauw Kasteel genaamd, in Oostkamp, in het bezit van Paul Arconati-Visconti, gemaakt naar I. Drubbele, gezworen landmeter, 1811.
RIJKSARCHIEF BRUGGE, Verzameling Kaarten en Plannen, nr. 860: Perceelsgewijze kaart met allodiale gronden die behoren tot de boerderij Blauw Kasteel in Oostkamp, in het bezit van Paul Arconati-Visconti, gemaakt naar J. Drubbele, 1811.
RIJKSARCHIEF BRUGGE, Kaarten en plannen Watering van Blankenberge, nr. 1078: Kaart van de heerlijkheid Beverencourt of Blauwkasteel, gelegen te Oostkamp (heerlijkheid Oostkamp, 28ste, 30ste begin), groot 48-2-56 gemeten, in het bezit van Paul Arconati Visconti, gemaakt door I. Drubbele, 18de eeuw.
RIJKSARCHIEF BRUGGE, Kaarten en plannen Watering van Blankenberge, nr. 1087: Kaart van de erfgronden deel uitmakend van de hoeve, Blauwkasteel genaamd, gelegen te Oostkamp (heerlijkheid Oostkamp, 28ste, 29ste, 30ste, 31ste begin), groot 67-62-0 hectaren, 19de eeuw.
BODDAERT A., Renaissancemonument herontdekt, in Brugge die scone, jg. 23, nr. 2, 2002, p. 22-23.
BONAMIE D., Archeologisch onderzoek Blauw Kasteel Moerbrugge, in Heemkundige Kring Oostkamp, nr. 4, jg. 2, 2001, p. 23-26.
BOULJON B., Het Oostkamp, Ruddervoorde, Hertsberge en Waardamme van toen. Een verzameling foto's van de vier Oostkampse deelgemeenten in de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw, Brugge, 1984, p. 53.
CLAEYS G., De kastelen van Oostkamp. Het Blauw kasteel, in Kultuurleven te Oostkamp, jg. 3, nr. 3, 1973.
CLAEYS G., De kastelen van Oostkamp. Het Blauw kasteel, in Kultuurleven te Oostkamp, jg. 3, nr. 4, 1973.
CLAEYS G., Oostkamp in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1982, nr. 44.
DE CRAEMER W., Hoevebenaming, in De Merel, jg. 9, nr. 1, 1979, p. 19.
DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Brugge, 1921, deel II, kolom 139-140.
DENDOOVEN K., Restauratie middeleeuws landgoed genaamd Blauw Kasteel. Bouwhistorische studie, onuitg. Studie, 2002.
Oostkamp (Moerbrugge), de restauratie van het landgoed Blauw Kasteel, in M&L (Binnenkrant), jg. 23, nr. 3, 2004, p. 18-19.
KONINKLIJK INSTITUUT VOOR HET KUNSTPATRIMONIUM, Fototheek.
REYNIERS G., Blauw Kasteel, Moerbrugge. Restauratie van een rankenschildering en twee hoofden in reliëf, onuitg. Studie, 2003.
VLAEMINCK C., 8-12 september 1944, De slag om Moerbrugge, Toen Brugge bevrijd werd, Brugge, 1980, p. 51.


Bron: VANWALLEGHEM A. met medewerking van CREYF S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostkamp, Deel I: Deelgemeente Oostkamp, Deel II: Deelgemeenten Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL30, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Omwalde kasteelsite Blauw Kasteel [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88021 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.