erfgoedobject

Kasteeldomein Rooiveld

bouwkundig / landschappelijk element
ID
88373
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88373

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel Rooiveld
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Kasteelsite bestaande uit een voormalig jachthuis met een bijhorende hoeve en bijgebouwen. Het historische domein, omringd door bossen, is gelegen tussen de Kortrijksestraat en de Waterstraat, tegenaan de zuidelijke grens van Oostkamp en wordt in het noorden begrensd door de kronkelende Waardammebeek.
De benaming "Rooiveld" is afgeleid van de gemeenschappelijke gronden, zogenaamd het 'velt', die ontstonden in de middeleeuwen na het rooien van de uitgestrekte bossen (confer Inleiding). De benaming verwijst heden zowel naar het kasteel, als het gehucht.

Historiek

16-17de eeuw. De oorsprong van het kasteel "Rooiveld" gaat terug tot in 1507, als jachtpaviljoen met bijhorende bossen, eigendom van de familie Melgar de Sporkinshove confer opschrift op de pijlers aan de domeintoegang. Op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601), is de site afgebeeld bestaande uit een drietal gebouwen.

18de eeuw. Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), is een omwalde site afgebeeld bestaande uit vier gebouwen waarvan de opstelling echter moeilijk te identificeren is.

19de eeuw. Weergegeven op een kaart van 1829 uit het familiearchief van Moentack-de Melgar, bewaard in het Stadsarchief van Brugge, in functie van het rechttrekken van een dreef ten zuiden van de site, lopend naar de huidige Waterstraat en omschreven als "Weg van Brugge op Wyngene". Deze dreef fungeerde als verbinding dwars door de bossen tussen het kasteel en de huidige Waterstraat. De "P. de Melgar hofstede" is weergegeven op een rechthoekig perceel, dat in het westen wordt afgebakend door een restant van een gracht. In het noorden bevindt zich het jachtpaviljoen, meer centraal twee vrijstaande landgebouwen met name een landgebouw op een kruisvormig plattegrond en in het verlengde ervan een langwerpig schuurvolume. In zuidwestelijke hoek van het perceel staat een dwars, langwerpig landgebouw. Het bakhuis wordt nog niet afgebeeld. Het jachtpaviljoen is al opgedeeld in twee afzonderlijke woongedeelten: de woning van de adellijke familie in het westen en de woning van de pachter in het oosten.
Eénzelfde situatie komt voor op het primitief kadasterplan (circa 1835) met als enige verschillen dat de zuidwestelijke travee van het centrale landgebouw is verdwenen en dat het bakhuis nu wel wordt weergegeven. De huidige woning is volgens de beschrijvende tabel bij de mutatieschets opgedeeld in het huis van Pieter de Melgar (westen) en een huis en gebouw (oosten); het laatste wordt bewoond door de pachter Joachim Snauwaert. Ten noorden bevindt zich een tuin. De landgebouwen (confer nummer 109) liggen in een boomgaard.
Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) is de site aangeduid als "Ferme Verhaeghe", ondanks het feit dat het kadaster in die periode nog steeds de Melgar als eigenaar opgeeft; de configuratie van het gebouwencomplex blijft ongewijzigd. Volgens de gegevens van het kadaster erft Guido Arents de Beerteghem in 1859 het kasteeldomein. Een figuratieve kaart uit het Rijksarchief van Brugge geeft de situatie aan van rond 1850. Circa 1885 wordt volgens de mutatieschets van het kadaster het voormalige jachtpaviljoen in oostelijke richting uitgebreid (huis van de pachter); ook het centrale landgebouw ondergaat een (niet verder gespecificeerde) uitbreiding en in het oosten van de site wordt een langwerpig gebouw opgetrokken (het huidige nummer 109B, een zwaar verbouwde hoeve).
In 1888 gaat het domein via erfenis over op Aquilin Arents de Beerteghem-de Thibault de Boesinghe. De familie Arents de Beerteghem is een vooraanstaande Brugse familie die op dat ogenblik het Arentshuis te Brugge (Dijver nummer 16) bewoont. Op een schilderij van 1895, in 1981 gepubliceerd door Bouljon, verschijnt het jachthuis als herenwoning van vier traveeën en twee bouwlagen onder een vrij hoog schilddak, ten oosten geflankeerd door het woonhuis van de pachter bestaande uit een vleugel van één bouwlaag.

20ste eeuw. In 1903 wordt nog een verbouwing aan het voormalige jachtpaviljoen geregistreerd: zowel in westelijke als in oostelijke richting wordt het bestaande gebouw uitgebreid; het oostelijke deel krijgt een L-vormige plattegrond. Ook het schuurvolume ten oosten van het centrale landgebouw wordt uitgebreid. In 1906 worden beide landgebouwen verbonden door een koetsdoorrit en wordt aan de woning van de jachtopziener een torenvolume gebouwd. Een volgende uitbreiding van de voormalige jachtwoning vindt plaats in 1948: de westelijke helft van het woonhuis wordt vergroot in noordelijke richting.
Na het overlijden van juffrouw Marguerite Arents de Beerteghem in 1958, gaat het kasteel over op haar neven Ides en Ferdinand Janssens de Bisthoven. Ides Janssens de Bisthoven (º1921), voormalig burgemeester van Waardamme, bewoont tot op heden het domein. De nieuwe eigenaar laat in het begin van de jaren 1960 het voormalige jachtpaviljoen verbouwen tot een riant woonhuis. Een deel van de voormalige bijgebouwen (zoals de jachtopzienerswoning) wordt gesloopt, met uitzondering van de pitoreske toren.

Beschrijving

Aan de toegangsdreef naar het kasteeldomein staan twee schamppalen en aan de toegang van het domein zelf staan twee natuurstenen pijlers met volgende inscripties: links "WAERDAMME/ ROYVELD/ FAMILIA/ DE/ MELGAR/ DE/ SPORKINSHOVE/ ANNO/ 1507" en rechts "FAMILIA/ ARENTS/ DE/ BEERTEGHEM/ ANNO/ 1858"; tussenin een sierlijk, smeedijzeren hekken.

Gebouwen

Voormalig jachtpaviljoen van twee bouwlagen en zes traveeën onder een schilddak met grijze, Vlaamse pannen. Vernieuwd overkragend schilddak voorzien van verscheidene behouden dakkapellen. Na de renovatie in de jaren 1960 verdwijnt de klokkenstoel met leien torenspits en bekronende windwijzer van de nok. Witgeschilderde gevels met rechthoekige, beluikte vensters. In de jaren 1960 wordt het houtwerk vernieuwd en verdwijnt de deur in de achtergevel. Gelijkaardige zijgevel van vier traveeën met toegangsdeur. Hoofdtoegang aan de noordzijde.
Ten oosten daarvan lager, aanpalend volume, voorheen het woonhuis van de pachthoeve bij het jachtpaviljoen en heden opgenomen in de woning van de adellijke familie. Baksteenbouw van zeven traveeën en één bouwlaag onder een vernieuwd pannen zadeldak, voorzien van vernieuwde dakkapellen. Aangebouwd laag volume onder lessenaarsdak tegen zijgevel met daarboven een rond venster. Aan de noordzijde gelijkaardig, dwars gebouwd volume van vier traveeën onder een geknikt zadeldak. Eveneens wit beschilderde gevels. Tot de renovatie in de jaren 1960 fenêtres à terres en twee deuren in de achtergevel, thans beluikte vensters met vernieuwd houtwerk en één behouden deuropening.
Toren opgetrokken in 1906, bij een oudere, sinds de jaren 1960 verdwenen jachtopzienerswoning. Gelegen ten zuiden van het kasteel, als het ware in het verlengde van de bijgebouwen van de voormalige domeinhoeve. Achthoekig torengebouw onder leien bedaking, eindigend op een peervormige torenspits en voorzien van een smeedijzeren bekroning. Gootlijst rustend op kleine modillons. Gevels met smalle, rechthoekige vensters; toegangsdeur in de oostgevel. Bovenaan bevindt zich op elke zijde een oculus.
Centraal gelegen landgebouw mogelijk met oudere kern, doch huidige constellatie en uitzicht dateren uit het begin van de 20ste eeuw. Eertijds vrijstaande stalling met ten oosten een vrijstaand schuurvolume, in het begin van de 20ste eeuw onderling verbonden door een koetsdoorgang. Westelijk gedeelte uit vijf traveeën en één bouwlaag onder een overkragend zadeldak met pannen. Voorgevel met licht getoogde openingen (twee poorten, voordeur en twee vensters) met daarboven twee dakvensters met tuitgeveltje. Vernieuwd houtwerk afwisselend groen en witgeschilderd. Zijgevel met klimopbegroeiing. Aanpalend schuurvolume onder een overkragend zadeldak met pannen. Gevels voorzien van luchtsleuven. Centrale monumentale doorrit en links poort.
Bakhuisje uit het eerste kwart van de 19de eeuw van drie traveeën met een centrale voordeur onder een zadeldak met pannen. Witgeschilderde gevels voorzien van beluikte vensters met bewaard houtwerk en lekdrempels van gesinterde baksteen. Ten oosten aanpalende bakoven, eveneens onder pannen zadeldak en met een laadluik in de zijgevel. Ten westen aangebouwd hondenhok met ijzeren afsluiting errond.
In het park ligt een langwerpig stalvolume deels opgetrokken uit onbeschilderde baksteen en deels voorzien van een houten beplanking. Afgedekt met zadeldak met Vlaamse pannen.

Park

Parkaanleg met resterende kenmerken van een jonge heide-ontginningsstructuur met eiken- en beukendreven, doorbroken door een laat 19de-eeuwse landschappelijke vormgeving confer bewaarde meerledige vijverpartij, parkbomen (onder meer beuk, bruine beuk en zwarte den), heestermassieven en slingerende paden ten zuiden van het landhuis.
Centrale en noordelijke parkaanleg omstreeks 1960 aangepast door de bekende Brusselse tuinarchitect René Pechère (1908-2002), met gebogen toegangsweg met arduinen toegangspijlers ten westen, uitmondend op een halfcirkelvormig plein in dolomiet ten noorden van het landhuis, afgezet met haagbeukenhaag; perspectief over valleilandschap van de Waardammebeek met graasweiden, knotbomen en beekdalbossen. Zuidelijke erfzijde in gazon, geflankeerd door rododendron- en hortensiamassieven en enkele resterende parkbomen waaronder beuk, robinia en esdoorn. Bijzonder, polychroom tuinbeeld op bakstenen sokkel met de voorstelling van een pensjager met hond en kind en lichtbaken; perspectieven over ruime boomweide met zomereiken ten westen; zwembad in de oostelijke hoek van het erf, afgezonderd door taxushagen. Ten zuiden achter het erf verscholen tennisveld.
Ten westen bij het landhuis aansluitende kleine ommuurde siertuin en terraspartij eveneens naar ontwerp van tuinarchitect R. Pechère; nauw stervormig grondplan met afwisselend dolomietpaden en omhaagde bloemenperken (onder meer roos, aster, fuchsia, lavendel) rond een centrale cirkelvormige fontein; talrijke hoge zuilvormige en lage bolvormige buxusornamenten; enkele tuinsculpturen, toegangen via een brede ingewerkte tuinpoort ten noorden en een laag siersmeden hekwerk aan de erfzijde; lage ommuring met klimplanten en leifruit (onder meer klimhortensia, druif en kweepeer). Ten oosten bij het landhuis voormalige moestuinruimte met een bewaard siersmeden afsluithek, heden ingevuld met halfstam-fruitbomen; enkele resterende buxusornamenten. Ten westen van de voormalige jachtwoning bevindt zich een overdekte bewaarkelder met bakstenen tongewelf en een lage, enkele toegangsdeur; de kelder is achteraan overgroeid door een imposante linde.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Waardamme, 1885/17, 1903/2, 1906/4, 1948/6.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 212: Kadastrale legger, Waardamme, artikels 45 en 264.
  • Rijksarchief Brugge, Kaarten en plannen Mestdagh, nummer 1120: Figuratieve kaart van eigendommen (sectie A, E en F), 19de eeuw.
  • Stadsarchief Brugge, Archief Moentack de Melgar, nummer 486: Kaarten, documenten en nota's met betrekking tot het rechttrekken van een landweg op Waardamme, Rooiveld, eigendom van P. de Melgar, 1829.
  • Stadsarchief Brugge, Archief Moentack de Melgar, nummer 2147: Figuratieve kaarten en plannen, Plan van eigendom te Waardamme en Papenvijvers, eigendom van P. de Melgar, s.d.
  • KONINKLIJK INSTITUUT VOOR HET KUNSTPATRIMONIUM, Fototheek.
  • BOULJON B., Het Oostkamp, Ruddervoorde, Hertsberge en Waardamme van toen, Brugge, 1984, p. 140-141.
  • BOULJON B., Oostkamp, Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1981, nummer 77.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel XIII, Brugge, 1932, kolom 778.
  • STROBBE L., DENOLF J., Waardamme: een modelgemeente op het platteland, Waardamme, 1971.

Bron: VANWALLEGHEM A. met medewerking van CREYF S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostkamp, Deel I: Deelgemeente Oostkamp, Deel II: Deelgemeenten Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL30, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Hoeve

  • Is deel van
    Rooiveldstraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Rooiveld [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88373 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.