erfgoedobject

Groot Kraaienbroek

bouwkundig element
ID
90547
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/90547

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historische hoeve "Groot Kraaienbroek", losse bestanddelen rond een begraasd erf met centraal een grote poel en kasseistrook langs de nutsgebouwen. Ook nog "Maenhouts hof" genoemd naar de toenmalige bewoners. Zetel van de heerlijkheid Kraaienbroek. 700 meter ten westen bevindt zich "Klein Kraaienbroek". Toegankelijk via een oprit in grint, aan de ingang geflankeerd door nieuwe gemetselde, roodbakstenen hekkenpijlers.

Historiek

Het is niet duidelijk of de middeleeuwse familie van Craeyenbrouck, gelinkt is aan de beide hoeves. De naam Craeyenbrouck komt reeds voor in 1257 als "… Gripus de Craienbrouch, homo meus", wanneer hij een Hoptiende schenkt aan de kerk van Sint-Bertijn. Een pachtcontract voor de schepenen van de Keure van Gent in 1412 vermeldt Wouter de Meuleneere als pachter op het "Goed te Kraaienbroek". In de 15de eeuw komt een zekere Jan van Craeyenbrouck uit Ruiselede voor in de Tieltse stadrekening van 1418-1419. In 1966 vindt men in de kerk, bij werkzaamheden, een stuk van een grafzerk uit 1461 waarop in gotisch schrift de naam "Van Craenenbrouck" stond gebeiteld.

Het "Goed te Kraaienbroek" vormt het foncier van de heerlijkheid Kraaienbroek, die uit twee delen bestaat: het eerste deel (Kraaienbroek-Hansbeeks) is een leen van de heerlijkheid Hansbeke en omvat de hoevegebouwen en de gronden ten noorden ervan, het tweede deel (Kraaienbroek-Ooigems) is een leen van de heerlijkheid Ooigem en omvat de gronden ten zuiden van de hoeve.

De oudst gekende vermelding van de hoeve duikt op in een pachtovereenkomst van 1412. Op dat ogenblik is een zekere Jan Clockman(s), zoon van Jan eigenaar van de heerlijkheid. In de loop van de 15de eeuw komt het goed in het bezit van Geraert van Axpoele, tevens eigenaar van het "Goed te Axpoele". Willem de Waele, heer van Axpoele is tot 1538 leenheer, dan wordt Philip van Liedekerke de eigenaar van het "Goed te Kraaienbroek". In 1572 heeft de hoeve een oppervlakte van 64 hectare. In 1658 volgt Albert Hubert de Guernoval zijn vader op als heer van Hansbeke, waar het noordelijke gedeelte van het "Goed te Kraaienbroek" toe hoort. Hij laat een leenboek opstellen (ongedateerd, maar in ieder geval van vóór zijn dood in 1668), waarin een beschrijving van "een behuyst pachtgoet gheheeten tgoet ten Craeyenbroek" terug te vinden is, waarin sprake van onder andere: "een behuysde hofstede metten boomgaert (…) de dreve (…) de singhele" en "(…) den walgracht vande mote". Op de "Grenskaart tussen de kasselrijen Kortrijk en de Oudburg" van 1627, geschilderd door landmeter Lodewijk de Bersacques aangeduid als "T'goet te Crayenbrouck". Nogmaals afgebeeld als "tgoet te Craeyenbrouck comp(eterend)e mijnheer Van Hulle greff(ie)r van Nevele", echter zonder context, op een figuratieve kaart uit 1769 van de bezitting van de familie Piers de Raveschoot in de parochie Ruiselede.

Op de Ferrariskaart (1770-1778), aangeduid als pachthoeve "Te Craeyenbroeck", en het primitief kadasterplan (circa 1830) getekend met woonhuis ten zuiden, stallen ten oosten en schuur ten noorden van het erf. De toenmalige eigenaar, markies Rodriguez d'Evora y Vega, wonende te Gent, verpacht de hoeve aan de Ruiseleeds brouwer Charles Van Oost (zie Bruggestraat nummer 22). Deze richt hier circa 1849 in het oude woonhuis een brouwerij op (en vermoedelijk niet op de Eendekooihoeve, zoals beschreven in de literatuur, maar niet vermeld in het kadaster).
Het kadaster registreert verder in 1849 de omzetting van een landgebouw tot woonhuis maar dit is wellicht al in "1828" gerealiseerd zie het jaartal op de oostelijke zijgevel van het huis. De schuur wordt dan ook uitgebreid. Circa 1891 wordt de brouwerij omgezet naar een landgebouw. Rond 1977 worden schuur en voormalige brouwerij vergroot en enkele landgebouwen toegevoegd.

Beschrijving

Statig woonhuis in bruinrode, verankerde baksteen onder zadeldak (Vlaamse, zwarte pannen) met klein dakruitertje. Dubbelhuis van zeven traveeën met achteraan twee opkamertraveeën. Voorgevel met blanco fries afgelijnd door witbeschilderde, geprofileerde lijst. Rechthoekige muuropeningen, beluikte vensters met nieuwe T-ramen naar oud model. Deuropening met omlijsting in gesinterde baksteen, bewaarde (opgeklampte) deur met ruitvormige sleutelplaat en ronde deurklink, aan binnenzijde met hang- en sluitwerk. Bovenlicht met fraaie houten geometrische roedeverdeling. Stoep met keramische tegels.

Interieur met balklagen en enkele bewaarde schouwen. In het salon rechts van de gang is de schouwboezem, bovenaan versierd met ruitmotief en datum "1828", geflankeerd door gecanneleerde pilasters.

Lange, brede stal in verankerde, witbeschilderde baksteen onder zadeldak (Vlaamse pannen) boven een gepekte plint.
Schuur in bruine, verankerde baksteen onder zadeldak (mechanische pannen) met recente aanpassingen.
De poel vormt vermoedelijk een restant van de omwalling, waarvan sprake in het leenboek.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ruiselede, 1849/33, 1891/17, 1977/39.
  • Rijksarchief Gent, Kaarten en Plans, nr. 2765.
  • BRAET A., Ruiselede in moeilijke tijden (1550-1600). Sociaal-economische schets, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 18, nr. 3, 2001, p. 120, p. 140.
  • BRAET M., De heerlijkheid Axpoele en haar heren en vrouwen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 20, nr. 1, 2003, p. 32, p. 34.
  • BRAET M., Rusleda 900 jaar. Een kroniek 1106-2006, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 23, nr. 4, 2006, p. 168-169, p. 176.
  • BRAET M., Stoker Charles-Louis Van Oost en zoon Jan-Francies, brouwer van Den Anker in de Bruggestraat, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 20, nr. 2, 2003, p. 89.
  • DEGUFFROY G., DEPREDOMME J., Ruiseleedse plaatsnamen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 10, nr. 4, 1993, p. 176-177.
  • DEPREDOMME J., Foto's uit de oude doos: Maenhouts hof, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 18, nr. 3, 2001, p. 146-147.
  • DEPREDOMME J., Ruiseleedse gebouwen en plaatsnamen op de Grenskaart van 1627, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 2, nr. 2, 1985, p. 87-92.
  • D'HOOP F.-H., Cartularium. Recueil des chartes du prieuré de Saint-Bertin à Poperinghe et de ses dépendances à Bas-Warneton et à Couckelaere, déposées aux archives de l'état à Gand, Brugge, 1870, p. 221.
  • DE SMET G., Historiek van de kerk te Ruiselede (900-1968), Ruiselede, 1968, p. 19.
  • SILVERSMET TH., Verzameld archief van Ruiselede, deel 1, Westvlaams Genootschap voor Familie- en Wapenkunde i.s.m. Heemkundige Kring "Oud Ruysselede", s.d., s.l., p. 19-20.
  • VERHOUSTRAETE A., Feodaal overzicht van Ruiselede (overdruk uit Appeltjes van het Meetjesland), Maldegem, 1965, p. 23-24, p. 49-50.

Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Ruiselede, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL39, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Klein Kraaienbroek

  • Is deel van
    Kraaienbroekdreef


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Groot Kraaienbroek [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/90547 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.