erfgoedobject

Hoeve de Groote Speye ferme

bouwkundig element
ID
90943
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/90943

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historische hoevesite volgens 19de-eeuwse kaarten "de Groote Speye ferme". De hoeve gaat terug tot het einde van de 18de eeuw. Licht achterin gelegen ten zuiden van de Amersveldestraat. Erfoprit omgeven door weides, bij de toegang knotboom. Deze hoeve is op de Atlas der Buurtwegen (circa 1844) aangeduid als "De groote Speye ferme", aan de andere zijde van de straat (ten noorden van de straat), aanduiding van "De kleine Speye ferme". Deze hoeves zijn als dusdanig nog niet aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778). De "kleine Speye" is vermoedelijk te identificeren als nummer 30, een verbouwde hoeve. De "grote speye" wordt volgens De Flou voor het eerst als leen vermeld in 1626. Vermelding in 1774 als een "Behuijsde Hofstede" (Manschepe bouck van Wijnendale). In 1785 is er sprake van: "Bij den soo genaemden Hullaers meulen, eene behuijsde hofstede met de wallen, singelen, dreven, landen, bosschen ende meerschen midtsgaeders huijs, scheure, stallijnghe ende andere edefitien op staende ende medegaende, genaemt de groote Speije". In 1818 is er sprake van "la ferme autrefois titrée Ravegeertshoucke". De hoeve "Kleine Speye" wordt voor het eerst vermeld in de Atlas der Buurtwegen (circa 1844).

Het huis, de schuur en de stalling zijn als dusdanig reeds aangeduid op het primitief kadasterplan (circa 1828) en de Atlas der Buurtwegen (circa 1844). Eigenaar op dat moment zijn de adellijke juffrouwen Delalaing, Brusselse renteniersters. Er is dan ook een grote boomgaard; bij het boerenhuis sluit een klein ovenhuisje aan. Deze oven verdwijnt volgens het kadaster in 1946.

Op vandaag deels verbouwde site, de schuur is vervallen. U-vormige opstelling van de bestanddelen rondom een begraasd erf.

Ten noorden van het erf, gaaf bewaard boerenhuis uit het einde van de 18de eeuw. Gele baksteenbouw met smeedijzeren muurankers met ingekraste motieven. Gebruik van rode baksteen voor de sierelementen: sporen van ruitvormig metselaarsteken in de top van de linker zijgevel, de hoeken van de linker zijgevel zijn afgewerkt met verticaal geplaatste klezoren (waarvan één met ingekrast teken, een klezoor is een gekapte steen, ¼ van een strek) (onregelmatiger ook in voor- en achtergevel, ter hoogte van hoeken en bij de muuropeningen), de koppen in de vensterbogen, een restant van een datering in de erfgevel. Dubbelhuis van zes traveeën onder hoog zadeldak (rode Vlaamse pannen voor erfzijde, mechanische pannen voor achterzijde), dakoverstek op gootlijst op geprofileerde klossen. Door een wijziging van de muuropeningen en de onderdorpels vermoedelijk in het eerste kwart van de 20ste eeuw is de indeling met opkamer rechts niet meer afleesbaar. Imposante zijgevels met aandaken en vlechtingen, oculus in de linker zijgevel, laadluiken in de rechter zijgevel.

Erfgevel: getoogde muuropeningen, bij de deur wellicht oorspronkelijk, bij de vensters op verzorgde wijze gewijzigd in eerste kwart 20ste eeuw. De vensterbogen bestaan uit afgeschuinde strekken (geschaafde baksteen) afgewisseld met twee koppen waarvan de bovenste telkens rood is. Dit is ook het geval bij de oudere boog van de deur. De deuromlijsting is voorzien van enkele natuurstenen blokken. Roodbakstenen sporen van een jaaraanduiding in strekken, koppen en klezoren: links boven het linker venster wellicht restant van een "1", tussen het tweede en het derde venster duidelijk een "7", tussen het derde venster en de deur, mogelijk een spoor van een "2". Interpretatie is hypothetisch: "1?7(..)2?" of "1?(..)72?". Bewaard houtwerk van de schuifvensters uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.

Achtergevel: getoogde deur met boog zoals bij de voordeur, voorts quasi rechthoekige muuropeningen onder eenvoudige strek. Vernieuwd houtwerk, bewaarde groen en wit beschilderde luiken.

Tegen, de rechter zijgevel, aanbouw van garages in betonsteen.

Interieur. Bewaarde indeling met opeenvolging van kamers en opkamer bewaarde balkenstructuur van moer- en kinderbalken, moerbalken met geprofileerde en versierde sloffen, bewaarde schouwen onder meer brede schouw in metselwerk met bewaarde bordenplank en smallere schouw met verzorgde houten schouwmantel, bewaard binnenschrijnwerk van onder meer deuren naar kelder en opkamer, bewaarde tegelvloeren. Meervoudige kelder met kruisribgewelf met geometrisch stucwerk en tongewelven, bewaarde deur tussen kelder en kelderluikje, vloer van rode keramiektegeltjes. Bewaarde, hoge dakconstructie (zolder opgedeeld in twee niveaus) bestaande uit getelmerkte schaargebintes waarboven een makelaarsgebint met schoren.

Ten oosten van het erf, lange schuur in vervallen toestand (dak verwijderd of ingestort), aanbouw tegen de achterzijde. Rode baksteenbouw met (sier)ankers. Indeling: schuurgedeelte, stalling, wagenhuistravee. Het schuurgedeelte is in de linker zijgevel en de erfgevel voorzien van asemgaten, ook in de geveltop waren er aandaken (aanzet bewaard), getoogd deurtje wellicht van aardappelkelder. Schuurpoort met schuifpoort, het is niet duidelijk of een oude boog bewaard is. Vernieuwde, rechthoekige staldeuren en venstertjes. Rechthoekige wagenhuispoort, de oorspronkelijke korfbogige en hogere poort (deels ingevuld met metselwerk) is echter bewaard.

Ten westen van het erf, stalling, deels bewaarde oudere, 19de-eeuwse kern, doch bijna volledig ingebouwd. Rechter zijgevel met heiligennisje in de geveltop.

Achter het huis, restant van bakhuis, vermoedelijk uit het midden van de 20ste eeuw, echter volledig ingebouwd in recentere stalling. Tevens een serre uit dezelfde periode.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Kortemark, 1946/41.
  • Manschepe bouck van de heerlijkheid Wijnendale (1774), bewaard in het museum "Kasteel van Wijnendale".
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Deel V, Brugge, 1925, kolom 33.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Deel VII, Brugge, 1927, kolom 940.
  • VERHAEGHE M., Uit het verleden van Kortemark, Brugge, 1953, p. 208.
  • WERBROUCK M., In honderdvijftig jaar meer dan honderdvijftig herbergen in Oud-Kortemark (1830-1980), in Jaarboek van de heemkundige kring "Crekel Beke", Kortemark, 1995, p. 110.
  • WERBROUCK M., Oude en nieuwe straten te Kortemark na de fusies, s.l., 1978, p. 64-66.

Bron: BAERT S. & VANNESTE P. in samenwerking met CREYF S., DEVOOGHT K., GHERARDTS F. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortemark, Deel I: Deelgemeenten Kortemark en Handzame, Deel II: Deelgemeenten Werken en Zarren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL40, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Baert, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve de Groote Speye ferme [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/90943 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.