Oorspronkelijk langgestrekte hoeve met breder uitgebouwde schuur ten westen, heden afgebroken (zie bewaarde fundamenten). Bewaard woonstalhuis, jaartal 1856 (gesinterde baksteen) in rechter zijtuitgevel; ingeplant op omhaagd (beuk en palm) terrein, met moestuin ten noorden.
Verankerde baksteenbouw van zes traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok loodrecht op straat, mechanische pannen en golfplaat). Rechthoekige beluikte en betraliede vensters met afgeronde bovenhoeken en dito deur, in gereinigd en hervoegd woongedeelte. Achtergevelzijde met bewaarde opkamervensters en aangepaste rechthoekige muuropeningen. Stal met rechthoekige muuropeningen meestal onder houten latei. Doorlopende overhoekse en getande baksteenfriezen. Rechtse zijtuitgevel: rechthoekige houten luiken met afgeronde bovenhoeken en arduinen onderdorpel; hogerop jaartal en gestileerd hart van gesinterde baksteen.
Bron: KENNES H. & WYLLEMAN L. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Lier, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Kennes, Hilde Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)