Symmetrisch opgebouwde tuinwijk met 52 woningen, in 1922-1924 gerealiseerd door de Mechelse Goedkope Woning. Eerste wijk van de maatschappij, naar ontwerp van Henri Mardulyn.
De wijk Papenhof is gelegen in de noordoostelijke rand van Mechelen, tussen de Grote Nieuwedijkstraat en de Hazeldonkstraat. Ze werd opgericht op gronden van het voormalig buitengoed Papenhof, dat eigendom was van het aartsbisschoppelijk seminarie. De Nationale Maatschappij keurde de plannen voor de oprichting van 52 woningen goed op 30 maart 1922. Ontwerper was de Mechelse architect Henri Mardulyn, die betrokken was bij de wederopbouw van de binnenstad. In dezelfde periode ontwierp Mardulyn ook de Tuinwijk Doornenstraat in opdracht van de Mechelse Goedkope Woning, waarvoor de bouwaanvraag een aantal maanden later werd goedgekeurd. Beide wijken werden haast gelijktijdig opgetrokken en waren voltooid in 1924. In 1927 realiseerde Mardulyn in Sint-Katelijne-Waver nog een derde en laatste wijk voor de Mechelse Goedkope Woning: de tuinwijk Pasbrug (gesloopt).
Net als de meeste andere huisvestingsmaatschappijen volgde de Mechelse Goedkope Woning in het begin van de jaren 1920 het ideaal van de tuinwijk. Vooral de wijk Doornenstraat vertoont een uitgesproken tuinwijkpatroon; het Papenhof in mindere mate. De tuinwijk in Sint-Katelijne-Waver werd al gekenmerkt door aaneengesloten bebouwing en de schaarse aanwezigheid van groen. Gemeenschappelijk voor de drie wijken van Mardulyn is de toepassing van een pittoreske landelijke architectuurtaal gekenmerkt door eenvoud in proporties en materialen.
Tuinwijk met gesloten karakter, gebouwd op een achterliggend terrein ontsloten door vier insteekstraten en een binnenstraat (de Papenhofstraat), als geheel een bouwblok vormend. Landelijke opvatting met in groepen van zes tot acht gebouwde woningen met voor- en achtertuin; Oorspronkelijk alle voortuinen omhaagd met levende ligustrum.
Bakstenen eengezinswoningen van twee of drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (kunstleien), verlevendigd met klimmende dakkapellen, verspringende dakranden en punt- of tuitgevels, respectievelijk op de uiteinden en in het midden van een groep; rechthoekige muuropeningen met betonnen latei, oorspronkelijk met luiken. Een gemeenschappelijke groene zone ontbreekt, maar de achtertuinen en achtergebouwen van de meest noordelijk gelegen huizengroepen zijn vanaf de binnenstraat bereikbaar. De zuidelijk gelegen huizengroepen hebben hun voorkant aan de binnenstraat (oorspronkelijk waarschijnlijk achterpaden ter ontsluiting van de tuinen).
De huizengroepen aan de Grote Nieuwedijkstraat en de Hazeldonkstraat (de koppen van het bouwblok) hebben een karakteristieke uitwerking met haaks op de straat ingeplante ruime hoekpanden (inkom op de zijkant) met tuitgevel met gecementeerde gevelvlakken en lisenen. De zijgevels van de andere huizengroepen zijn op gelijkaardige wijze vormgegeven. Typische schouwen met siermetselwerk en witgeschilderde lateien. Anno 2104 heeft vooral de binnenstraat haar karakter verloren door de inplanting van achterbouwen, tuinmuren en garages.
De Tuinwijk Papenhof heeft een architecturale waarde, een ensemblewaarde en contextwaarde (herkenbaar element in de omgeving). Ondanks individueel uitgevoerde renovaties is het eenheidsbeeld goed bewaard. Samen met de Tuinwijk Doornenstraat is het een belangrijke getuige van de aanwezigheid van de tuinwijkgedachte in Mechelen in de jaren 1920.
Elementen die de erfgoedwaarde onderbouwen zijn de inplanting, de volumewerking en de materialiteit van de woningen. Vooral de hoekpanden aan de Grote Nieuwedijkstraat zijn beeldbepalende elementen. Verder is de uniformiteit van details van belang zoals de witgeschilderde lateien, de vormgeving van de tuitgevels. Het tuinwijkkarakter wordt sterk bepaald door de voortuintjes met levende haag.
Auteurs: Van Herck, Karina
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Van Herck K. 2016: Tuinwijk Papenhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/192914 (geraadpleegd op ).
Symmetrisch opgebouwde tuinwijk begrensd door Papenhof-, Grote Nieuwendijk- en Hazeldonkstraat, opgetrokken in 1924 door de Mechelse Goedkope Woning.
Landelijke woonwijk met 52, in groepen gebouwde woningen met voor- en achtertuin. Bakstenen eengezinswoningen van twee tot drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (kunstleien), verlevendigd met klimmende dakkapellen en puntgevels, respectievelijk op de uiteinden en in het midden van een groep; rechthoekige muuropeningen met betonnen latei, oorspronkelijk met luiken. Een gemeenschappelijke groene zone ontbreekt, maar de achtertuinen en achtergebouwtjes zijn vanaf de straatzijde bereikbaar.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. 1995: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Mechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. 1995: Tuinwijk Papenhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/100309 (geraadpleegd op ).