De Oude Tuinwijk van Heist-op-den-Berg werd gerealiseerd in opdracht van de Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken van het kanton Heist-op-den-Berg om tegemoet te komen aan de woningnood na de Eerste Wereldoorlog. Ze kwam tot stand in twee fasen, meer bepaald 36 woningen vanaf 1921 en 38 woningen vanaf 1925, alle naar ontwerp van de Antwerpse architect Louis Goormans.
De wijk is gelegen ten noordwesten van het centrum van Heist-op-den-Berg, wordt begrensd door de Molenstraat en Noordstraat, en ontvouwt zich langs de Eugeen Woutersstraat. Ze vormt een voorbeeld van een rurale tuinwijk, aansluitend bij het type van de cités pavillionaires en gekenmerkt door het vormelijk principe van koppelwoningen op ruime, groene percelen. Het aanlegplan van de tuinwijk is heel eenvoudig en wordt gestructureerd door rechte en schuine assen. De scherpe hoek tussen de Eugeen Woutersstraat en Neerweg is ingevuld met een driehoekige groenzone. Formele tuinwijkprincipes verlevendigen het ensemble, meer bepaald de variatie in rooilijnen en de diagonale plaatsing van hoekpanden. Een netwerk van voetgangerspaden ontsluit de achtertuinen van de middelste koppelwoningen van de ensembles. De eenheid van de oorspronkelijke afsluiting van de voortuinstroken met hagen is heden sterk gediversifieerd. Een deel van de voortuinen is omheind met opengewerkte betonnen afsluitingen.
De tuinwijk bestaat uit bakstenen enkelhuizen van twee traveeën, gekoppeld per twee, vier of zes, en leunt stilistisch aan bij het regionalisme. Alle woningen worden geopend door rechthoekige muuropeningen, waarbij de benedenvensters oorspronkelijk beluikt waren. De luiken zijn heden overal verdwenen, idem voor het oorspronkelijke schrijnwerk van ramen en deuren. Ook de parementen ondergingen in verschillende gevallen wijzigingen.
De oudste woningen (Cederstraat 2-8, Eugeen Woutersstraat nummers 1-21, 2-8, Lodewijk Smitsstraat 1-7, Molenstraat nummers 60-80 en Neerweg 12-14) bestaan uit twee verschillende, doch gelijkaardige types. Een deel van de woningen is gekoppeld tot volumes van twee bouwlagen onder pannen schild- of zadeldaken, waarbij de bovenverdieping bepleisterd is en is ingewerkt in het dak. De lijstgevels, oorspronkelijk afgelijnd met uitkragende kroonlijsten boven de benedenverdieping, worden doorbroken door puntvormige gevelverhogingen boven de middel- of zijtraveeën, geopend door drielichten, of eventueel ook door dakvensters. Het andere type leunt vormelijk aan bij deze woningen, maar getuigt van een grotere zin voor decoratie en uitwerking. Deze koppelwoningen bezitten eveneens een in het dakvolume ingewerkte bovenverdieping. Het dak is bij deze ensembles echter een pannen mansardedak, elegant geaccentueerd door de gebogen uitwerking van de zijgevels. De daken zijn geopend met mijtervormige gevelverhogingen en dakkapellen. Ook de aanwezigheid van driezijdige bow-windows op de gelijkvloerse verdieping verhoogt de dynamiek van de volumes. De bakstenen woningen zijn voorzien van een bepleistering op de bovenverdieping en het baksteenmetselwerk wordt verlevendigd door decoratieve ornamenten en details, onder meer in de zijgevels ter hoogte van de schouwen, in de topgevels en onder de smalle zeshoekige vensters, die de toegangsdeuren flankeren.
De woningen van de tweede bouwfase sluiten in enkele gevallen aan bij het eerste type, namelijk als eenlaagse volumes met een in het dakvolume ingewerkte bovenverdieping, eventueel gemarkeerd door puntvormige gevelverhogingen. Deze koppelwoningen worden geflankeerd door uitbouwen onder de doorlopende dakhelling. De overige woningen zijn eenvoudige volumes van twee bouwlagen onder pannen schilddaken. De lijstgevels worden enkel geleed door eenvoudige bakstenen rollagen. De smalle zeshoekige vensters, voorzien van decoratief metselwerk onder de lekdorpel, vormen het enige decoratieve accent.
De Oude Tuinwijk vormt een historisch en typologisch interessant voorbeeld van een tuinwijk, en bezit hierdoor een stedenbouwkundige en architecturale waarde. Zeker de vroegste fase woningen getuigt van een grote ontwerpkwaliteit. Bepalende erfgoedelementen zijn de perceelstructuur (relatief grote percelen met een groen karakter), de inplanting (variatie in rooilijnen en diagonaal ingeplante hoekhuizen), de (deels aangepaste) groenaanleg, en de architecturale eenheid van de volumes die toch getuigen van een boeiende, vormelijke variatie (regionalistische, kleinschalige koppelwoningen in een levendige baksteenarchitectuur onder pannen daken). Het meest decoratief en dynamisch uitgewerkte type is relatief goed bewaard. De eenheid van de volledige tuinwijk is echter verstoord door renovaties, uitbreidingen en vernieuwing van het schrijnwerk, evenals door aanpassingen van de voortuinstroken.
Auteurs: Verhelst, Julie; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verhelst J. & Kennes H. 2016: Tuinwijk Heist-op-den-Berg [online], https://id.erfgoed.net/teksten/189565 (geraadpleegd op ).
Straat ten noordwesten van het centrum. Voor een groot gedeelte ingenomen door de "Tuinwijk" van 1921-1925, die tegemoet kwam aan de woningnood na de Eerste Wereldoorlog. Uit dezelfde periode dateert de oprichting van de Maatschappij voor Goedkope Woningen (1921). De hoofdas van de vermelde wijk wordt gevormd door de Eugeen Woutersstraat; de woningen, diverse varianten van gekoppelde eengezinswoningen met voortuintjes, vertonen kenmerken van het vereenvoudigd regionalisme. De tuinwijk strekt zich verder uit over de Cederstraat, de Noordstraat, L. Smitsstraat en Neerweg. De straten werden aangelegd in de periode 1930-1935; stilistisch gezien horen ook een aantal huizen thuis in deze periode, onder meer Cederstraat.
Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 1997: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kantons Duffel - Heist-op-den-Berg, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 1997: Tuinwijk Heist-op-den-Berg [online], https://id.erfgoed.net/teksten/100734 (geraadpleegd op ).