Zogenaamd "Achterste Convent" in tegenstelling tot het "Eerste of Voorste Convent" (nummers 16-18).
Vermoedelijk eerst na 1595 opgetrokken tussen de huidige Martinushoek en de vestbergen en ontstaan naar aanleiding van een stichting in 1572, bij testament geschonken, met als doel een convent voor zeven begijntjes te bouwen. Hersteld in 1712 en uitgebreid door Johan Parasiers (zie muurankers topgevel Martinushoek): drie panden verbouwd tot één geheel (zie Legger van de XXe Penningen). Tijdens de Franse Revolutie in 1798 opgeheven en onteigend.
In de jaren dertig volledig aangepast en verbouwd tot kleine huisjes. Sedert 1965 deels ingericht als kunstgalerij "Konvent".
Combinatie van haaks op elkaar gesteld breed- en diephuis in traditionele bak- en zandsteenstijl, L-vormig geschikt aan een voortuintje; door een witgekalkte bakstenen muur op gepikte plint van de straat afgescheiden; muur aan straatzijde geritmeerd door steunberen.
Breedhuis van acht traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak. Lijstgevel op gecementeerde en deels grijs geschilderde plint, gemarkeerd door lange muurankers en geschilderde muurbanden. Begane grond met rechthoekige vensters op arduinen lekdrempels (voormalige kruiskozijnen); zevende travee met bewaard kruiskozijn in beschilderde zandstenen omlijsting. Bovenverdieping met kruiskozijnen in zandstenen kwartholomlijsting met hoekblokken. Rechthoekige deuren met dito bovenlicht, respectievelijk in beschilderde en zandstenen kwartholomlijsting. Uiterst rechts rondboogdeurtje. Twee getrapte dakvensters met houten luik in zandstenen kwartholomlijsting en bekronend balkgat.
Rechts zijpuntgevel (zijde Martinushoek) gemarkeerd door overhoeks topstuk, schouderstukken, muurvlechtingen en gecementeerde muurbanden. Witgekalkte begane grond op gepikte plint. Centraal korfboogluik geflankeerd door kloosterkozijnen in zandstenen omlijsting. Muurankers met datering 1712.
Nagenoeg blinde achtergevel, uitziend op tuin, gemarkeerd door aangepaste rechthoekige muuropeningen, steigergaten en lange muurankers. Witgekalkte, bakstenen tuinmuur op gepikte plint met tuinpoortje onder zandstenen latei.
Diephuis onder leien zadeldak ten zuidoosten: trapgevel (6 treden en top) aan straatzijde, gemarkeerd door gedichte korfboogdeur; bewaarde zandstenen console in top. Aan binnenplaatszijde: witgekalkte baksteenbouw op gepikte plint met latere, overwegend rondbogige muuropeningen.
- MORTELMANS J., Het Lierse begijnhof, Lier, 1974, p. 74-76.