Eenheidsbebouwing waarvoor bouwaanvraag van 1917 naar ontwerp van J.B. Van Bouchout (zie ook gevel nummer 50).

Nummers 44, 50: twee identieke, doch in spiegelbeeld opgestelde rijhuizen, in wederopbouwstijl met neo-Lodewijk XVI-kenmerken; vier traveeën en drie bouwlagen onder schilddak (kunstleien) met vorstkam.

Halsgevels met natuurstenen parement (arduin voor de geblokte begane grond) en steekboogvensters in geprofileerde arduinen omlijsting onder druiplijst, meestal met schelpsluitsteen. Bel-etagevensters met balusters op de borstweringen, hogerop paneelversiering. Benadrukte deurtravee: schouderboogdeur in kwarthol geprofileerde arduinen omlijsting; bekronende oculus en deurvenster met balkon en balusters, op uitgewerkte arduinen consoles; flankerende Ionische pilasters met verdiepte schacht en reliëfversiering bovenaan. Boven gelijkaardig deurvenster, ingewerkt in het gebroken fronton dat de bekroning vormt van het lagere deurvenster. Gekorniste stenen kroonlijst op tandlijst en klossen.

Geveltop geflankeerd door pilasters tussen vleugelstukken met hoorn des overvloeds; gebogen waterlijst met schelpsluitsteen en gestrekte uiteinden; getoogd venster onder druiplijst met rocaillesluitsteen en vruchtenslinger. Bekronende oculus met maskerkopsluitsteen en vruchtenslinger.

Links en rechts op de bovenste bouwlaag: torenvormige, driezijdig uitspringende erker onder peerspits (kunstleien); gelijkaardige muuropeningen als elders, met guirlandes op de borstweringen. Hogerop ronde of ovale vensters met guirlandes, onder druiplijst met schelpsluitsteen.

Onregelmatige zijtrapgevels met natuurstenen muurbanden.

Tussenliggende nummers 46-48: opgeknapt enkelhuis met gelijkaardige neokenmerken, van vier traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak (nok evenwijdig aan straat, kunstleien). Steekboogvensters en schouderboogpoort.