erfgoedobject

Tuinwijken Groenenhoek

bouwkundig element
ID
102552
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/102552

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Tuinwijken Groenenhoek
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Twee tuinwijken op de Groenenhoek langs weerszijden van de spoorweg Antwerpen-Gladbach, respectievelijk in 1920 en 1923 opgericht door De Goedkope Woning van het Arrondissement Antwerpen (de Ideale Woning), naar ontwerp van Vincent Cols en Jules De Roeck met een inbreiding in 1930 naar ontwerp van Jean Alphonse Pots.

Bouwgeschiedenis en context

De tuinwijken op de Groenenhoek kwamen tot stand met de verstedelijking van Nieuw Berchem in het eerste kwart van de 20ste eeuw. In de jaren 1920-1925 werd ook de Groenenhoek, net als de gebieden Veldekens en Ruitenburg, omgevormd tot woonwijk met eigen gemeenschapsvoorzieningen. Tot in de jaren 1960 realiseerde de in 1920 opgerichte Samenwerkende Maatschappij De Goedkope Woning van het Arrondissement Antwerpen (vanaf 1960 de Ideale Woning) op de Groenenhoek een groot aantal sociale woningen, met als eerste project de twee tuinwijken langs weerszijden van de spoorweg, in 1930 uitgebreid met een meergezinswoningbouw (gesloopt in 2016). Gelijktijdig met de bouw van de tuinwijken werden in de omgeving voorzieningen opgericht: winkels in de Diksmuidelaan, parochiale scholen, en in 1923 een noodkerk op de hoek van de Geluwe- en Helderstraat (heden Parochiekerk van het Heilig Sacrament).

De tuinwijken op de Groenenhoek werden beide ontworpen door het architectenduo Vincent Cols en Jules De Roeck, dat in het begin van de jaren 1920 het merendeel van de tuinwijken voor huisvestingsmaatschappij De Goedkope Woning van het Arrondissement Antwerpen ontwierp. Voor het ontwerp van tuinwijken ontwierpen ze een aantal gestandaardiseerde woningtypes, die de uitkomst waren van een grondige studie en waarin een goede organisatie van de woningen werd nagestreefd, evenals een rationele toepassing van bouwmethodes en –materialen. In het eerste werkjaar werden zo vier types eengezinswoningen ontworpen en één type winkelhuis. Deze types werden tijdens de vroege jaren twintig toegepast in nagenoeg alle wijken van de huisvestingsmaatschappij. De eerste tuinwijk met 137 woningen in typische cottagestijl werd ten zuiden van het spoor aangelegd langs de Arbeidersstraat, het Florent Cootmansplein, de Groenenhoekstraat, de Spoorwegstraat en de Woningenstraat. Het is een van de vroegste realisaties van de pas opgerichte bouwmaatschappij en een van de eerste tuinwijken in zijn genre. Ze werd gelijktijdig gebouwd met de tuinwijk aan de Weerstandlaan in Borgerhout (eveneens ontworpen door Cols en De Roeck). In 1920 keurde de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen de plannen goed. De wijk werd op bijzonder korte tijd gebouwd door aannemer Lecluysse en zonen (voltooid in 1921).

De tweede tuinwijk met 207 woningen werd in een meer zakelijke stijl opgetrokken ten noorden van het spoor, langs de Edelgesteentenstraat, Helderstraat, Saffierstraat, Smaragdstraat, Topaasstraat en Turkooisstraat, waarbij alle straten werden vernoemd naar edelgesteenten. Deze wijk werd eveneens op minder dan een jaar tijd gebouwd in 1923. Het oorspronkelijke bouwplan was behalve architecten Cols en De Roeck, ondertekend door architect Jean De Vroey. Tussen de wijk en de spoorlijn (langs de Saffierstraat) werden volkstuintjes aangelegd. Deze tweede wijk had oorspronkelijk ook een uitgesproken tuinwijkkarakter, met halfopen bebouwing rond de pleinvormig verbrede Topaasstraat en een gemeenschappelijk groenplein tussen de Smaragdstraat, Saffierstraat en Edelgesteentestraat. In 1930 bouwde de maatschappij hier echter, ten gevolge van de crisis en de heersende woningnood, 28 woningen bij volgens een ontwerp van Jean Alphonse Pots (bouwaanvraag goedgekeurd in 1929). De woningen werden twee per twee tussengevoegd in de bestaande tuinwijk. Daarbij ging het halfopen tuinwijkkarakter van de wijk deels verloren. De werken voor deze derde fase werden uitgevoerd door aannemer Gustave Hiel uit Antwerpen. De gronden aan de Turkooisstraat 16 en 18 werden na de bouw van de wijk afgestaan aan de gemeente, die er volgens bouwplannen van 1949-1950 twee dienstgebouwen realiseerde met onder meer een stempelbureau en bibliotheek, later verschillende keren verbouwd en uitgebreid, bijvoorbeeld met een conciërgewoning. Negen woningen werden verkocht aan de Foyer Du Mutilé. Van 1973-1975 bouwde de Ideale Woning op de hoeken van Turkooisstraat-Smaragdstraat en de Edelgesteentenstraat vier hoekpanden met in totaal 38 appartementen (geen erfgoedwaarde). Aan de Edelgesteentestraat (nummer 1) richtte de Ideale Woning in 2004 nog twee appartementen op. Deze latere toevoegingen hebben de oorspronkelijke waarde van de tweede tuinwijk aangetast.

In 1930 (bouwaanvraag goedgekeurd in 1929) richtte de Ideale Woning op het hoekperceel van de Spoorwegstraat en de Groenenhoekstraat, aangrenzend aan de eerste tuinwijk, een opmerkelijke meergezinswoningbouw op naar ontwerp van architect Jean De Vroey. Het complex was opgevat als een geheel van 22 woningen (burgerhuizen in baksteen) onderverdeeld in 66 logementen. De werken werden eveneens door aannemer Gustave Hiel uit Antwerpen uitgevoerd van 1929 tot 1930. In 2016 werd het intussen zeer ingrijpend verbouwde pand gesloopt.

Beschrijving en typering

De sociale woonwijken vormen interessante voorbeelden van tuinwijken ontworpen door architectenduo Cols-De Roeck in de omgeving van Antwerpen tijdens de jaren 1920. De algemene aanleg in beide wijken bezit in de lijn van de tuinwijkgedachte een aandacht voor perspectief, voornamelijk bekomen door een centraal in de wijken aanwezige pleinvormige verbreding met groenzone en eventueel een speelplein. Oorspronkelijk was er ook een publiek plein voorzien in het bouwblok begrensd door de Saffier-, Smaragd- en Edelgesteentestraat, toegankelijk via de twee laatstgenoemde straten (heden privaat domein). Overigens relatief rechtlijnig stratenpatroon, afgelijnd met trottoirs en bepaald door het tracé van de spoorweg. Door een inbreiding van de wijk ontstond een relatief dens en dicht bebouwd karakter. De levendigheid wordt wel verhoogd door insprongen van woninggroepen ten opzichte van de rooilijn. De wijk bezit een groen karakter, bekomen door de aanwezigheid van voor- en achtertuinen, voorzien van hagen van haagliguster, evenals publieke aanplantingen en beboomde straten. Het plein ter hoogte van de Topaasstraat wordt gemarkeerd door een centrale rij gewone platanen. De Edelgesteentestraat wordt afgelijnd door een afwisseling tussen bruine kerspruim en bontbladige gewone esdoorn.

De woninggroepen zijn ingeplant met aandacht voor oriëntatie en windrichting. Doorgangen en grote ramen getuigen van toenmalige eisen op het vlak van hygiëne en controle. Het wijkkarakter werd versterkt door de oorspronkelijke aanwezigheid van winkelhuizen. Ook architecturaal zijn de koppelwoningen kenmerkend voor de tuinwijken, namelijk uitgewerkt in een eenvormige cottagestijl als kleinschalige woningen van een of twee bouwlagen. De verscheiden woningtypes zijn gekoppeld per twee tot oorspronkelijk maximaal zestien wooneenheden, waardoor verschillend gestructureerde eenheden ontstaan met bij voorkeur een symmetrische opbouw. Gelijkaardige materialiteit, namelijk parementen van rode baksteen onder rode pannen daken, heden deels verstoord door individuele aanpassingen van de gevels. Sporadische nieuwbouw of ingrijpende verbouwingen, doch herkenbaar geheel.

Eerste tuinwijk. Speels en levendig opgezet geheel met afwisseling van lijstgevels van één of twee bouwlagen onder pannen mansarde- en zadeldaken, met verschillende varianten van klok- en puntgevels, vaak uitgewerkt als risalieten. Kleinschalige baksteenarchitectuur in typische cottagestijl, verlevendigd door uitgemetselde siermotieven en decoratieve schoorstenen.

Tweede tuinwijk. Strakker gevelschema met afwisseling van lijst- en puntgevels. Tweelaagse bakstenen woningen onder pannen zadeldaken. De gevels worden sporadisch geaccentueerd door vakwerkimitatie in het metselwerk en beschilderde omlijstingen, lateien en horizontale banden.

De woningen getuigen volgens de bouwplannen van een gelijkaardige indeling, voorzien op de gelijkvloerse verdieping van een onderkelderde woonkamer met daarachter een was- of pomphuis, gang en toilet. Op de bovenverdieping bevonden zich telkens één grote en twee kleine slaapkamers.

Evaluatie

De tuinwijken op de Groenenhoek bezitten afzonderlijk stedenbouwkundige en architecturale waarde, en zijn illustratief voor de tuinwijkgedachte omwille van het bewaarde aanlegplan en het karakteristieke volumespel van de architectuur. Voornamelijk de oudste tuinwijk, ten zuiden van de spoorlijn, vormt een goed herkenbaar en waardevol geheel. De noordelijke tuinwijk bewaart haar karakter voornamelijk ter hoogte van de pleinvormige verbreding van de Topaasstraat, maar werd overigens vaak storend verbouwd. De erfgoedwaarde wordt versterkt door de contextwaarde, namelijk het samengaan van twee wijken ontworpen door Cols & De Roeck, langs weerszijden van het spoor, beide met een verschillende tuinwijktypologie, meer bepaald een wijk aanleunend bij de cottagestijl en met een open karakter, ten opzichte van een meer zakelijke en gesloten wijk.

  • Onroerend Erfgoed, Archief Inventaris sociale woningbouwpatrimonium (2011-2016), Sitenaam BERCHEM_TUINWIJK_GROENENHOEK_1010.
  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 956#5622, 961#10326.
  • Stadsarchief Antwerpen, Planarchief stadsgebouwen, 100#1244.
  • Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Dienst Onroerende Transacties, registratiefiches, SHM 1010, Antwerpen, Groenenhoek.
  • KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3ND, Brussel - Turnhout.
  • S.N. 1921: M.E.N.G.E.L.M.A.R.E.N, Bouwgids 4, 71.
  • S.N. 1929: 22 Maisons de rapport à Berchem-Anvers, L’Habitation à Bon Marché 9.3, 37-40.
  • VAN GOETHEM G., ARENDT P., BARTHOLOMEEUSSEN P., COLS V., DE ROECK J. 1922: Samenwerkende Maatschappij "De Goedkoope Woning van het Arrondissement Antwerpen". Verslag over het eerste dienstjaar, Antwerpen.
  • Informatie over groenaanleg verkregen van Herman van den Bossche (18 juli 2016).

Auteurs: Plomteux, Greet; Van Herck, Karina; Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tuinwijken Groenenhoek [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/102552 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.