Circa 1857 afgelijnde straat tussen Nieuwland en het Stapelplein doorheen de eigendom van de heer Fiévé-Goemaes. Het huidige straatbeeld wordt enerzijds bepaald door bakstenen magazijnen en opslagplaatsen onder meer van de frima De Baerdemaecker, en overigens door gecementeerde huizenblokken van arbeiders- en kleine burgerhuizen (onder meer nummer 31-35, 37, 39).

De noordzijde van de straat wordt gedetermineerd door pakhuizen der firma De Baerdemaecker (begin 20ste eeuw). Te vermelden zijn vooral nummer 1 tot 9; stoere hoge vlasmagazijnen van drie bouwlagen onder platdak. Verticaliserende gevel geritmeerd door spaarvlakken tussen lisenen, met rechthoekige poorten onder I-balken met rozetten op beganen grond, en getoogde openingen op de verdieping. In het interieur rust een houten bevloering via ijzeren I-balken op slanke gietijzeren zuilen met dekplaat; achter elke poort bevindt zich een interne hijskoker doorheen de drie bouwlagen.