Nadat de bestaande woning op dit perceel tijdens de Eerste Wereldoorlog werd vernield kreeg Lodewijk Rutten 19 mei 1921 toelating om zijn huis aan het Felix Timmermansplein 1 her op te bouwen naar plannen van architect en provinciaal bouwmeester Edward Careels (gedateerd 14 en 21 september 1920) op voorwaarde dat de guirlandes in de voorgevel vervangen werden door een fijnere versiering in de stijl van het gebouw (een vraag van het Provinciaal Comité voor Monumenten en Landschappen). Dit comité vroeg ook om het beeld op het dak weg te laten maar deze opmerking werd niet weerhouden door het gemeentebestuur. De gevel werd grotendeels uitgevoerd zoals op plan (met beeld) maar wel iets minder druk gedecoreerd. 29 juni 1922 vroeg diezelfde Rutten toelating om op dit perceel een achterbouw te realiseren. Deze aanvraag werd geweigerd om hygiënische redenen maar het bijhorende gevelplan, opnieuw van Careels (en gedateerd 29 april 1922), werd wel uitgevoerd (Felix Timmermansplein 2).

Interbellum neo-Franserenaissance complex, bestaande uit twee huizen. Felix Timmermansplein 1 is een hoekpand (Grote Markt) van drie bouwlagen. Het telt drie traveeën aan het Felix Timmermansplein, één travee aan de Grote Markt bekroond met een puntgevel, en één hoektravee dat is opgevat als een halfronde erker op de eerste en tweede verdieping. De vensteropeningen hebben afgeronde bovenhoeken en zijn op de tweede verdieping per travee bekroond door een driehoekig fronton en een dakkapel met een puntgevel. Het parement bestaat uit baksteen met knipvoegen, en verwerking van witte steen voor de plint, de erker, de omlijsting van de als kruis- of kloosterkozijnen uitgewerkte muuropeningen, en voor de tot muurbanden doorgetrokken borstweringen en puntgevels. Eenvoudige geometrische motieven zoals ruiten en cirkels verlevendigen de borstweringen van de vensters op de eerste en tweede verdieping. De hoek van het gebouw wordt gemarkeerd door een zuil, bekroond met een beeld van een lierspeler. Dit is waarschijnlijk een verwijzing naar de stadsnaam. Het geschilderde houten schrijnwerk heeft een roedeverdeling en is, net zoals het glas, gebogen in de erker. De deuren hebben deurlichten met glas in lood en decoratief smeedwerk. Het pand aan het Felix Timmermansplein 2 is een breedhuis van vier traveeën en twee bouwlagen met afwisselend puntgevels en dakkapellen. Het parement en de muuropeningen sluiten aan bij die van Felix Timmermansplein 1 maar de decoratie is eenvoudiger. In de linkertravee bevindt zich een rechthoekige poort met afgeronde bovenhoeken.

Hoekpand van twee tot drie bouwlagen onder gecombineerde bedaking, waarvoor bouwaanvraag van 1920 naar ontwerp van E. Careels. Baksteenbouw met kenmerken die verwijzen naar de Franse renaissance. Verwerking van natuursteen voor de sokkel, omlijstingen en de tot muurbanden doorgetrokken borstweringen. Vensters uitgewerkt als kruis- of kloosterkozijnen, per travee meestal bekroond door een driehoekig fronton en dakvenster. Hoektravee opgevat als halfronde erker.