Deze huizen, genaamd "Dry Coningen" en "Guldenbergh", werden vernield tijdens de Eerste Wereldoorlog. 25 november 1920 kreeg de weduwe Van Hoof-Mertens toelating voor de heropbouw van het huis aan de Grote Markt 17 naar plannen van de Antwerpse architect Joseph Evrard en met goedkeuring van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (mits rekening gehouden werd met de opmerkingen van architect Henri Blomme).
23 juni 1921 kregen de kinderen Dierckx toelating voor de heropbouw van het huis aan de Grote Markt 16 naar plannen van stadsbouwmeester Alfons Alpaerts (gedateerd 10 februari 1921) en met goedkeuring van de bouwraad. Bij de realisatie werd enigszins afgeweken van deze plannen: voor de topgevel werd een eenvoudige puntgevel gekozen (zoals bij nummer 17) in plaats van een halsgevel, en het balkon op de bel-etage werd afgewerkt met een smeedijzeren balustrade in plaats van stenen balusters. De segmentboogvormige winkelpui werd waarschijnlijk wel uitgevoerd maar later vervangen.
Grote Markt 16 is een eclectisch diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (kunstleien) met een eenvoudige witgeschilderde puntgevel, deels gecementeerd, deels met een witstenen parement, en met gebruik van blauwe hardsteen voor de pui-omlijsting. De middentravee wordt benadrukt door toepassing van een geblokt risaliet, een rondboogvenster in de topgevel en een geprofileerd schouderboogvenster op de tweede verdieping, met guirlandes in de borstwering en de naamsteen "De Drei Koningen" erboven. De muuropeningen zijn rechthoekig, op de eerste verdieping met een gevelbreed balkon op blauwhardstenen consoles en met een smeedijzeren balustrade. De puntgevel is gedecoreerd met geometrisch gestileerde (art-decogetinte) voluten en vensteromlijsting. Het schrijnwerk op de bovenverdiepingen heeft een kleine roedeverdeling in de bovenlichten.
Grote Markt 17 is een diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (mechanische pannen) met een eenvoudige, afgeronde puntgevel met geometrisch gestileerde motieven in de top. Het parement bestaat uit witsteen met gebruik van blauwe hardsteen voor de muurbanden, de balkons, de aflijning van de topgevel, en de pui-omlijsting. De middentravee wordt benadrukt door een deurvenster op de eerste en tweede verdieping, op de tweede verdieping inclusief een balkon op consoles met een smeedijzeren balustrade. Op de eerste verdieping bevindt zich een gelijkaardig maar gevelbreed balkon. De vensters zijn rechthoekig met geknikte bovenhoeken (een drielicht in de topgevel). De bovenverdiepingen hebben geschilderd houten schrijnwerk, op de eerste en tweede verdieping met een kleine roedeverdeling in de bovenlichten. De winkelpui wordt geflankeerd door geblokte lisenen met links een jaarsteen "1914" (verwijzend naar de vernieling) en rechts een jaarsteen "1921" (verwijzend naar de wederopbouw).
- Stadsarchief Lier Bouwingen, doos 551, dossier 1920/167; doos 553, dossier 1921/57.