is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Neotraditionele bejaardenwoningen van 1911-1912
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Bejaardenwoningen Prosper Claeysstraat
Deze vaststelling was geldig van tot
Bejaardenwoningen in 1911-1912 gebouwd door het Bureau voor Weldadigheid naar ontwerp van Jozef De Waele en gefinancierd door liberale verenigingen en individuen. In 1993 verbouwd door de sociale huisvestingsmaatschappij Gentse Maatschappij voor de Huisvesting, naar ontwerp van Mark Bernaert. Recht straatje, aan weerszijden bebouwd met bakstenen huisjes van één bouwlaag met neotraditionele elementen zoals tuit- en trapgevels en arduinen kruiskozijnen. Elk huisje is verder voorzien van een herdenkingspaneel met naam van de maatschappij of weldoener.
Recht straatje, getrokken in 1912 en bebouwd met een typische eenheidsbebouwing van 41 kleine woningen voor bejaarde echtparen door het Bureau voor Weldadigheid (voornamelijk door toedoen van de voorzitter Prosper Claeys). Ontwerper is hoogstwaarschijnlijk architect Jozef De Waele, gezien de door hem gesigneerde bouwplannen van de gelijkaardige woningen in de Liverpoolstraat en het artikel van Henri De Bruyne (chef-architect van de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken) uit 1939.
De straat werd niet in één stuk gebouwd. Men begon aan de zijde van de Patijntjestraat en de bebouwing groeide zo verder naar de Koning Albertlaan toe. Er waren dan ook verschillende inhuldigingen in 1911 en 1912. De traditionalistische vormgeving paste in het beeld van Gent als pittoreske middeleeuwse stad, dat naar aanleiding van de wereldtentoonstelling van 1913 verspreid werd. Gelijkaardige rijen bejaardenwoningen werden in deze periode opgetrokken in de Liverpoolstraat en de Slinke Molenstraat.
De financiering kwam vooral van liberale verenigingen en individuen (onder andere bij testament). Onder de maatschappijen die bijdroegen, vinden we het Van Crombrugghe’s Genootschap, de Officiële Dekenbond, de vrijmetselaarsloge Le Septentrion en de filantropische verenigingen Zonder Naam Niet Zonder Hart, De Romeinen en L’Union. Onder de privépersonen vindt men Prosper Claeys, voorzitter van het Bureau van Weldadigheid, de industrieel J.J. Dierman, liberaal politicus Marc Baertsoen die ook voorzitter was van de Gentse Maatschappij der Werkerswoningen, de erfgenamen van Adolphe Dubois (1827-1900), een liberaal politicus en voorzitter van de Commissie van Burgerlijke Godshuizen, landmeter Justin Anglade, Mevrouw J.F.J. Heremans, de weduwe van de liberale politicus Jacob Frans Jan Heremans (1825-1884), amateurhistoricus Ernest Lacquet (1845-1907), architect Joseph De Waele (1844-1910), rechter Gustave Van Alleynes (1829-1910), interieurdecorateur Auguste Neirynck (1847-1912), Céline Thomas ( 1842- 1905), Marie Louise Nuytten (1842-1903), Melle Christine Broekhans (1825-1910), schrijver Karel De Clercq (1834-1900), August Van Impe (?-?), Pierre (Pieter) De Winter (?-?), Karel Brullez (1830 – 1904), Gustaaf Van Loo (1831-1897), Henri Troch en Victorine Troch.
8 mei 1921 werd deze straat (en de gelijkaardige bebouwing in de Slinke Molenstraat) bezocht door koningin Elisabeth in aanwezigheid van burgemeester Emile Braun, naar aanleiding van een bezoek aan de Gentse armen en krijgsverminkten. In het kader hiervan bezocht ze ook de tentoonstelling van de oorlogsverminkten in de Handelsbeurs. In 1993 verkocht het OCMW de 41 huisjes aan de sociale huisvestingsmaatschappij Gentse Maatschappij voor de Huisvesting en zij liet de huizen rond de eeuwwisseling renoveren tot 37 appartementen naar ontwerp van architect Mark Bernaert. De panden werden per twee samengevoegd en opgedeeld in één appartement per bouwlaag. De gevels bleven behouden.
Bakstenen huisjes met één bouwlaag van elk twee traveeën gescheiden door steunberen, onder doorlopend zadeldak (leien) met dakkapelletjes. Gemeenschappelijk dakvenster in tuitgevelvorm boven de gekoppelde deuren onder leien afdakje alternerend met haakse voorbouw met tuitgevel en identieke toegang onder leien afdak in de zijgevels. Arduinen kruiskozijnen boven breukstenen plint. Zijtrapgevels aan de Koning Albertlaan en Patijntjestraat, eerstgenoemde met links en rechts herdenkingspanelen: "A la memoire de Melle Celine Thomas (1905)" en "A la memoire de Mr. Aug. Neirynck (1847-1912)". Elk huisje is verder voorzien van een voortuintje en een herdenkingspaneel met naam van de maatschappij of weldoener.
Dit bouwkundig geheel werd binnen de thematische inventarisatie van het sociale woningbouwpatrimonium zeer hoge tot uitzonderlijke erfgoedwaarde toegekend (top van de selectie).
Architecturale en stedenbouwkundige waarde als voorbeeld van de vooroorlogse initiatieven inzake sociale woningbouw en meer specifiek de traditioneel geïnspireerde bejaardenhuisvesting. Dit bouwkundig geheel kaderde ook in de aanleg van de stationswijk (contextwaarde) en de profilering van Gent als historische stad naar aanleiding van de wereldtentoonstelling van 1913. Die link met de wereldtentoonstelling geeft het geheel een historische waarde, evenals de link met de (liberale) financiers. Bepalend voor deze erfgoedwaarde is de homogeniteit van de gevelarchitectuur, en meer bepaald de schaal, het silhouet, de volumewerking, het coloriet en de materialiteit, evenals de herdenkingsstenen.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Neotraditionele bejaardenwoningen van 1908
Is gerelateerd aan
Neotraditionele bejaardenwoningen van 1908
Is deel van
Gent - 19de- en 20ste-eeuwse stadsuitbreiding
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Neotraditionele bejaardenwoningen van 1911-1912 [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/103327 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.