Teksten van Herberg De Roose

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/10334

Herberg De Roose ()

Het huis aan de Grote Markt 21, genaamd "De Roose", werd reeds vermeld in 1420 en was destijds een gekende herberg. De woning werd in 1914 vernield, met uitzondering van een deel van de gevel op de begane grond.

Architect Léon Wellens maakte reeds in maart 1920 plannen voor de heropbouw van deze woning en de woning Grote Markt 20, in opdracht van de eigenaar, senator Ernest Bergmann – Van Acker. 23 september van datzelfde jaar werden de plannen goedgekeurd door de lokale bouwraad maar nadien lag dit project een jaar stil tot de eigenaar in augustus 1921 liet hij weten aan het stadsbestuur dat hij inging op het voorstel van minister van Economische Zaken Edmond Vande Vyvere om de huizen te laten herbouwen door de staat. Dat het stadsbestuur veel belang hechtte aan de wederopbouw van deze "artistieke woningen" blijkt uit het feit dat ze in 1922-1923 meermaals aandrong bij de Hoog Koninklijk Commissaris Grenier en de eigenaar op het uitvoeren van deze reconstructie. Uiteindelijk kon ze echter pas 13 juni 1924 toelating geven voor de bouw van deze twee "renteniershuizen" (huurhuizen) naar plannen van architect Léon Wellens (gedateerd 10 en 16 maart 1924), op voorwaarde dat de plannen van de voorgevels onderworpen werden aan het advies van het Provinciaal Comité voor Monumenten en Landschappen en de bouwraad. Ook de raadgevend bouwkundige van het Hoog Koninklijk Commissariaat Edmond Haché bepleitte de reconstructie van deze gevels omwille van hun artistieke karakter en omwille van de waarde van de Grote Markt (die gelegen was in haar archaïsche aspect en regionaal karakter) en maakte plannen op voor de reconstructie.

Eind september 1924 werd opgemerkt dat de plannen van Léon Wellens niet goedgekeurd waren door de lokale bouwraad, en werd architect J.B. Van Bouchout aangesteld voor het afmaken van de plannen. De plannen van Léon Wellens (1924) vertonen inderdaad wel wat afwijkingen van de uitgevoerde toestand (zoals een topgevel en een lagere aanbouw in de Eikelstraat die niet gerealiseerd werden). In de zomer van 1926 was deze reconstructie blijkbaar nog steeds niet aangevat want het Ministerie van Economische Zaken liet weten aan de eigenaar dat ze afzag van deze reconstructie omdat de nodige stukken niet geleverd waren. Dit was blijkbaar het gevolg van een eindeloos dispuut met de rechtbank voor Oorlogsschade over de waarde van de vernielde gebouwen en met de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen over de plannen.

Pas midden jaren dertig kwam de wederopbouw van de twee huizen in een stroomversnelling. De architecten M. Flerackers en J.B. Van Bouchout dienden 1 augustus 1934 opnieuw een bouwaanvraag in voor de heropbouw van de huizen in naam van de weduwe Bergmann-Van Acker. In een anoniem advies aan de Minister van Openbare Werken (gedateerd 30 november 1934) werd gesteld dat het ging om de heropbouw van de twee mooiste huizen van de Markt maar dat de heropbouwplannen fantasie waren, reden waarom de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen een ongunstig advies gegeven had en het schepencollege geen goedkeuring durfde te geven. Dat de rechtbank voor Oorlogsschade beslist had dat de eigenaar naar willekeur mocht heropbouwen, was volgens de briefschrijver niet haar bevoegdheid en waarschijnlijk een gevolg van haar onwetendheid over de juiste ligging van de huizen. Volgens de eigenaar wilde men beletten dat de huizen in winkels werden omgebouwd maar hier was volgens de briefschrijver zeker een overeenkomst te bereiken, aangezien men overal toegevingen in die zin gedaan had. De enige bestuurlijke kwestie die diende opgelost was de vraag of een particulier het recht had gans het aanzicht van de Grote Markt van Lier te schenden door zelf een bouwtrant te kiezen die zou vloeken met al de rest. Naar zijn mening had het schepencollege juridisch het recht plannen te weigeren die niet voldeden aan de eisen van "Stedeschoon".

12 april 1935 meldde het stadsbestuur nog aan de gouverneur dat de bouwaanvraag voor de twee huizen aan de Grote Markt geweigerd werd, 7 juni keurde ze de (herwerkte?) plannen wel goed op voorwaarde dat de gevelplannen goedgekeurd werden door het Provinciaal Comité voor Monumenten en Landschappen. Waarschijnlijk waren dit de herwerkte plannen voor de winkelpui De Roos van M. Flerackers en J.B. Van Bouchout (gedateerd 8 mei 1935 en volgens de architecten het resultaat van een overleg bij de provincie). 23 augustus 1935 gaf het stadsbestuur definitief toelating. De gevels werden inderdaad uitgevoerd naar plannen van J.B. Van Bouchout en M. Flerackers (zie gevelsteen) maar vertonen toch vrij veel verschillen ten aanzien van de vooroorlogse toestand. Bij het huis aan de Grote Markt 21 werd gereconstrueerd met een extra bouwlaag.

Interbellum neorococo breedhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (leien) en een snijdend zadeldak dwars op de straat met een klokgevel. Het witstenen parement is opengewerkt met segmentboogvormige vensters op de eerste en tweede verdieping, klokvormig in de topgevel, steeds in een geriemde omlijsting met een rocaille sluitsteen. De geveltop is gevat tussen voluten op schouderstukken waaronder rocailles en heeft een zware kroonlijst met een rocaille sluitsteen. Het schrijnwerk van de bovenverdiepingen bestaat uit geschilderde, houten T-ramen met een horizontale roedeverdeling in de onderlichten. Op de begane grond bevindt zich een eenvoudige houten winkelpui in een vlakke omlijsting met een centrale gevelsteen "De Roos" onder een segmentboogvormige kroonlijst met illustrerend reliëf in een rocaille sluitsteen. Boven de winkelpui bevinden zich lichtreclameopschriften: "Huis Declerc" en "TIGRA".

  • Algemeen Rijksarchief, Dienst der Verwoeste Gewesten dossier 5686.
  • Stadsarchief Lier Bouwingen, doos 555, dossier 1921/187; doos 557 dossier 1922/109; doos 559 dossier 1923/001; doos 563 dossier 1924/064; doos 604 dossier 97/031.
  • LENS A. 1971: Lier in oude prentkaarten, Zaltbommel, nummer 4.
  • LENS & MORTELMANS 1980, 38. LENS A. 1954: De geschiedenis van het brouwersambacht te Lier, 't Land van Ryen, 97-113 en 176-187; 1955, 12-29.

Auteurs:  Vandeweghe, Evert; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Vandeweghe E. & Kennes H. 2017: Herberg De Roose [online], https://id.erfgoed.net/teksten/202620 (geraadpleegd op ).


Herberg De Roose ()

Huis "De Roose", reeds vermeld in 1420. Eertijds een gekende herberg. Vernield in 1914 en circa 1920 heropgebouwd, min of meer naar het oorspronkelijke uitzicht, doch met vermindering van één bouwlaag (zie oude foto's).

Breedhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (leien). Neorococo-klokgevel met natuurstenen parement; getoogde vensters in geriemde omlijsting met schelpsluitsteen. Top tussen voluten op schouderstukken waaronder rocailles; zware kroonlijst met rocaillesluitsteen. Begane grond met eenvoudige winkelpui in vlakke omlijsting met centrale gevelsteen "De Roos" onder illustrerend reliëf.

  • LENS A., Lier in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1971, nummer 4.
  • LENS A. en MORTELMANS J., Gids voor oud Lier, Antwerpen, 1980, p. 38.

Bron: KENNES H. & WYLLEMAN L. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Lier, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 1990: Herberg De Roose [online], https://id.erfgoed.net/teksten/10334 (geraadpleegd op ).