Tijdens de 19de eeuw stond hier een neoclassicistische woning, het woon- en sterfhuis van de Lierse historicus en letterkundige Anton Bergmann, die vernield werd in 1914. 31 augustus 1923 kreeg de weduwe Pouppez de Kettenis toelating om het huis “De zeven sterren" te herbouwen naar plannen van een Mechels architect, gedateerd 17 oktober 1922. Dit voorgevelplan werd niet uitgevoerd maar de algemene structuur van de gevel en de winkelpui sluiten wel aan bij het uitgevoerde ontwerp.

Interbellum neobarok breedhuis van drie traveeën en drie bouwlagen, onder een pseudo-mansardedak (kunstleien) en een snijdend zadeldak dwars op de straat met een tweeledige topgevel (gestut). Het parement bestaat uit witsteen met een blauwhardstenen plint. De gevel is opengewerkt met rechthoekige kruisvensters op de bovenverdiepingen (centraal op de eerste verdieping een deurvenster met balkon) en een rechthoekige pui met afgeronde hoeken. De eerste verdieping wordt benadrukt door balusters op de borstwering en het balkon, dit laatste met guirlandes op de ondersteuning. De geveltop wordt bekroond door een driehoekig fronton, en afgelijnd door voluten met siervazen. De bovenste geleding van de geveltop wordt gemarkeerd door een oculus tussen guirlandes en rolwerk, de onderste door een tweelicht. Onder de geveltop bevindt zich een fries met het opschrift 'DE ZEVEN STERREN' en een illustrerend reliëf. De pui wordt geflankeerd door ionische pilasters en heeft een afgeronde beglazing en een verdiepte ingang rechts met decoratief smeedwerk voor de deurlichten. Het geschilderde houten schrijnwerk op de bovenverdiepingen is eenvoudig.