Teksten van Klooster Engelse theresianen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/10445

Klooster en tuin ()

Het voormalige klooster van de Engelse Theresianen aan de Kerkstraat in Lier bleef, op uitzondering van de kloosterkerk en het pandhof, grotendeels bewaard.

Historiek

Het kloostercomplex is grotendeels gebouwd nadat de orde, vanaf 1651 gevestigd aan de overkant (zie nummers 2-8), in 1680 door een legaat in het bezit kwam van de huidige panden nummers 1 tot 13-15. Reeds tijdens de bouw van het nieuwe klooster betrokken de zusters het 17de-eeuwse hoekpand (nummer 1), naar verluidt het oude Refugium van de abdij van Postel, dat op een plan van 1732 vermeld staat als "Ancienne maison, qui servait de logement aux Religieuses en attendant que le couvent fut achevé". De overige gebouwen werden opgetrokken in het eerste kwart van de 18de eeuw naar ontwerp van de Brusselse bouwmeester W.(?) De Bruyn. De thans verdwenen barokkerk (huidige nummers 13-15) werd in 1717 ingewijd. De precieze bouwperiode van het klooster situeert zich vermoedelijk tussen circa 1709 en 1718. De datering van de kerk en verkoop van het vorige klooster samen met de afbraak van de tijdens de bouwwerken over de straat lopende gesloten verbindingsbrug tussen beide gebouwen wijst hierop.

Het nieuwe klooster met vleugels van twee bouwlagen rondom een binnenplaats en met grote tuin achteraan, omvatte onder meer een priesterwoning met ruime koer en aansluitend oratorium (huidige nummer 11), verder een grote hal, spreekkamer, kloostercellen, refectorium, infirmerie, apotheek, galerij, sier- en moestuin. De tuinmuur en de hofkapel aan de Nete klimmen op tot het tweede kwart van de 18de eeuw. De Engelse theresianen bleven hier tot in 1794, toen de gebouwen door de Fransen werden aangeslagen en onder meer dienst deden als hospitaal (1794) en stadsbakkerij (1795). In 1798 werd het klooster verkocht als nationaal goed en verkaveld, de kerk (nummer 13) en een gedeelte van het klooster werden in hetzelfde jaar gesloopt. Het oudere hoekgebouw (nummer 1), ’Vieux Quartier’, kreeg een industriële functie als zijdefabriek Duysters tot 1880. Na de schoolstrijd van 1879 werden klaslokalen ingebracht in de ‘hof’ langs de Nete. De restanten van het klooster bleven als dusdanig tot op heden bewaard.

Beschrijving

Het voormalig klooster van de Engelse theresianen is gelegen op het terrein begrensd door de Nete, de Sint-Pietersvliet en de Kerkstraat. Het L-vormig complex en aansluitend breedhuis heeft twee bouwlagen onder aaneengesloten zadeldaken in traditionele bak- en zandsteenstijl, uit het eerste kwart van de 18de eeuw, naar ontwerp van W.(?) De Bruyn, deels met oudere kern (hoekpand). Ten noordoosten wordt het complex begrensd door de deels ommuurde tuin.

Het oudste gebouw, het hoekpand, is vermoedelijk het refugium van de abdij van Postel dat reeds bestond toen de kloosterorde het domein in 1680 door een legaat van Kanunnik Bedingfield verwierf. Dit gebouw met 17de-eeuwse kern heeft lijstgevels van zeven en zes traveeën gemarkeerd door zandstenen speklagen en lange muurankers, rechthoekige muuropeningen en arduinen lekdrempels. De grotendeels blinde straatgevel heeft aangepaste vensters in zandstenen omlijstingen onder wigvormig ontlastingssysteem. De latere deur is gevat in een vlakke arduinen omlijsting. De steigergaten onder de houten kroonlijst op klossen werden gedicht. De zijgevel is meer opengewerkt met radvenster (vijfde travee) en bewaarde kwartholle negblokken, met dakkapel. Aansluitend aan Netezijde zien we zijgevels van het achterliggende complex met van links naar rechts de tuinmuur (1736), eenvoudige schoolvleugel van veertien traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak, uit het vierde kwart van de 19de eeuw, vervolgens panden met oudere kernen onder zadeldaken met verspringende noklijnhoogte. het zijn lijstgevels van respectievelijk drie, drie en zeven traveeën met overwegend aangepaste rechthoekige muuropeningen in vlakke gecementeerde omlijsting, steigergaten en aflijnende houten kroonlijst deels op klossen.

De traditionele 18de-eeuwse lijstgevel op het nummer 3-7 omvat zes traveeën, met latere aanpassingen. Er is gebruik gemaakt van zandsteen voor de sokkel, banden en omlijstingen. De aangepaste getoogde vensters zijn gevat in deels verweerde zandstenen omlijsting met kwartholbeloop op arduinen lekdrempels. De gevel wordt afgelijnd door een houten kroonlijst met daaronder gedichte steigergaten en erboven vernieuwde dakkapellen. Links heeft de rondboogpoort een omlijsting naar laat-gotisch patroon met rondstaafprofiel op sokkeltjes en zware afdekkende zandstenen waterlijst met voluutsluitsteen. Rechts van de poort was oorspronkelijk de trapzaal. Rechts was vroeger de hoofdingang en grote spreekkamer van het klooster. Het is een rondboogdeur in kwartholle zandstenen omlijsting onder geprofileerde kroonlijst op voluutconsooltjes, met voluutvormige sluitsteen. Er is een recent bekronend spitsboognisje met gepolychromeerd Onze-Lieve-Vrouwebeeldje aanwezig.

De poort links geeft toegang tot een binnenplaats met grondig aangepaste en gerestaureerde bak- en zandstenen lijstgevels geritmeerd door hoger opgaande dakvensters, respectievelijk vier plus acht traveeën, met markante speklagen. De getoogde vensters zijn gevat in vernieuwde zandstenen omlijsting, meestal op arduinen lekdrempels. De sobere rondboogpoort heeft een geprofileerde omlijsting met diamantkopsluitsteen. Drie radvensters en later driezijdig aanbouwsel bleven bewaard in de oksel van beide vleugels. De aansluitende vleugel bestaat uit een gecementeerde lijstgevel van vier traveeën en rechthoekige muuropeningen. Rechts ernaast staat de schoolvleugel uit het vierde kwart van de 19de eeuw.

Ten zuidoosten staat de sobere bakstenen schoolvleugels van één tot twee bouwlagen onder zadeldaken, aangepast in de 20ste eeuw en ingeplant rondom een L-vormige binnenplaats die doorloopt tot achter nummers 13-15.

Ten noorden ligt de grotendeels bewaarde, deels ommuurde kloostertuin met nog enkele imposante bomen waaronder een moerascypres, een Ginkgo, een Hongaarse linde, een plataan, een tamme kastanje en een Noord-Amerikaanse esdoorn. De eerstesteenlegging van de tuinmuur geschiedde op 26 mei 1736.

De muur leunde aan bij de zogenaamde ‘hofkapel’ met barokkenmerken uit dezelfde periode. Dit rechthoekig gebouw van twee traveeën en een halfronde sluiting onder zadeldak is opgetrokken in bak- en zandsteenbouw met gecementeerde pilasters op de hoeken. De westzijde wordt gekenmerkt door een halsgevel onder gebogen fronton met een oculus in zandstenen omlijsting. De bekronende oculus heeft eveneens een gebogen waterlijst. Een geprofileerde kroonlijst boordt de gevel af. De zandstenen omlijsting van de rondboogdeur heeft een diamantkopsluitsteen en -imposten en een gebogen waterlijst. De rechter zijgevel wordt geritmeerd door middel van pilasters die bovenaan verbonden zijn door een muurband. De betraliede rechthoekige vensters hebben afgeronde bovenhoeken. De binnenafwerking bestaat uit een fraai barok stucplafond.

Het nummer 9 was eertijds deel van het klooster dat naar verluidt naast een kapittelkamer, een werkkamer en kloostercellen, ook een deel van de binnentuin omvatte. Heden is het een breedhuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak, opklimmend tot begin 18de eeuw, maar in 1866 verhoogd en aangepast. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel op grijs geschilderde natuurstenen plint wordt horizontaal belijnd door doorgetrokken lekdrempels en kordons boven de vensters. De getoogde 18de-eeuwse muuropeningen hebben sobere geprofileerde omlijstingen met oren en neuten.

  • Archief Onroerend Erfgoed Antwerpen, DA000775, 10 stadsgezichten te Lier, advies KCML (1992).
  • Archief Onroerend Erfgoed Antwerpen, DA000775, 10 stadsgezichten te Lier, beschermingsdossier (S.n., 1993).
  • KENNES H. & WYLLEMAN L. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Lier, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n1, Brussel - Turnhout.

Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 2024: Klooster Engelse theresianen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/432944 (geraadpleegd op ).


Klooster Engelse theresianen ()

Voormalig klooster van de Engelse theresianen, gelegen op het terrein begrensd door de Nete, de Sint-Pietersvliet en de Kerkstraat; heden school voor Buitengewoon Lager Onderwijs (nummers 1-5) en privé-woningen.

Complex grotendeels gebouwd nadat de orde, vanaf 1651 gevestigd aan de overkant (zie nummers 2-8), in 1680 door een legaat in het bezit kwam van de huidige panden nummers 1 tot 13-15. Reeds tijdens de bouw van het nieuwe klooster betrokken de zusters het 17de-eeuwse hoekpand (nummer 1), naar verluidt het oude Refugium van de abdij van Postel, dat op een plan van 1732 vermeld staat als "Ancienne maison, qui servait de logement aux Religieuses en attendant que le couvent fut achevé". Overige gebouwen opgetrokken in het eerste kwart van de 18de eeuw naar ontwerp van de Brusselse bouwmeester W.(?) De Bruyn; de nu verdwenen, "ANNO 1710" gedateerde, barokkerk (huidige nummers 13-15) werd in 1717 ingewijd.

De precieze bouwperiode van het klooster situeert zich vermoedelijk tussen circa 1709 en 1718, zie datering kerk en verkoop van het vorige klooster samen met de afbraak van de tijdens de bouwwerken over de straat lopende gesloten verbindingsbrug tussen beide gebouwen. Het nieuwe klooster met vleugels van twee bouwlagen rondom een binnenplaats en met grote tuin achteraan, omvatte onder meer een priesterwoning met ruime koer en aansluitend oratorium (huidige nummer 11), verder een grote hal, spreekkamer, kloostercellen, refectorium, infirmerie, apotheek, galerij, sier- en moestuin. De tuinmuur en de hofkapel aan de Nete klimmen op tot het tweede kwart van de 18de eeuw. De Engelse theresianen bleven hier tot in 1794 de gebouwen door de Fransen werden aangeslagen en onder meer dienst deden als hospitaal (1794) en stadsbakkerij (1795); in 1798 verkocht als nationaal goed en verkaveld, de kerk (nummer 13) en een gedeelte van het klooster werden in hetzelfde jaar gesloopt. Het oudere hoekgebouw (nummer 1), modo "Vieux Quartier", kreeg een industriële functie namelijk als zijdefabriek Duysters tot 1880, nadien verkocht. Na de schoolstrijd van 1879 bouw van klaslokalen in de "hof" langs de Nete; als dusdanig tot op heden bewaard.

Nummers 1-7. L-vormig complex en aansluitend breedhuis (nummer 7) van twee bouwlagen onder aaneengesloten zadeldaken (kunstleien) in traditionele bak- en zandsteenstijl, uit het eerste kwart van de 18de eeuw, naar ontwerp van W.(?) De Bruyn, deels met oudere kern (hoekpand). Ten noordoosten begrensd door deels ommuurde tuin.

Nummer 1. Hoekpand met 17de-eeuwse kern, lijstgevels van zeven en zes traveeën gemarkeerd door zandstenen speklagen en lange muurankers, rechthoekige muuropeningen, arduinen lekdrempels. Grotendeels blinde straatgevel met aangepaste vensters in zandstenen omlijstingen onder wigvormig ontlastingssysteem. Latere deur in vlakke arduinen omlijsting. Gedichte steigergaten onder houten kroonlijst op klossen. Meer opengewerkte zijgevel met radvenster (vijfde travee) en bewaarde kwartholle negblokken, dakkapel. Voorts aansluitend aan Netezijde: zijgevels van het achterliggende complex met van links naar rechts: tuinmuur (1736), eenvoudige schoolvleugel van veertien traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak, uit het vierde kwart van de 19de eeuw (zie nummers 3-5 binnenplaats); vervolgens panden met oudere kernen onder zadeldaken (zie binnenplaats) met verspringende noklijnhoogte: lijstgevels van respectievelijk drie, drie en zeven traveeën met overwegend aangepaste rechthoekige muuropeningen in vlakke gecementeerde omlijsting, steigergaten en aflijnende houten kroonlijst deels op klossen

Nummers 3-7. Traditionele 18de-eeuwse lijstgevel van zes traveeën, latere aanpassingen. Gebruik van zandsteen voor sokkel, banden en omlijstingen. Aangepaste getoogde vensters in, deels verweerde (nummers 3-5), zandstenen omlijsting met kwartholbeloop op arduinen lekdrempels. Aflijnende houten kroonlijst waaronder gedichte steigergaten; vernieuwde dakkapellen.

Nummer 3: rondboogpoort in omlijsting naar laat-gotisch patroon met rondstaafprofiel op sokkeltjes; zware afdekkende zandstenen waterlijst met voluutsluitsteen. Rechts van de poort was oorspronkelijk de trapzaal.

Nummer 7 eertijds met hoofdingang en grote spreekkamer van het klooster; rondboogdeur in kwartholle zandstenen omlijsting onder geprofileerde kroonlijst op voluutconsooltjes, voluutvormige sluitsteen. Recent bekronend spitsboognisje met gepolychromeerd Onze-Lieve-Vrouwebeeldje.

Links poort (nummer 3) geeft toegang (vlak overdekt) tot een binnenplaats met grondig aangepaste en gerestaureerde bak- en zandstenen lijstgevels geritmeerd door hoger opgaande dakvensters, respectievelijk vier + acht traveeën. Markante speklagen. Getoogde vensters in vernieuwde zandstenen omlijsting, meestal op arduinen lekdrempels. Sobere rondboogpoort in geprofileerde omlijsting met diamantkopsluitsteen. Drie bewaarde radvensters en later driezijdig aanbouwsel in de oksel van beide vleugels. Aansluitende vleugel met gecementeerde lijstgevel van vier traveeën en rechthoekige muuropeningen. Rechts ernaast vermelde schoolvleugel, uit het vierde kwart van de 19de eeuw.

Ten zuidoosten: sobere bakstenen schoolvleugels van één tot twee bouwlagen onder zadeldaken (kunstleien), aangepast in de 20ste eeuw, ingeplant rondom een L-vormige binnenplaats die doorloopt tot achter nummers 13-15.

Ten noorden: grotendeels bewaarde, doch verwilderde en deels ommuurde kloostertuin met onder meer een moerascypres en Ginkgo. Eerstesteenlegging tuinmuur op 26 mei 1736; aanleunende zogenaamde "hofkapel" met barokkenmerken, uit zelfde periode. Rechthoekig gebouw van twee traveeën en halfronde sluiting onder zadeldak (kunstleien). Bak- en zandsteenbouw met gecementeerde pilasters op de hoeken. Westzijde met halsgevel onder gebogen fronton met oculus in zandstenen omlijsting. Dito omlijsting voor rondboogdeur met diamantkopsluitsteen en -imposten, gebogen waterlijst. Bekronende oculus eveneens onder gebogen waterlijst. Geprofileerde kroonlijst. Rechter zijgevel met travee-indeling door middel van pilasters bovenaan verbonden door muurband. Betraliede rechthoekige vensters met afgeronde bovenhoeken. Vervallen interieur met fraai barok stucplafond; travee geritmeerd door pilasters die de gordelbogen van het tongewelf opvangen.

Nummer 9. Eertijds deel van het klooster dat naar verluidt naast een kapittelkamer, een werkkamer en kloostercellen, ook een deel van de binnentuin omvatte. Heden breedhuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (kunstleien), opklimmend tot begin 18de eeuw, doch in 1866 verhoogd en aangepast (zie bouwaanvraag). Bepleisterde en beschilderde lijstgevel op grijs geschilderde natuurstenen plint. Horizontaal belijnd door doorgetrokken lekdrempels en kordons boven de vensters. Getoogde 18de-eeuwse muuropeningen (zie nummers 3-7) in sober geprofileerde omlijstingen met oren en neuten.

  • Openbare Werken Lier, Bouwingen, 1866-1867.
  • D'HULST H., Het klooster der Engelse Theresianen of ongeschoeide Karmelietessenklooster te Lier (1648-1794), Lier, 1949.
  • LENS A. en MORTELMANS J., Gids voor oud Lier, Antwerpen, 1980, p. 110, 113-115.
  • MACLOT P. en STEENMEYER R., Hofkapel der Engelse Theresianen. Restauratiedossier, februari 1980.

Bron: KENNES H. & WYLLEMAN L. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Lier, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 1990: Klooster Engelse theresianen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/10445 (geraadpleegd op ).