Station opgetrokken in 1861 naar ontwerp van A. Payen. Neoclassicistisch stationsgebouw (evenwijdig aan spoorlijn), bestaande uit een centraal gedeelte van vijf traveeën en twee bouwlagen, geflankeerd door lagere vleugels van vier traveeën en één bouwlaag, respectievelijk onder schilddak en afgesnuite zadeldaken (zink). Hoektravee begrensd door geblokte lisenen of eenvoudige Toscaanse pilasters en volgens oude foto's oorspronkelijk bekroond door een driehoekig fronton, afgebroken bij de opknapbeurt van 1956.
Bepleisterde en beschilderde lijstgevels met rondbogige muuropeningen in geprofileerde omlijsting. Op de tweede bouwlaag van de hoofdvleugel met doorgetrokken imposten en versierde borstweringen. Houten kroonlijst boven geprofileerde waterlijsten. Zij- en perrongevels met gelijkaardig uitzicht. Ten westen aanbouwsel van 1978.
Ten westen goederenstation, uit de tweede helft van de 19de eeuw. Bakstenen gebouw van vijftien traveeën en één bouwlaag onder zadeldak met metalen gebint. Meestal segmentboogvormige muuropeningen uitgespaard in dito verdiepte muurvlakken. Aan de langszijden: houten luifel op ijzeren spanten, gesteund door arduinen consooltjes.
DE BOT H. en SLEGERS R. e.a., Lier 1860. De geschiedenis van het station en de spoorwegen te Lier, Lier, 1985.
LENS A., Lier in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1971, nummers 86-87.
Bron: KENNES H. & WYLLEMAN L. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Lier, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Kennes, Hilde Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)